Wat deed Max hier? Waarom was hij niet met de anderen meegegaan? 'Verdorie!' Zei Max. Toen merkte hij mij op. 'Wat doe jij hier?' 'Je haalt me de woorden uit de mond.' Zei ik met een scheve glimlach. 'De andere auto was vol. Ik dacht dat jullie er nog waren en dat ik met jullie mee kon rijden.' Max kwam naast me zitten. 'Waarom ben jij niet bij de anderen?' Ik zuchtte. 'Een rotstreek van Nona.' Hij keek woest. 'Wat heeft die meid toch tegen je?' Ik haalde mijn schouders op. Plotseling merkte hij mijn verwondingen op. Hij schrok. 'Hoe kom je daar aan?' Ik wist zeker dat Max het tegen de anderen zou vertellen als ik de waarheid zou vertellen dus gebruikte ik dezelfde leugen als bij Quil en Sjoerd. 'Ik en Nona waren naar de zee aan het kijken toen de rots war we op stonden afbrak.' Hij keek me argwanend aan. 'Weet je het zeker? Je weet dat je de waarheid kan vertellen.' Hij had me door. 'Oké,' gaf ik toe. 'Nona heeft me geduwd.' Hij sperde zijn ogen wijd open. 'Maar het kon een ongeluk zijn gewest.' Voegde ik eraan toe. Hij keek me sarcastisch aan. 'Oké, misschien ook niet. Maar wees alsjeblieft niet al te boos op haar. Ik wil niet dat ze door mij uit de vriendengroep getrapt wordt.' 'Je beseft toch wel dat ze je had kunnen vermoorden?' Vroeg hij boos. 'Hou het alsjeblieft tussen ons.' Smeekte ik. Hij zuchtte. 'Als je daar echt gelukkig van word.' Kan je lopen?' Ik keek naar mijn been. 'Om eerlijk te zijn niet.' 'Ik denk dat die scherf er wel uit moet.' Zei hij met een ernstig gezicht. Ik slikte. 'Mag ik?' Vroeg hij aarzelend. Ik knikte. Hij stak zijn arm naar me uit. 'Je mag me knijpen.' Ik legde mijn hand op zijn arm maar was niet van plan om hem te knijpen. Ik vond dat hij ongelofelijk aardig deed. Voorzichtig pakte hij het glas beet en trok het er uit. Ik klemde mijn kiezen op elkaar. Ik schrok toen hij zijn handen naar mijn hoofd bracht. Hij maakte de bandana die ik van Aniek gekregen had los. Toen pakte hij een flesje water uit zijn tas en goot hem leeg over mijn been. 'Ik moest hem even schoonmaken.' Ik knikte. 'Zit er alleen een wond of heb je hem vanbinnen ook bezeerd?' 'Ik ben er ook nog op gevallen.' Gaf ik toe. Hij voelde voorzichtig aan mijn been. Mijn buik kriebelde bij die aanraking. 'Ik denk niet dat het gebroken is.' Zei hij. Er viel een last van mijn schouders. 'Gelukkig.' Zei ik uit de grond van mijn hart. Toen wikkelde hij de bandana om mijn been als een soort verband. Hij pakte mijn hand en bekeek de schram daar. 'Ik denk dat ik daar niks aan kan doen, sorry.' Toen wees hij naar mijn gezicht. 'Komt dat ook door Nona?' 'Nou,' gaf ik toe. 'Ik denk dat dat door Sjoerd komt.' 'Wat heeft die eikel nou weer gedaan?' 'Rustig maar, Sjoerd probeerde me te helpen.' Stelde ik hem gerust. Toen schoof hij zijn ene arm onder mijn benen en legde de andere op mijn rug. Hij tilde me op en ging staan. 'Dat hoeft echt niet hoor...' Mompelde ik. 'Het maakt niet uit hoor. Ik kan je wel houden.' Ik voelde me een beetje schuldig toen hij begon te lopen, maar stiekem vond ik het ook wel heel leuk. Toen we over een hobbel kwamen snakte ik nat adem. Zijn vingers waren in mijn pijnlijke zij gekomen. Hij keek bezorgd en legde me weer naast de weg neer. 'Je had moeten zeggen dat er nog iets was.' Hij trok mijn T-shirt omhoog en keek naar mijn zij. Ik werd er een beetje verlegen van. Toen legde hij zijn hand er tegenaan en trok het t-shirt er weer overheen zodat zijn hand voorzichtig tegen mijn zij lag. Hij tilde me voorzichtig op en liep verder. De warmte was fijn tegen mijn pijnlijke middel. 'Dank je.' Zei ik. 'Voor alles.' Hij glimlachte naar me. 'Kleine moeite.' Ik voelde me warm van binnen worden. 'Is er nog iets anders?' Vroeg hij met een scheve glimlach. 'Nee.' Opeens zei hij: ik ben heel blij dat je niks overkomen is, niks ergers dan dit bedoel ik.' Ik bloosde als een gek. Even liepen we in stilte en toen vroeg hij:' die andere blauw plekken komen toch niet door Nona?' Ik schrok me dood. Hij had het over de blauwe plekken van mijn ouders. Ik slikte moeizaam. 'Nee.' 'Hoe kom je er dan aan?' Hij had me door. Toen nam ik een besluit: Max was te vertrouwen. 'Je weet het eigenlijk al.' Hij keek me verbaasd aan. 'Ik kan me niks herinneren.' En toen flapte ik het eruit:' je wist al dat mijn ouders streng waren.' Hij liet me van schrik bijna vallen. 'Wát?! Je bedoelt toch niet dat... Zij...je...?' Ik knikte zachtjes, je kon het bijna niet zien. Zijn ogen werden groot. 'Nee....' Wist hij uit te brengen. 'Ja.' Zei ik met een klein lachje. 'Hoe kan je daar zo luchtig over doen?! Je had het veel eerder moeten zeggen! Hulp vragen!' Ik zei niks. 'En dat heb je altijd geheimgehouden?!' 'Beloof me dat je het niet doorverteld. Je moet het beloven!' Hij schudde zijn hoofd. 'Ik weet niet of ik dat kan. Ik weet niet of ik dat zomaar kan later gebeuren zonder er iets van te zeggen.' Ik keek hem smekend aan. 'Je moet het beloven.' Ik voelde plotseling heel veel emoties. Woede, omdat ik het nooit eerder had verteld. Blijdschap, omdat Max zo aardig deed. En een raar soort emotie die ik niet kon thuisbrengen, omdat hij blijkbaar echt om me gaf, en toen ik die laatste emotie voelde rolde er een traan over mijn wang. Hoezo GÊNANT?! Ik veegde hem snel weg, maar er stroomde al nieuwe uit mijn ooghoeken. Ik zag duidelijk dat Max schrok en niet goed wist wat hij moest doen. 'Sorry.' Mompelde ik. Ik probeerde te glimlachen en dat lukte aardig goed. Hij veegde de laatste tranen van mijn wang. Ik voelde mijn huid tintelen. 'Het spijt me echt, ik liet me even gaan.' Hij glimlachte terug. 'Ik begrijp het.' 'Waar lopen we naartoe?' Vroeg ik in een poging van onderwerp te veranderen. 'Het busstation.' Toen waren we allebei weer stil. Soms keken we elkaar aan, maar dan bloosden we allebei en keken weer weg. 'Gaat het nog?' Vroeg ik. Ik voelde me nog steeds schuldig omdat hij me droeg. 'Ja hoor.' 'Geef toe: ik ben zwaar.' 'Nee.' 'Jawel.' 'Echt niet.' 'Ik ben dik.' 'Waarom zeg je dat?' 'Omdat het waar is.' 'Wie zegt je dat?' 'Mijn moeder, en ik ben het met haar eens.' 'Hoe kan je dat nou zeggen als je elke dag in het gezelschap van Nona verkeerd?' Ik proestte het uit. Max keek me bezorgd aan. 'Je moet echt wat positiever over jezelf gaan denken, Liz.' 'Waarom zou ik als de waarheid zoveel makkelijker is?' Ik begon een beetje pissig te worden. Waarom kon hij het niet gewoon laten en me gelijk geven? De waarheid was veel makkelijker dan van die leugens om aardig te blijven. 'Je bent prachtig.' Zei hij. Ik werd knalrood van de wortels van mijn lichtbruine har tot aan mijn nek. 'Jij ook.' Flapte ik eruit. Ik kon mezelf wel zo hardvoor mijn kop slaan dat ik bewusteloos zou raken. Hij werd ook rood en glimlachte scheef. Ik was nog steeds woest op mezelf om mijn domme opmerking. Ik zag in de verte de bushalte al. We hadden niet zo lang gelopen als ik had verwacht. Of stiekem eigenlijk gehoopt. Ik lag eigenlijk best lekker. Max zijn rustige ademhaling maakte me ook wat rustiger en ik consenteerde me daar op. Plotseling werd zijn rustige ademhaling verstoord doordat hij heel diep inademde. Het was op zo'n manier wat je deed voordat je van de duikplank af sprong, of voordat je een achtbaan in stapte. Hij was gestopt met lopen, merkte ik. En toen drukte hij zijn mond op die van mij. Ik was totaal overdonderd. Hoe kón dit? Hoe kon hij míj nou leuk vinden? Het was even onwerkelijk als een derde Wereldoorlog. Ik had geen tijd om er over na te denken, ik wou er ook niet over nadenken. Ik sloeg mijn armen om zijn nek en liet mijn vingers door zijn prachtige haar gaan. Hij drukte me dichter tegen zich aan en ik sloeg mijn armen steviger om hem heen. Mijn lippen bewogen automatisch met die van hem mee, zelfs toen hij zijn mond opendeed. Net als die van hem ging mijn ademhaling snel.toen de kus klaar was voelde ik verlegen aan mijn lippen. 'Hoe?' Was het eerste wat ik uit kon brengen. Hij grijnsde naar me. 'Wat?' 'Hoe kan dit?' Vroeg ik ongelovig. 'Waarom?' Voegde ik er aan toe. Hij boog zijn hoofd naar die van mij toe en ging met zijn hand door mijn haar. Hij raakte even zachtjes met zijn lippen die van mij en fluisterde: 'waarom niet?' Ik legde mijn hoofd tegen zijn schouder, ik kon er niks aan doen. 'Hoe lang al?' Fluisterde ik tegen zijn t-shirt. 'Maanden.' Fluisterde hij terug. Hij drukte zijn wang tegen mijn haar. 'Jij?' 'Ook zo iets.' Toen begon hij weer te lopen. We waren bijna bij het busstation toen ik mompelde: 'dankjewel dat je me hier heen hebt gebracht.' En toen fluisterde ik: 'ik hou van je.' Hij gaf me nog een kus. 'Ik ook van jou.' Toen we bij het busstation waren zette Max me voorzichtig neer. Ik rustte wat gewicht op mijn been uit en keek hem stralend aan. 'Het gaat al veel beter.' Hij keek ook blij. Het was ongeveer half negen toen de bus aan kwam. We hadden maar een kwartiertje gelopen. Ik werd toen ik de bus zag ineens heel rood. Max zag het en vroeg lachend: 'Wat?' 'Ik heb geen geld bij me.' Hakkelde ik. Hij hielp me de bus in en stak een briefje van twintig uit naar de chauffeur. 'Twee kaartjes naar de stad.' Toen we achterin gingen zitten zei ik:' ik betaal je morgen wel terug.' Hij lachte. 'Nee joh!' De busreis was gezellig. Ik was nog steeds overdonderd door Max's gevoelens voor me. Ik moet lachen toen ik er aan dacht hoe Violet zou reageren. Ik probeerde op weg naar huis een beetje te lopen en dat lukte goed. Max hielp me se schutting van mijn huis op en ik klom onhandig door er raam. 'Zo, zo.' Hoorde ik een kille stem zeggen. Ik verstijfde van schrik.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen