Foto bij 29.2: Wazig

Alsof ze de overwinnaars van een oorlog zijn, zitten de mannen aan tafel. Jean even rustig en berekend als anders, de andere geleerden lijken ook niet onder de indruk van dit prachtige kasteel. Het is pas als ze de keizer voor me opmerken dat ze elkaar hevig elleboogstoten uitdelen en rechter gaan zitten. Zo gemanierd opgevoed, ik zou dat zo graag willen verpesten. Mijn lippen zijn stevig op elkaar geklemd als Harry Jean een zakelijke hand geeft. Het conflict tussen mij en hem is voelbaar.
"Heer, mogen we beginnen?" Harry gaat zitten en gebaart met een frons naar mij dat ik hetzelfde moet doen. Aan zijn rechterhand nog wel. Hij is zo knap als hoofd van de tafel, God. Ik wil die vergaderingen zo wel bijwonen. Vol trots en koelheid geeft hij het woord aan hun - het klinkt zo geweldig mooi uit zijn mond. Ik mag niet naar hem kijken met deze mensen rond me, dat weet ik.
"Het was niet de bedoeling dat uw Comes hier ook aanwezig zou zijn." Jean. Hoe durft hij me slechts een Comes te noemen, hij weet goed genoeg dat ik meer dan dat ben! Dat is puur om me op mijn plichten te wijzen, me in de grond te boren. Mijn nagels vinden het stof van de stoel veel te makkelijk.
"Ik, als macht-gevende, vind dat hij aanwezig moet zijn. Einde discussie." Jean gaat terug zitten, zijn houding zegt niets. Even lijkt hij zelfs te glimlachen. Ik vertrouw hem niet, hij verraadde ons in mijn droom. Hij verraadde mij meerdere keren. Een geleerde in te passende kledij staat op.
"Principem nostrum," Geweldig, we doen het in een vreemde taal, nu kan ik helemaal niet meer volgen.
"Geen Latijn alsjeblieft." Harry is nu al geïrriteerd door de nettigheid van de mannen.
"Unser Kaiser," opnieuw onderbreekt Harry de rare woorden door zijn vinger op te steken.
"Streektaal, dankjewel." De man lijkt even inwendig te paniekeren voordat hij dan toch in gebrekkige volkstaal begint.
"Uwe keizer heer Styles, wij kwamen een Kommunikation doen. Als mede-wiccas hebben wij aanwijzingen ontvangen dat er mogelijke Bedrohungen van terreur zijn." Was dat volkstaal? Ik verstond nog enkel de aanspreking maar. Harry lijkt het deze keer wel goed te keuren, de man kan niet beter een minderwaardige taal spreken, of moet ik dialect zeggen?
"En welke aanleidingen zijn dat dan?" Hij fronst en is duidelijk bezorgd, net zoals ik ongemakkelijk probeer stil te zitten. Laat mijn dromen hier alsjeblieft niet bij passen, dan... Ik weet niet wat ik dan doe, maar braaf blijven zitten is het niet. De verrader in ons midden afmaken, Jean, ja, hem opsluiten. Zoiets.
"Er zijn andere bewegingen tegen uw regime gevormd. Radikalen Bewegungen die heimlich groter worden dan u weet en wenst." De man lijkt het woord door te geven aan de volgende. Dit klinkt nog niet zoals bij mijn dromen, maar ik had ook nooit een begin doorgekregen, nog niet.
"En u hebt hier weet van door?"
"Ze probeerden ons om te kopen, tegen u." Joshua, zijn accent leunt veel dichter tegen het mijne aan. Alsof hij toch van lagere komaf is. Verbaasdheid maakt me geïnteresseerd.
"Wie is ze?" Harry is even ongeduldig als mij, kunnen ze ook niet even duidelijk zijn.
"Niet met de jongen erbij." Jean kijkt me niet aan. Zijn blik is enkel strak gefocust op het hoofd van de tafel. Gespannen houd ik mijn adem in, Harry pikt doet niet, of wel?
"Wie is ze Jean." Er verschijnen uit het niets dikke aderen in zijn hals. Hij windt zich op, maar de man reageert er niet op. Hij heeft al veel erger meegemaakt.
"Als ik het je zeg ga je ze opzoeken. Ik weet niet of dat de beste tactiek is." Oh god, ik voel me duizelig. Niet weer, Harry is bij me, dit mag niet meer gebeuren dan.
"Dat bespreken we dan wel. Een naam Jean!" De andere geleerden zitten er maar stijfjes bij, maar ik draai opnieuw. Rond. Wat is dit? Vechtend tegen het gevoel laat ik niets merken.
"Erwin Rommel."
"Godv-" Een paar tanden bijten hevig in een onderlip terwijl Beer opgestaan is en onrustig ijsbeert. "Je bent zeker?"
"Positief." Ik heb geen idee over wie we het hebben. Zolang het de kale man uit mijn dromen niet is.
"Geef me alle informatie die je hebt. Louis, wil je de kam-" Zijn hoofd draait voor het eerst terug in mijn richting. Ik kan niet toegeven. Hij vindt me sowieso al een zwakkeling, een nietsnut. Waarom geef ik om wat hij over mij denkt? Harry zwijgt, mijn mond gaat open.
"Opnieuw het-" Mijn verschrikte blik lijkt voldoende te zijn voor Harry.
"Hoe groot is de kans dat hij andere mensen waanvisies oplegt?" Jean beweegt lichtjes, maar mijn hoofd draait alle kanten op. Ik leg het op tafel zodat het niet mee beweegt met het gevoel. Mijn handen grijpen stevig de tafel vast om niet op de grond te vallen.
"Het is mogelijk." Zijn woorden blijven hangen als hij naar me kijkt. Ik doe stevig mijn ogen toe en probeer rustig te ademen. Het gaat wel over, dat moet.
"Help hem." De machtige keizer vraagt om hulp, nee, beveelt het. De anderen wiccas doen niets zonder mijn vaders oordeel. Maar ik ben zijn zoon niet meer...
"Zoals u wenst sire." Meteen hoor ik handen in elkaar slaan. Wat? "Dit kan even pijn doen, William." Als ik opkijk grijnst hij, dat gebeurt zelden wat- ik schreeuw het uit van de pijn. Ondraaglijke steken, drukken, te veel. Zo erg, niets gaat meer. Het is enkel de sterke keizer die me op mijn plaats houdt terwijl ik jammer en wring terwijl het bewust nadenken niet meer gaat. Ik wist niet dat er meerdere kleuren zwart waren. Al het zwart voor mijn ogen draait terwijl ik tril. Ik kan niets meer doen. Als de kracht van de spreuk afneemt en enkel Jean zijn geprevel nog hoorbaar is weet ik weer hoe ik moet ademen. Harry's stevige spieren branden tegen de mijne als ik ontspan en mijn ogen terug open doe, hij is klaar. De grijze man weet iets, ik zie het in die blik.
"En?" Harry's stem klinkt even hoopvol als het bonken van mijn hart.
"Wat ik al dacht."
Meer mocht ik niet meer horen. Sedrik heeft me de trap op getrokken - letterlijk. Mijn protest en geroep heeft hem doen vloeken. Hij wou zo graag die arm uit mijn lichaam trekken.
"Maar het gaat over mij!" Voor een laatste keer kijk ik hem aan. In een magie strijd heb ik even geen zin, veel vermoeiender dan trekken en schoppen. Mijn lichaam voelt de stijve pijnlijkheid al terwijl ik even braaf zit en het enkel verbaal probeer.
"Ik heb orders Louis. Net zoals Harry je nog steeds hoort en vraagt om je stilzwijgen. Hij moet zich kunnen concentreren." Ik trek een wenkbrauw op. Ook al is hij nu serieus bezig. Ik had graag geweten waar het over ging. Over mik, de vijand, dingen die ik moet weten.
"Dan had hij me maar daar moeten houden." De man zucht.
"Je bent zo'n vermoeiend mens Jezus. Als je niet zo kwetsbaar was had ik je eens goed door het huis gegooid..." Ik glimlach en beweeg met mijn schouder om de woorden kracht bij te zetten.
"Ik voel mijn arm nu al niet meer. Hij hangt er nog maar half aan. Waren dat ook ordes?"
"Dat is je eigen schuld." Hij grijnst kort en zoekt toenadering tot de deur. "Wees braaf, forceer de deur niet. Ik doe het even op slot."
"Wat-?" En de deur valt toe. "Sedrik?" Snel sta ik veerkrachtig op en trek ik aan de deurknop. Dit meen je niet... Hij heeft me echt opgesloten. Met magie krijg ik het los, maar waar naartoe dan? Dat Harry me niet vertrouwde zegt ook weer genoeg. Volgens mij heb ik hem meer gemist dan hij mij. Veel meer, achterlijke gevoelloze vampiers. Ik zucht en laat me op mijn bed vallen. Voor even is de druk op mijn hoofd weg, geen problemen, geen waanvisies. Gewoon mezelf en mijn gedachten over niks.

En hij zit opgesloten. Wie wilt hem bevrijden? Handjes omhoog

Reageer (2)

  • Thuria

    Ik heb net je verhaal weer helemaal bijgelezen. Super leuk! En er gebeurd echt veel nu, spannendd ^^

    7 jaar geleden
  • Paardenvriend

    Louis, ik heb een sleutel. ^^

    7 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen