Tja, dan zit je op de bank nadat je vanochtend op je werk door je rug bent gegaan...
Dan maar lekker verder schrijven aan dit verhaal, wat ik erg leuk vindt.
Stiekem ben ik ook al bij hoofdstuk 30.
Voldoet het nog aan eventuele verwachtingen? Of is het saai?


Cleo Mitchells



      Mijn mijmeringen hebben me ondertussen bezig gehouden tot ik in de rij sta voor mijn koffie en muffin. Het is nog vrij rustig aangezien de mensen die niet worden gewekt door de stem in hun hoofd nog lekker liggen te slapen. Ik krijg ze net aan gerijkt wanneer de deur zich weer opent en als ik me omdraai om de zaak te verlaten komt de jongen met de groene ogen binnen. Meteen voel ik me weer een tikkeltje ongemakkelijk maar het is onmogelijk hem niet te passeren. Met afgeslagen ogen probeer ik zo onopgemerkt als mogelijk is langs hem heen te komen maar ondanks mijn duidelijk onwillige houding laat hij zich niet weerhouden me aan te spreken.
      “Hé vreemdeling! Is er zeg maar, ergens diep verstopt onder alle ongemakkelijkheid, nog een piepklein kansje dat ik me uit kan leggen?” Hij steekt een hand uit in mijn richting om me aan te houden maar lijkt op het laatste moment toch te twijfelen en raakt me niet echt aan. Terwijl ik naar hem op kijk bijt ik even kort op mijn onderlip, een zenuwtik die me al meerdere bloedlippen op heeft geleverd. Ik schraap mijn keel in aanloop naar een antwoord maar kan geen woorden vormen. Hij ziet het en glimlacht me bemoedigend toe. “Weet je wat! Ik ga thee en ontbijt halen. Als je mijn goed onderbouwde ‘ik ben geen stalker’ hoorcollege bij wil wonen, wacht je buiten op me. Zo niet dan is de boodschap duidelijk en passeren we elkaar vanaf nu enkel nog maar in ongemakkelijke stilte.” Stelt hij met een knipoog voor alvorens zich al om te draaien en zich aan te sluiten in de rij.
      Ik neem zijn rug nog even verbouwereerd in me op alvorens naar buiten te gaan, niet gewillig nog veel langer uit de zon te zijn met alle eventuele gevolgen van dien. Voor de cafetaria ga ik stil staan en overdenk wat ik moet doen. Als ik weg loop stel ik mezelf veilig. Dan hoef ik er niet op te rekenen dat hij me nog eens aanspreekt en schrijf ik hem op het lijstje met mensen die me raar aankijken in het voorbijgaan zonder iets te zeggen. Een meer zou op zich niet uit maken, ik bedoel het zijn er toch al genoeg en ik ben er ondertussen wel aan gewend. Ook stel ik mezelf veiliger op wanneer ik nu in beweging kom. De kans dat, wanneer ik blijf staan en zijn uitleg aanhoor, hij me dan in het vervolg vaker aan zal spreken is niet alleen aanwezig, het lijkt een feit. Ik ken hem niet en toch staat dit als een paal boven water. Hoe lang heeft een oplettend persoon er dan voor nodig om er achter te komen dat mijn geestelijke toestand niet is zoals hij behoort te zijn.
      Maar wanneer ik blijf staan heb ik een gesprekspartner en god wat snak ik daar naar. Al is het maar heel af en toe. Gewoon even een simpele woordenwisseling met iemand die niet alleen bestaat in mijn hoofd. Het is aanlokkelijk. Daarbij lijkt hij me iemand met een vlotte babbel en is hij… nou ja recht op zijn raap af, ongelofelijk aantrekkelijk. Ik ben niet oppervlakkig maar schets de situatie even als een totaalplaatje. Dan kan ik zoiets natuurlijk niet achterwegen laten.
      Hoewel ik neig naar het weglopen, blijft de twijfel aanwezig. Te lang, blijkt wanneer hij al door de deuren naar buiten komt met in zijn ene hand zijn thee en in de andere hand een croissantje. Zodra hij me ziet staan komt er een brede glimlach rond zijn lippen en zijn ogen lijken op te lichten. “Compleet buiten mijn verwachting om staat ze daar!” Roept hij opgewekt en gebaart me hem te volgen terwijl hij al door loopt. Even kijk ik nog verlangend om naar het pad de andere richting op, terug naar de tuinen voor mijn gebouw. Dan slik ik het weg en loop achter hem aan.
      Na hem vijf minuten in stilte te hebben gevolgd neemt hij plaats op een vrij bankje, tot mijn opluchting zoekt hij geen aula of openbare ruimte op waardoor we uit de zon zijn. Ik ga een beetje opgelaten op het randje van de bank zitten, zo’n halve meter bij hem vandaan. Niet zo dichtbij dat we goed bevriend lijken, niet zo ver weg dat hij het beledigend op kan vatten. Dan kijk ik voorzichtig naar hem op.

Reageer (4)

  • Catbox

    Ahh das irritant, hoop dat t snel beter gaat met je rug (flower)
    T verhaal is trouwens geweldig zo en eigenlijk heb ik niet echt verwachtingen...

    7 jaar geleden
  • scarletwitch

    Het is echt heel leuk en misschien kun je later nog grootse dingen doen met dit verhaal (flower)

    7 jaar geleden
  • MrsNeymessi

    Ik vind het verhaal wel leuk. (:

    7 jaar geleden
  • Thuria

    Ik heb eigenlijk geen verwachtingen bij dit verhaal, ik laat het gewoon over me heen komen.
    Maar het is echt zeker niet saai! Ik vind het een heel leuk verhaal om te lezen en steeds weer verrassend (:

    7 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen