Foto bij #045

Inmiddels zijn er een aantal weken van de zomervakantie voorbij. Ik ben weer in het weeshuis, in mijn eigen kamer. Ook al was het weeshuis niet meer de favoriete plek op aarde, ze waren er wel altijd aardig. Ik ben weer met open armen ontvangen en in mijn kamer hadden ze al die tijd niks veranderd. Ze vroegen natuurlijk allemaal hoe het op de kostschool was in het noorden van Engeland, dus heb ik een heel verhaal er om heen verzonnen dat het heel leuk en leerzaam was en ik leuke mensen had ontmoet. Ik ben ondertussen nog steeds druk bezig met studeren. Ik heb hier voor de rest toch niks te doen, ik heb hier nooit vrienden gehad omdat iedereen mij raar vond. Daarnaast ben ik bezig met mijn koffer te vergroten met behulp van spreuken. Natuurlijk moet ik wel oppassen dat niemand het hoort, ziet of dat er iets mis gaat. Als het ministerie hier achter komt ben ik namelijk nog niet jarig. Ik hoor iets tegen mijn raam aan tikken, ik kijk geschrokken op en zie Roekeroekus bij het raam staan. Het kleine uiltje van Ron, die hij een aantal jaar geleden van Sirius heeft gekregen. Het is een schattig klein uiltje met een dikke grijze vacht. Ik sta snel op van mijn bureau waar ik aan het studeren ben. Ik doe het raam open en het uiltje komt naar binnen gevlogen en zet zich neer op de rand van het bed. Hij heeft een envelop aan zijn pootje gebonden en langzaam maak ik hem los. Ik doe het laadje van mijn nachtkastje open waar ik het uilenvoer had verstopt om te geven, en leg het neer zodat hij het op kan pikken. Ik ga weer aan mijn bureau zitten. Ron had zich goed aan zijn afspraak gehouden, hij had al elke week een brief gestuurd. Daarnaast zat er ook wel eens een brief van Ginny bij. Met Harry en Hermelien bel ik regelmatig. Voor de rest spreek ik niemand van Zweinstein. Ik open de brief.

Lieve Rosa,

Gaat alles nog steeds goed? Met mij wel hoor. Ik word alleen een beetje gek van al die kabouters in de tuin, het is mijn taak de tuin elke dag kaboutervrij te maken. Mijn moeder vraagt ook hoe het met je is. Ze vraagt of je nog eerder naar ons wil komen in de vakantie, zodat je hier de laatste paar weken kan blijven. Ze staat er op zegt ze. En van mijn vader wil ook graag dat je komt. Hij is voor zijn werk weer bezig met nieuwe dreuzel dingen onderzoeken en wil er graag met jou over praten. Fred en George open volgende week hun winkel in de Wegisweg. Ik weet dat je graag wilt komen, maar het lijkt ons beter als je er niet alleen heen gaat. Het gaat namelijk met de dag achteruit in de toverwereld, de halve Wegisweg staat namelijk leeg. We gaan wel als je hier bent. Wel komen hoor Roos. En niet zo veel met je mooie gezichtje in de studieboeken zitten, want ik weet dat je dat doet!

Liefs,

Ron

Ik pak pen en papier, wat Ron zijn vader ook al iets heel interessants vond om elke week te zien, en schrijf een brief terug naar Ron.

Reageer (1)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen