Cleo Mitchells



      Ik zit zo ver mogelijk achterin de collegezaal en kijk schuin naar beneden neer op Professor Andrews. Zijn lezing over radicalen is interessant en de manier waarop hij verteld is prettig. Toch lijk ik mijn aandacht er niet bij te kunnen houden. Het voorval van vanochtend laat me nog niet helemaal los. Zo goed en kwaad als het gaat schrijf ik mee en probeer de stof samen te vatten voor later, om mezelf er al snel op te betrappen dat ik alleen maar wat onsamenhangende figuurtjes aan het krabbelen ben. Met een diepe zucht besef ik me dat er niets gaat blijven hangen van hetgeen hier uitgelegd wordt en dat ik het dus straks allemaal zelf uit moet pluizen met behulp van mijn weinig toereikende boeken.
      Als ik nou iemand had waarmee ik het kon vinden zou ik misschien terug kunnen vallen op zijn of haar aantekeningen. Wederom wordt het me duidelijk hoe alleen ik ben en de grootste oorzaak daarvan dringt zich plotseling aan me op.
      “Heb jij ook colleges waarvan ik geen zelfmoordneigingen krijg?” Mompelt Azazel al voordat ik goed en wel op de hoogte ben van zijn aanwezigheid. Ik krimp verschrikt in elkaar en trek hiermee de aandacht van de persoon twee rijen onder me. Met een verontschuldigend lachje probeer ik het af te schepen op een nies en de jongen draait zich met een frons weer terug naar de professor. “Als je het zo verschrikkelijk vindt, wat doe je hier dan?” Fluister ik zo zacht mogelijk, zonder mijn ogen los te laten komen van professor Andrews, die ondertussen allerlei formules op het whiteboard kalkt. Zijn handschrift maakt het zowaar nog moeilijker te begrijpen.
      “Ik verveelde me.” Luidt zijn simpele verklaring. “En dan kom je hierheen. Naar mijn saaie college? Je logica is weer eens buitengewoon afwezig.” Mompel ik snibbig. Zijn aanwezigheid maakt mijn rare en tot nu toe moeizame ochtend er niet beter op. Hij gniffelt. “Je demonstreert weer eens feilloos waarom ik toch kom. Jij bent alles behalve saai.” Ik rol met mijn ogen en kies er voor hem te negeren. De drie kwartier erna breng ik luisterend naar Andrews door onder het bijdehante commentaar van Azazel. Hoe langer het duurt hoe vermoeiender het wordt hem te negeren. Het lukt me toch en aan de toenemende scherpte van zijn stem te horen kan hij daar niet zo goed mee omgaan. Langzaam voel ik een spanning ontstaan in mijn buik. Het voelt naar en groeit langzaam tot het mijn spieren doet verkrampen en mijn lichaam overneemt. Mijn bloed bruist er van en tegen de tijd dat college nog maar vijf minuten duurt zit ik in een razend tempo met mijn vingers op de tafel te tikken. Ik moet diep in en uit ademen om de tintelende druk achter mijn ogen te verminderen.
      Azazel wauwelt ondertussen onverstoord door en de leedvermaak die gepaard gaat met zijn woede spoelt in sterke golven door me heen. “… je dat interesseert dan zie ik je bij het open college over de Lewistheorie volgende week dinsdag. Dit was het voor vandaag, ik bedank jullie voor je aandacht.” De laatste klanken zijn nauwelijks over Andrews lippen of ik sta met zo’n ruk op dat ik zijn aandacht op me vestig. De woedende grimas op mijn gezicht kan ik niet onderdrukken en zal door hem ongetwijfeld verkeerd geïnterpreteerd worden. Terwijl een aantal medestudenten zijn vragende blik in mijn richting volgen begin ik mijn afdaling naar beneden vanaf mijn plekje bovenaan. Voordat er vragen gesteld kunnen worden ontvlucht ik de collegezaal onder ieders toeziend oog.
      Eenmaal buiten heb ik minuten nodig om tot mezelf te komen. Het gevoel trekt erg langzaam weg maar doet dat gelukkig wel voordat het zijn hoogtepunt heeft kunnen bereiken. Ik weet niet wat het was en denk ook niet dat ik het wil weten. Waar ik zeker van ben is dat het niets goeds betekend en dat ik het nog nooit eerder heb gevoeld. Zodra de zon mijn huid heeft geraakt is Azazel tot mijn opluchting vertrokken. Dat de zon hem niet aan lijkt te staan is een geweldige ontdekking maar ik kan mezelf niet voor eeuwig uit schaduwrijke plekken houden. Met een laatste diepe inhalering kom ik weer tot mezelf. De vreemde blikken van medestudenten die ondertussen ook uit het gebouw stromen dwingen me naar de grond te kijken en een beetje onhandig maak ik me uit de voeten.

Reageer (4)

  • Catbox

    Nu is het perfecte moment dat die stalker komt, perféct.
    Weer een geweldig hoofdstuk btw (H)

    7 jaar geleden
  • Chantilly

    Die Azazel is echt een vreemd persoontje.. Kan die andere gast niet terug komen? Weet je wel, de stalker ;-)

    7 jaar geleden
  • scarletwitch

    Ik begrijp dus helemaal niks van Azazel :')
    Lijkt me irritant, als iemand de hele tijd door je college praat

    7 jaar geleden
  • Infrared

    ¿Oh lord, Azazel, what the hell were you doing?

    7 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen