Foto bij 25.0: Bonje

Adelinde is me gevolgd richting de keuken. Ondanks dat ze oprecht is en een heldere geest heeft, vind ik haar al iets minder leuk. Een volgeling heb ik echt niet nodig nu. Ik zucht en zet me aan tafel om dan eindelijk nog eens wat te kunnen eten. Als je een lange tijd niet eet, heb je ook geen honger meer. Je bent zo gewoon geraakt aan het gevoel, dat je niet beseft dat je echt wel iets moet eten. Bij mijn moeder had ik dit vaak. Stiekem schoof ik mijn voedsel door naar mijn zusjes, ik had toch geen honger. Ik moet toegeven dat ik er nu al terug beter uitzie als bij hun. Mijn gezicht heeft meer kleur als ik in mijn reflectie kijk, maar hetgeen wat me nog erger opvalt, de blik in mijn ogen. Thuis was dit altijd vermoeid, maar gelukkig. Ik was tevreden met alles en je zag de passie en vuur in me. Hier, weet ik niet wat ik zie. Ik zie wel een wel gevoed gezicht, maar de kracht uit mijn blik is weg. Soms zie ik een verwarde kleine jongen, die hopeloos opzoek is naar iets, maar hij weet zelf niet eens wat. Soms zie ik er dromerig uit, alsof mijn ogen niet naar de weerspiegeling kijken, maar naar de dwaze onechtheid van het leven, alsof ik ergens anders ben met mijn geest. En soms, zie ik dezelfde blik als die van Harry toen ik aankwam. Een lege blik, geen emoties. Je leeft, maar je weet het zelf niet. Harry’s blik is verandert, de mijne ook. Ik zou mijn weerspiegeling zo hard willen slaan, gewoon slaan totdat die passie en vurigheid er weer verschijnt. Totdat ik mezelf terug herken en kan zeggen, ik ben Louis Tomlinson. Dat ik trots ben op wie ik ben en wat ik doe, zonder te twijfelen aan al die commentaar van die honderden mensen. Dat ik in mezelf vertrouw, geloof, en er kracht uitput. Op dit moment is die furie, die wilskracht ver te zoeken. Ik zit hier te eten, en voel me weer ontzettend nutteloos. Lin loopt wat rond te dolen. Soms schenkt ze me een ondeugende blik waar ik niet op reageer – ik weet niet hoe ik dat zelfs zou moeten doen. Als ik reageer, moet ik geïnteresseerd lijken. Ik ben enkel geïnteresseerd in een vriendschap, niet in een relatie zoals haar vader graag genoeg zou willen. Samen met de Louis Tomlinson, wicca en Comes van de keizer, wat een eer. In feite heb ik geen poot om op te staan, ik heb geen geld, geen veld, niets. Nog geen stuk kleding. Als het brood op is wordt het servies onmiddellijk opgeruimd, iets wat ik zelf ook wel had willen doen. Ik bedank de hulp kort en schuif dan mijn stoel naar achteren om op te staan. Lin volgt al mijn bewegingen nog steeds. Passie en vuur Louis. Kracht.
“Wat ga je doen?” Haar ogen knipperen nieuwsgierig en meisjesachtig, ik moet moeite doen om vriendelijk te blijven kijken, je mag haar.
“Ik weet niets, zoals ik al zei.” Ik grijns schuin en wandel dan terug door de gang. Met een huppelpasje volgt ze me.
“Ik ben niets als ik niet kritisch ben.” Ik frons en draai mijn hoofd in haar richting. Haar ogen lonken speels.
“Wat?”
“Shakespeare.”
“Wie?” Waar is ze in godsnaam over bezig? Ofwel ben ik enorm dom, oftewel is zij gewoon erg slim want haar ogen rollen bijna uit hun kassen.
“Louis! Dit meen je niet?! William Shakespeare?” Even doe ik alsof ik nadenk –wat ik niet doe aangezien ik geen flauw idee heb waar ze het over heeft, en schud dan traag mijn hoofd.
“Nee, sorry.”
“Hij is een van de grootste schrijvers van toneelstukken! Ken je…Hamlet dan niet? Of Macbeth?” Mijn verwarring is alleen maar groter geworden.
“Nee, echt niet.” Mijn woorden lijken de vlam alleen maar aan te wakkeren totdat er een heel vuur brand in haar. Ze is levendig, ze vecht voor iets, ze is alles wat ik wil zijn.
“Je moet echt aan de keizer vragen of hij je een keer mee neemt naar het toneel of de opera. Het is echt prachtig!”
“Ik zal het hem vragen, beloofd.” Haar vurigheid is zelfs komisch aan het worden.
“Iedereen hecht aan het leven, maar een man van aanzien hecht meer waarde aan zijn eer.”
“Is dit weer…?” Ze knikt. Hoe kent ze dit zelfs uit het hoofd in mijn taal? Als dit klopt, dan was die Shakespeare wel een heel verstandige man. Alles wat ze zegt, klopt met hetgeen waar ik voor sta.
“De hinde die zou willen trouwen met de leeuw zal zeker sterven van liefde.” Wauw. Moet dit mij en Harry voorstellen, want dan hebben we wel een probleem. Ik wil niet sterven van liefde. Ik wil leven, de wind door mijn haren voelen waaien terwijl ik zo hard roep als ik kan. Ik wil stilte, waarin Harry me al het moois laat zien met de kleinste gebaren. Ik wil mensen ontmoeten, échte mensen met echte bedoelingen en hun laten lachen. Ik wil niet dood. “Louis?” Haar hand houdt me tegen als we bij de trap zijn aangekomen. Nu pas merk ik op dat de raad naar beneden komt. Ik glimlach dankbaar naar haar en zet een paar passen terug zodat de mannen door kunnen wandelen. Ik voel me net een vrouw zo, onderdanig aan de mannen, doen wat zij willen. Ik ben het enkel niet, dat is het verschil, ik moet me als een man leren gedragen. Mijn borstkas priemt al net iets meer vooruit als daarnet als ik de oudere mannen nu wel rechtstreeks in de ogen durf te kijken. Ik moet niet wijken voor hen, ondanks mijn stand. Enkel de keizer glimlacht naar me. Hij ziet mij wel staan, en niet veel verder achter me, kan hij nog net het armoedige volk zien staan. Hij durft te kijken, toe te geven aan wat er aan de hand is, zonder zich om te draaien. Ik glimlach lichtjes terug en wandel dan met Lin terug richting de keuken. Ik vertrouw het niet met die heren. “Ik weet het, ik zou het ook graag anders zien.”
“Er zijn meer tegenstanders als voorstanders.”
“Jong bloed luistert niet naar oude verordeningen.” Weer van die man, vermoed ik. Of ze heeft geweldige spraak.
“Wie zegt dat dat jong bloed het wel bij het juiste eind heeft?”
“Waarom twijfel je aan dingen waar je voor staat. Jíj gelooft ergens in Louis, jij. En als men erom vraagt, dan geloof je nergens meer in, maar twijfel je aan je eigen oordelen.”
“Ik ben niets als ik niet kritisch ben.” Ze grinnikt en ik lach kort, ze heeft het zelf gezegd.
“Koningen zijn net zo ongelukkig, als zij hun zonen kwalijk zien opgroeien, als wanneer zij hen verliezen
vóór zij konden bloeien.” Haar ogen glunderen van verstand, ik wou dat ik zulke mooie uitspraken kon onthouden.
“Wee het land dat geregeerd wordt door een kind.” Verbaasd door de diepe hese stem kijk ik op. Harry’s groene ogen glunderen terwijl één mondhoek traag omhoog en omlaag gaat. “Je leert hem verstand bij.”
“Geen verstand, kennis.” Ik geef hem een boze blik, ik ben niet achterlijk of dom, ik weet gewoon weinig door omstandigheden. Harry knikt kort naar me en kijkt dan terug naar Lin.
“Je vader verwacht je in zijn koets.” Voor even wordt haar blik somberder, waarna ze knikt en de ruimte verlaat.
“Tot ziens uwe majesteit en Louis!” Ik grijns kort om haar jovialiteit en kijk dan terug naar de vampier die mij in de gaten houdt.
“Je mag haar.”
“Ze kent me niet.” Ik haal kort mijn schouders op en onderdruk de neiging om dichterbij de keizer gaan te staan. Dat maakt me zwak en dan verlies ik de discussie. Dat gaat dus niet gebeuren.
“Ze wil je leren kennen.”
“Zij of haar vader?” Ik trek een wenkbrauw op en de keizer zucht. Gewonnen. 1-0 Tomlinson. Styles geeft echter niet op en besluit zijn gevoelens in te zetten om de almachtige pientere Louis toch te overtuigen.
“Dat betekent nog niet dat jullie geen vrienden kunnen zijn.”
“Hoe meer vrienden, hoe zwakker ik word.”
“Zwak of gelukkig?” Deze keer zucht ik, oké, 1-1, maar ik laat het er niet bij. Passie en vuur.
“Beide.”
“Je verdient het om gelukkig te zijn en te lachen.” Zijn hand gaat richting mijn kapsel en veegt een pluk haar weg. “Niet piekeren over wat de gevolgen kunnen zijn, gewoon doen wat je hart wilt.” Dat moet hij geen twee keer zeggen. Zijn hand lag al om mijn middel waardoor ik makkelijk mijn lippen op de zijne kan duwen en hem zachtjes kussen. Ik domineer door hem zachtjes te bijten en hem te doen grommen. 2-1.
“Ik ben niets als ik niet kritisch ben.” Ik fluister het zachtjes naar hem waardoor hij lichtjes glimlacht en zijn grip op me verstrakt.
“Shakespeare was een poëet, een schrijver. Een verstandig man maar hij leefde niet, nee, hij observeerde en schreef. Het leven is veel leuker als je leeft Louis.”

En wie kent er hier geen Shakespeare?

Reageer (3)

  • Thuria

    'I do love nothing in the world so well as you: is not that strange?'

    (Dat betekendt dus; jeps ik ken hem. Ik hou echt van zijn woorden en schrijfstijl. Omgie ik wil hem ontmoeten. Maar goed, dat gaat m niet meer worden vrees ik haha.)

    7 jaar geleden
  • magiclove

    ken hem wel
    snel verder

    7 jaar geleden
  • Paardenvriend

    Hihi ik. Maar ik heb hem even gegoogled en. Ik herken gem wel! Alleen die naam zegt me niks. Haha nu voel ik me echt dom... xD

    7 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen