''Welkom • op • het • Ministerie • van • Toverkunst''


''Knijster mee moet komen!'' riep het piepende stemmetje van Dobby, die zijn hand om de pols van Knijster klemde. ''Nee, nee, nee!'' krijsde de stem van de veel oudere Huiself. ''Meneer Sirius Zwarts zei wij naar Klein Zanikem, Ligusterlaan 4 moeten.'' piepte Dobby en met een knip in zijn vingers. Binnen enkele seconden stonden de twee Huiselven er. Knijster begon weer te krijsen en sloeg met beide vuisten op de grond. ''Knijster ook is, meneer Sirius meneer.'' Sirius reageerde niet. Zijn donkere haren waren nogal vettig en doorweekt. Het was een regenachtige avond in Klein Zanikem en je hoorde om de zoveel tijd donder, met niet veel later een lichtflits. 5 september en alsnog was het het avondweer alsof het hartje zomr was.
''Je mishandeld dat kind gewoon verdomme!'' schreeuwde Sirius en zijn handen zaten geklemd om de dikke, speknek van Herman Duffeling. Hij was helemaal rood en er kwam enkel met moeite wat geluid uit, wat niet te verstaan was. Sirius zijn blik stond woedend en de blik in zijn ogen waren die zoals van de meesten in Azkaban. ''Meneer Sirius meneer, stop!'' piepte Dobby hard. ''Hij verdient het! Dit is de ergste Dreuzel die er ooit heeft bestaan!'' snoof Sirius agressief. ''Je laat de zoon van je zwager niet verhongeren! De zoon van je vrouw haar zus!'' Dobby holde naar Sirius toe, pakte hem bij zijn been met zijn ruwe handjes en knipte voor de tweede keer op de avond met zijn vingers. Er luidde een harde knal in het schoonmaak hok van het Miniserie van Toverkunst. ''Wat krijgen we?'' riep de stem van Herman en hij stak zijn dikke, bollige wijsvinger op. ''Als je me nu niet terug 'teleporteert' dan zul je-'' begon hij, maar hij werd afgekapt door Sirius, die hem mee sleurde uit de kast, evenals Dobby. Rondkijkend begon hij snel te hollen, hun meesleurend.

''Ach, hou je mond toch domme dreuzel.'' sneerde Sirius. ''We weten alle drie dat je niets tegen mij of de huiself kunt beginnen.'' Vervolgens keek hij Dobby aan en zijn ogen gingen iets minder hard staan. ''Dobby, is er bij je opgekomen dat ik niet echt in het Ministerie kan zijn momenteel? Ik ben een van de meest gezochte tovenaars van de toverwereld momenteel.'' Zijn toon klonk rustig, al was hij dit helemaal niet. Dobby zijn ogen werden groot, wat bijna onmogelijk was sinds zijn groene ogen al zo groot als tennisballen waren. ''Sorry, meneer Sirius meneer!'' piepte de Huiself. ''Knijster vertelde Dobby over Sirius terug was. En Dobby weten dat Sirius, meneer harry Potter wilde doden volgens andere Huiself, maar Dobby nu weet dat meneer Sirius dat helemaal niet wil.'' Sirius knikte en Herman maakte een brommend geluid. ''Ik wil hier nog steeds weg! Waar we ook zijn!'' bromde hij. Enkele stemmen weerklonken om de hoek en Dobby legde zijn hand voor die van Herman.
Sirius veranderde snel in zijn Faunaten vorm, een zwarte hond, en verstopte zich in de schaduwen van de hal waarin ze waren en maakte geen enkel geluid.

''Meneer oom van Harry Potter moet niet te hard praten. Anders tovenaars kijken hier en dan niet enkel meneer Sirius probleem, maar U ook meneer dreuzel Herman en Dobby dan ook probleem. Dobby geen probleem wil.'' Sirius veranderde weer terug en begon te rennen. Dobby holde achter Sirius aan, die Herman nog altijd met zich meesleurde. Zodra hij een leeg kantoor zag, glipte hij snel naar binnen en met een gestolen toverstaf zorgde hij ervoor dat alle gordijnen daar dicht waren en de deur op slot was.
Herman staarde nors naar zijn handen. Waarom was hij nou hier weer geland met een of andere gek en een reusachtige vleermuis, dit was geen Batman of zo, de film die Dirk graag bekeek. ''Meneer dreuzel Herman niet meer schreew, meneer Sirius niet meer wurg en dan Dobby meneer dreuzel terug breng en Dobby en meneer Sirius, meneer Harry Potter meneer zoeken.'' piepte Dobby. Sirius maakte een geluidje van oké en Herman staarde Dobby aan. ''Prima, prima. Maar zodra ik een van jullie ooit nog eens zie; heb je een probleem! Ik heb een geweer thuis en ben niet bang om die te gebruiken, hoor je me?!'' siste Herman. Sirius knikte wat. Nog voordat Dobby de twee mannen kon vast pakken, hoorde de drie een zachte 'alahomora' en sloeg de deur open.
''Wat krijgen we?!'' De minister van Toverkunst, oh geweldig.

Reageer (1)

  • Aynur

    Het is echt supergoed geschreven!
    Je moet niet zo pessimistisch zijn!
    (Y)(cool)

    8 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen