Ik kijk met een ruk op. Aderyn van District 1 leunt tegen de kar en kijkt me onderzoekend aan.
Ik glimlach naar haar. ‘Met een beetje geluk ligt de arena vol met stenen.’
‘Persoonlijk hoop ik meer op wat zwaarden, of iets in die richting,’ antwoordt ze. Een kleine glimlach speelt om haar lippen. Het laat haar er eng uitzien in haar gitzwarte jurk met gebroken glas.
‘Zwaarden? Nou ja, ieder zijn hobby. De één gooit met stenen,’ ik kijk naar de grond die bedolven is onder alle glitters en probeer wat van mijn gezicht weg te vegen, ‘de ander met glitters.’
Aderyn lacht en ze ziet er meteen een stuk minder angstaanjagend uit. Ze lijkt me zelfs aardig. Mary gaat me écht nog eens vermoorden als ze erachter komt dat ik nu ook al met een beroepstribuut omga.
‘Er zijn wel heel veel glitters dit jaar, ja.’ Grinnikt ze. ‘Vooraan rijden heeft zo zijn voordelen.’ Er verschijnt een grijns op haar gezicht. ‘Die glitter blijft zeker nog weken zitten.’
‘Weken is nog laag ingeschat,’ verzucht ik lachend. Ik veeg gedachteloos wat glitters weg uit mijn gezicht, maar ik maak het alleen maar erger. ‘Hopelijk zijn er ook glitters in de arena, het valt anders zo op als je je als levende discobal probeert te verstoppen.’ Lach ik.
‘Ik hoop het niet,’ grinnikt ze. Haar blik dwaalt af naar de grond. ‘En alles dat zeeappelgroen is kan maar beter uit mijn buurt blijven, allemachtig.’ Zegt ze bloedserieus. Een grijn speelt om mijn lippen. Aderyn is een goede gesprekspartner, jammer dat ze een beroeps is.
‘Heb jij al vrienden gemaakt?’ vraagt ze plagend.
‘Geen idee,’ grijns ik, ‘het is lastig te bepalen wie aardig zijn als uiteindelijk iedereen je wil vermoorden.’ Ik glimlach luchtig, ‘en jij?’ voeg ik eraan toe. Ze kijkt een beetje verbaasd op. Ik grijns en houd op het randje een opmerking binnen over wie er nou niet oplettend is.
‘Het is de kringloop van het leven,’ zegt Aderyn. ‘Momenteel ben ik al drie keer met de dood bedreigd, heb ik iemand geslagen, en een berg glitters over iedereen heen gegooid. Ik ben niet heel goed in vrienden maken, denk ik.’
Ik kan een lach niet tegenhouden. ‘Dat klinkt alsof je het naar je zin hebt. Jij bent toch van District 1?’ ik vraag het alleen zodat de volgende vraag dit zo uit de lucht komt vallen, maar nadat ik het gezegd heb realiseer ik me pas hoe dom het overkomt. ‘Zijn de andere beroepstributen niet aardig?’ Aderyn kijkt me ongelovig aan, maar ik snap niet wat er zo gek is aan mijn vraag. Je sluit toch geen bontgenootschap met mensen die je niet mag?
‘Heb je Samuel gezien? Hij is een regelrechte creep. En May, Ediline, sorry, is bezig met die sul uit 5. Het zijn lekkere beroeps deze keer. Maar nog altijd beter dan vorig jaar.’
Ik kijk haar fronsend aan. ‘Maar… waarom werk je dan met ze samen?’ vraag ik verbaasd.
Ze kijkt een vragend aan. ‘Dat doen we nou eenmaal.’ Antwoordt ze langzaam en een tikkeltje argwanend. Ik haal mijn wenkbrauwen op. ‘Wij tegen de rest -sorry- tot we ruzie krijgen en elkaar gaan vermoorden. Het is een hele vreugde.’ Legt ze schouderophalend uit.
Ik denk er even over na. Een bontgenootschap met mensen waar je een hekel aan hebt, alleen om te winnen. En als je een beetje pech hebt steekt er eentje een mes in je rug als je slaapt. ‘Dat is dom,’ concludeer ik dan maar.
Aderyn haalt alweer haar schouders op. ‘Tot de ruzie is het een prachtige tactiek.’ Ze kijkt me bedenkelijk aan. Haar ogen glijden naar mijn kleren en haar volgende opmerking komt ook niet overwachts. ‘Wat dráág jij eigenlijk?’
‘Nou… dat vraag ik me eigenlijk ook de hele tijd af,’ grijns ik. ‘Ik denk dat ze iets goeds voor het milieu wilden doen, dus probeerden ze een plant van me te maken. Mag ik jouw stylist de volgende keer lenen?’ Aderyn zeker geluk met haar stylist. Haar jurk is wel mooi.
Ze lacht. ‘Natuurlijk. Als ik maar voor je mag lopen, een glitterdouche is niet aan mij besteed.’
Ik lach ook. ‘Dat vind ik een prima, deal.’
‘Trouwens, ik zag je net even met Christian. Hoe is hij?’ vraagt Aderyn nieuwsgierig.
‘Christian is wel aardig,’ antwoord ik ontwijkend. Aderyn is en blijft wel een beroeps, als ze iets van Chris wil weten vraagt ze het hem maar. Ik wil hem niet gaan benadelen door teveel te zeggen. ‘Maar ik denk niet dat je daar veel mee kan.’
‘Niet echt,’ lacht Aderyn. ‘Broertje van de winnaar van vorig jaar.’ Ze zucht bijna dromerig. Luna zag er anders niet heel gelukkig uit, ondanks dat ze de Spelen heeft gewonnen. Ik vraag me af of iedere winnaar van de Spelen er zo uitkomt. De Spelen breekt mensen en verandert ze in beesten. Alleen de winnaar komt terug, maar is voor altijd veranderd. ’Blijf jezelf,’’ de woorden van mijn moeder galmen door mijn hoofd. Ik hoop dat ik het kan doen, voor haar, maar kan je jezelf wel blijven als je gedwongen wordt te vechten voor je leven?
‘Dat gaat een leuk gesprek worden.’ Haalt Aderyn me uit mijn gedachten. ‘Misschien wel even interessant als Florian.’
‘Florian? Wat heb je gedaan?’ ik probeer beschuldigend te kijken, maar ik kan een lach niet onderdrukken.
‘Nog niets,’ antwoordt Aderyn grijnzend. ‘We hadden een… interessant gesprek. Laten we het erop houden dat hij behoorlijk kwaad werd en ik tot de ontdekking kwam dat hij eigenlijk best groot is.’
Een beeld van Aderyn die Florian uitdagend aankijkt en Florian die woest terugkijkt doemt in mijn hoofd op. ‘Wil ik het eigenlijk wel weten?’ lach ik.
‘Oh, het was een heel beschaafd gesprek hoor. Niet dat het nou heel gezellig was, iemand bedreigen met de dood zet wel een bepaalde sfeer neer, maar verder was het prima.’ Ze grijnst en staart peinzend in de verte. ‘Ik denk dat hij me niet zo ontzettend mag.’
Ik schud lachend mijn hoofd.
‘Maar hij is een sterke partij en zeker een goede bontgenoot voor iedereen onder District 4. Heb jij nog iemand met wie je een bontgenootschap wil?’
Ik schud langzaam mijn hoofd. Kunnen we niet gewoon met z’n alleen één groot bontgenootschap doen? En we leefden nog lang en gelukkig? Ik zucht geluidloos, wetend dat zoiets toch onmogelijk is. ‘Christian misschien, maar ik weet het nog niet echt. Het dringt eigenlijk pas net goed door dat ik mensen moet vermoorden als ik nog terug wil naar huis.’
‘Christian? Waarom hij?’ vraagt Aderyn direct.
Ik haal mijn schouders op. ‘Hij kwam wel aardig over,’ grijns ik.
‘Een bontgenootschap sluiten met iemand die je aardig vindt, is geen goed idee, Daniel. Als je je aan hem of haar gaat hechten, heb je een probleem.’
Ik wend mijn gezicht af en schop wat glitters op van de vloer. Ik weet niet hoe ik het moet opvatten. ‘Ik weet het,’ verzucht ik, ‘maar met wie moet ik anders een bontgenootschap sluiten? Ik wil ze kunnen vertrouwen.’ Ik tover een grijns op mijn gezicht. ‘Je klinkt zo net als mijn mentor.’
Aderyn haalt haar schouders en en kijkt naar wat andere tributen. ‘Moord pleegt zichzelf niet, schat.’ Ze draait zich om, waardoor er weer een laag glitter opstuift van de grond.
Ik glimlach en kijk haar na terwijl ze wegloopt. ‘Tot later, Adey!’ roep ik haar grijnzend na.
Ze lijkt midden in haar stap te bevriezen en blijft staan. Ze draait zich half om, maar zucht dan bedenkelijk. ‘Ach, laat ook maar.’ Hoor ik haar mompelen, waardoor ik nog wat breder grijns.
Ik kijk nog even om me heen en streel het spierwitte paard, voordat ik richting de lift loop. Ik stap naar binnen en druk op nummer zeven. Ik laat mijn hoofd tegen de muur rusten terwijl de deur dichtgaan. De lift schiet omhoog. Dag één in het Capitool, één nacht voordat de trainingen beginnen, en nog maar een paar voordat we in de arena staan.

Reageer (3)

  • Samanthablaze

    GO BOSJESMANNEN!!!!

    7 jaar geleden
  • AmeranthaGaia

    Ik ben echt benieuwd wat er gaat gebeuren als ze in de arena staan.

    7 jaar geleden
  • MrsNeymessi

    Ze is eigenlijk best aardig, tenzij ze wat in haar hoofd heeft..

    7 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen