001 * Louis Tomlinson
Met een diepe zucht, ga ik op mijn knieën zitten. De dode bloemen haal ik weg en zet ik de nieuwe bloemen in de vaas. Ik mis je, schat. Een verdrietig gevoel gaat door me heen maar deze keer zonder tranen. Iets wat mij zegt dat het steeds beter gaat. Mijn leven gaat door en dat zou het ook moeten.
Ik sla mijn ogen ten hemel.
“Ik weet dat je wilt dat ik door ga met mijn leven, Hazz,” fluister ik in de hoop dat hij me kan horen.
Stilte.
Enkel dat mijn eigen ademhaling te horen is.
Ik weet dat het beter gaat dan in het begin. Ik kan weer mijn normale leven oppakken. Mijn nachtrust is weer wat het vroeger was. Dat was een jaar geleden wel anders.
Glimlachend sta ik op en kijk ik op mijn horloge. “Vergeten doe ik je nooit, lieverd. En ik kom soms wel langs. Maar niet zo vaak meer als eerst.” Ik druk een kus tegen mijn vingers en leg die daarna tegen de koude steen. Waar een bekende tekst op staat. “Ik moet nu echt gaan, anders kom ik nog te laat. Tot ziens.”
***
Op de een of andere manier voel ik me iets lichter. Alsof er iets van mijn schouders gevallen is en ren ik door. De bal aan mijn voet en weet ik weer iemand voorbij te gaan. Vlug kijk ik even op en scan ik over het veld met mijn ogen.
Zelfs het minieme gebaar van Dane, zegt mij dat de man vrij staat en kijk ik weer omlaag. Hopend dat ik de bal niet kwijt raak. Volledig geconcentreerd op de bal loop ik nog een paar meter en maak ik een snelle manoeuvre om daarna de bal naar Dane te schoppen.
Welke hij met een korte glimlach onderschept en rechtstreeks naar doel te schoppen. Wat hij doet met zijn wel bekende beweging erbij dat de bal net gemist wordt door de keeper.
Yes, juich ik slechts een seconde in stilte. Maar dan barst het gejuich pas echt los en van het publiek. Net als dat ik kort in de armen van Dane spring.
“Haha, echt een gouden duo jullie twee,” schreeuwt Vincent opeens in mijn oor.
Nog meer gejuich en geschreeuw.
Eerst voel ik een hand, vooral de knokkels, over mijn hoofd gaan. “Geweldig gedaan, Lou,” roept nu Zayn overal doorheen. “Jij ook, Dane.”
“Dat was geweldig gespeeld door de spitsen Louis Tomlinson en Dane Matthewson. Daardoor komt de score nu op drie nul voor de thuisploeg,” komt het vanuit de speakers. “En dat in slechts anderhalve minuut voor het eindsignaal. Goed, in een minuut kan er nog veel gebeuren maar deze achterstand kunnen ze niet meer inhalen.”
Zelfs in de kleedkamer gaat het gejuich nog even door en ook de coach feliciteert ons met de behaalde zege.
“Ja, ja, fantastisch gespeeld,” lacht de coach. “Maar de competitie is nog maar net begonnen. Maak dat je onder de douche komt en straks in de kantine. Jullie krijgen twintig minuten,” zegt hij met een blik op zijn horloge. “De tijd tikt.” Met die woorden loopt hij de kleedkamer uit.
Glimlachend trek ik mijn shirt over mijn hoofd en maak ik mijn kluis open. Waar ik vervolgens mijn sporttas uithaal. “Feest vieren, doen we zo in de kantine. Eerste rondje bier is van mij,” grijns ik en trek ik snel de rest uit. Om met een handdoek, shampoo en douchegel, naar de doucheruimte te lopen.
“Hè, Lou, niet te enthousiast gaan worden, ja, anders wordt het nog voor ons zichtbaar,” proest Johnny het uit.
Ik geef hem een duwtje tegen zijn schouder. “Daar zijn jullie weer te lelijk voor,” kaats ik terug en schudden mijn schouders door het lachen. “Je hebt de coach gehoord. Twintig minuten, je weet hoe stipt hij is,” roep ik naar de rest en hang ik mijn handdoek op.
***
Tegen de tijd dat ik eindelijk thuis ben, voel ik me wat licht in mijn hoofd en dat ik me alsnog wat euforisch voel. De competitie is nog maar net begonnen en nu al onze eerste wedstrijd gewonnen. Dat is nog eens een goed begin van het seizoen.
Met een zucht hang ik mijn jas op, schop ik mijn schoenen in de hoek en beland mijn sporttas gelijk in de badkamer.
“We hebben onze eerste wedstrijd gewonnen, Hazz,” zeg ik binnenmond en loop ik door naar de keuken. “Blijft een heerlijk gevoel.” Diep zuchtend, schenk ik mezelf een glas cola in. Zelfs die paar biertjes die ik gedronken heb, waren genoeg dat ik wat aangeschoten ben. Alleen meer kan ik niet drinken.
Morgen weer werken. Soms zou ik willen dat het andersom is. In het weekend werken en in de week vrij. Alleen... Nee, toch maar niet. Nu heb ik elke dinsdag en vrijdag training. Op zaterdag en zondag vaak weer een wedstrijd. Even schud ik mijn hoofd en ga ik op de bank zitten. Gelijk met de afstandsbediening dat ik de televisie aanzet.
Juist doordat ik wat licht in mijn hoofd ben, wat weer door de vier of vijf biertjes komt, zakken mijn ogen af en toe dicht. Misschien is het beter om gewoon naar bed te gaan, bedenk ik me nog en opnieuw dat mijn ogen dichtvallen. Gewoon heel eventjes maar.
Verschrikt word ik wakker en het eerste dat ik merk, is dat de televisie onmenselijk hard staat. Ja, ja, ik ben wakker. Direct zoek ik naar de afstandsbediening, maar kan die niet gelijk vinden. Terwijl mijn handen de bank aftasten, op zoek dat vervloekte ding, kijk ik naar de klok. Om met grote ogen te zien dat het bij middernacht is. Fuck, ik moet naar bed. Mijn wekker gaat om zes uur weer af. Dan heb ik opeens mijn afstandsbediening gevonden en druk ik op de uit knop.
Gelijk stilte.
Een stilte die bijna oorverdovend is, na de idiote harde geluiden van daarnet.
God, dat ik nog niet gelijk doof word. Hoofdschuddend haal ik diep adem en sta ik op. Om eerst mijn gebruikelijke rondje te lopen voor ik echt naar bed ga. Wat niet meer is dan zorgen dat alles klaar staat voor morgenochtend. De koffie alvast klaarzetten, de tafel dekken voor het ontbijt. Fuck, mijn sporttas nog. Nou, die overleeft het wel een nachtje.
Te moe om nog mijn sporttas uit te pakken, ga ik naar mijn slaapkamer. Onderweg trek ik mijn shirt al uit. Zittend op mijn bed doe ik het nachtlampje aan en volgt mijn broek dezelfde weg naar de stoel, waar ik altijd mijn kleding op gooi. Morgenochtend weer een dag, neem ik me voor en kruip ik onder de dekens. Waarop ik me gelijk op mijn zij ga liggen, mijn benen optrek en mijn kussen tussen mijn armen stop. Bijna alsof ik mijn kussen knuffel. Tevreden dat ik eindelijk lig, breng ik mijn hand nog naar mijn wekker. Met een oog open controleer ik of het alarm wel goed staat en zet ik het ding aan.
Reageer (2)
Aah poor lou ik heb medelkjde met hem
8 jaar geledenOoh lou. Iemand verliezen is moeilijk! Wel goed dat je gewonnen hebt
8 jaar geledenHou van je kitten