Eigenlijk wil ik een proloog of voorwoord maken, maar ik ben slecht in dat soort dingen, dus ik begin gewoon xD

Ik word wakker van een hele berg hectiek en chaos.
‘Daniel! Word wakker! We hebben nog maar twee uur!’ schreeuwt mijn moeder. Ondertussen helpt ze mijn broertje Kian in zijn nette kleren. Hij doet nog niet mee met de boete, maar ook hij moet er onberispelijk uitzien volgens mijn moeder.
‘Twee uur is meer dan genoeg, mam,’ kreun ik slaperig.
‘Jij altijd met je uitslapen, ik weet zeker dat niemand anders zijn hele ochtend verslaapt!’
‘Nou, ik heb nooit een vrije dag, dus die moet ik goed benutten,’ ik open met tegenzin mijn ogen. Ze negeert me. ‘Help jij Livia in haar nette kleding? Dan ga ik Mara helpen!’ Binnen een paar tellen was ze alweer weg. Ik ga rechtop zitten en haal mijn hand door mijn haren. ‘Liv? Moet ik je helpen?’ schreeuw ik door het huis. Het voordeel van een gehorig huis is dan weer dat ik niet eens naar haar kamer toe hoef om het haar te vragen.
‘Graag, het lukt niet!’ klinkt haar zachte stemmetje door het huis. Ze komt amper boven de drukte van onze moeder uit. Ik stap met tegenzin uit bed en slenter naar haar kamer. Daar zit mijn zusje in kleermakershouding op haar bed. Haar okergele jurk zit verkeerd om en is overal gekreukt. ‘Sta eens op, Liv,’ grinnik ik zacht. Ze doet meteen wat ik zeg. Ik help haar om haar jurk recht te krijgen en strijk de kreukels er zo goed mogelijk uit. Dan pak ik een bruine omslagdoek van het bed, ik weet nog dat mam hier weken aan gehaakt heeft, en ik sla hem om haar schouders. ‘Dat ziet er al heel wat beter uit, nietwaar?’ glimlach ik, ‘ga nu maar naar mama toe, zodat zij je haren kan doen.’
Livia rent vrolijk weg en ik loop naar beneden. Ik gris een appel van tafel en eet hem langzaam op. Kian rent naar me toe en kijk me bestuderend aan. ‘Moet jij geen nette kleren aan?’ vraagt hij dan bijdehand.
‘Ja, die ga ik nu aantrekken, wijsneus,’ zeg ik grijnzend. Ik loop naar boven en haal een redelijk nette broek – de enige zonder gaten – en blouse uit de kast. Vlug kleed ik me om, omdat mijn moeder echt een paniekaanval zou krijgen als we niet minstens een kwartier voordat de boete begint al op het plein staan.
Nerveus controleert mijn moeder ieder klein detail van onze kleding.
‘Goed gekeurd?’ vraag ik grijnzend.
‘Oh, ja, het is prima! Laten we maar gaan,’ zegt ze met een hoge stem.
We lopen naar het plein waar de boete zal plaatsvinden. Er staat al een groot podium klaar, met daarop twee glazen bollen vol met briefjes.
Livia pakt mijn hand vast. ‘Day? Ik ben bang,’ fluistert ze.
Ik knijp bemoedigend in haar hand. ‘Jouw naam zit er maar één keertje in Liv, de kans dat jij gekozen wordt is enorm klein.’ Terwijl ik het zeg realiseer ik me ook dat als ze wel getrokken wordt, ze geen enkele kans heeft. Livia is een schriel meisje. Klein en mager, maar vooral enorm onschuldig. Ik kan me niet voorstellen dat ze ooit iemand kwaad zou kunnen doen.
Ze blijft even stil. ‘Hoe vaak zit jouw naam erin?’
‘Ik ben de tel al kwijt,’ glimlach ik scheef. Dat is een leugen, ik weet precies hoeveel briefjes met mijn naam in de bol zitten. Vierentwintig in totaal.
‘Maar wat als jij getrokken word?’ vraagt ze met grote, angstige ogen. Nou, dan ga ik dood. Ik tover een glimlach op mijn gezicht. ‘Dan zal ik naar je zwaaien tijdens de parade,’ zeg ik luchtig. Dat antwoord lijkt haar tevreden te stellen. Ze kijkt naar het grote plein, dat nu nog vrij leeg is. Over een half uur staat het hier propvol kinderen, waarvan er twee waarschijnlijk dood gaan.
Ik frons even, ik blijf mezelf wel verrassen, sinds wanneer ben ik zo cynisch?
‘Day! Day!’ Juniper rent naar me toe en stopt vlak voor me. ‘Ik dacht al dat je er zo vroeg zou zijn!’ Ze glimlacht even naar Livia, die stralend terug lacht. Juniper is sinds ze een paar pestkoppen weg heeft gejaagd een groot voorbeeld voor haar… en dat was een paar jaar geleden. Daar komt bij dat pestkoppen wegjagen helemaal niets bijzonders was, niet voor Juniper, in ieder geval. Hoewel ze onschuldig oogt weet ik maar al te goed wat ze allemaal wel niet kan aanrichten. Juniper is iemand die je absoluut niet tegen je wilt hebben. Als ik iemand zou moeten noemen die de Hongerspelen wel kan winnen, dan is het Juniper.
‘Day,’ begint ze ineens op fluistertoon. Ik weet al dat ze iets van plan is dankzij de toon in haar stem en de pretlichtjes in haar ogen. ‘Denk je dat we die glazen bollen kunnen breken?’
Een grijns verschijnt op mijn gezicht. ‘Hé Liv, ga jij maar naar Aivy toe,’ ik duw haar zachtjes in de richting waar Juniper vandaan kwam. Haar zusje zal daar vast ergens zijn. Livia rent vrolijk weg. ‘Wat ben je van plan, June?’ grijns ik.
Juniper opent haar mond, maar vlak voordat ze begint te vertellen worden er ineens armen over onze schouders geslagen. ‘Hallo jongens, vrolijke Hongerspelen!’ roept Athan overdreven.
Juniper grijnst en glipt onder zijn arm vandaan. Lichamelijk contact is niet echt haar ding.
‘Nou, ik had een ideetje om het helemaal vrolijk te maken,’ grijnst ze duivels.
Athan slaat zijn armen over elkaar. ‘Ik weet nu al dat het geweldig wordt, ik doe mee. De begeleidster dit jaar is hier ook voor het eerst, hè? Eens kijken of ze nog terug durft te komen!’
Ik stoot hem grijnzend aan. ‘Als jij nou even je klep dicht houdt dan kan June ook het plan vertellen. Iets met glazen bollen, toch?’
‘Zeker weten. Die dingen zijn van glas, dus in theorie zouden ze moeten kunnen breken, nietwaar?’ ze duwt ons ieder een stel zware stenen in de handen. Ze zijn ongeveer van het formaat van een tennisbal. ‘Als je nou allemaal tegelijkertijd op dezelfde bol gooien, dan gaat hij vast kapot. Als het Capitool vermaakt wil, dan kunnen ze het krijgen ook!’
‘Ik doe mee, op welke bol mikken we?’ zegt Athan gretig. Die jongen doet alles om het Capitool dwars te zitten, sinds zijn broer in de spelen is gestorven.
‘Op de jongensbol, nadat de vrouwelijke tribuut op het podium staat? We moeten wel goed mikken! Hoe verleidelijk het ook is, we mogen geen mensen raken!’
Athan en Juniper kijken me een beetje teleurgesteld aan. ‘Jij bent te aardig, weet je?’ bromt Athan.
Ik haal mijn schouders op en laat de stenen in mijn zak glijden. ‘Geen mensen, anders geef ik jullie aan bij de vredesbewakers,’ dreig ik lachend.

Reageer (5)

  • Megaeraaa

    Ik frons even, ik blijf mezelf wel verrassen, sinds wanneer ben ik zo cynisch?
    Day cynisch?
    Ik lach me dood xD
    Meent hij dat nu?

    3 jaar geleden
    • Duendes

      Ssshh alsjeblieft lees dit niet, ik moet het echt nodig herschrijven dit is vreselijk xD

      3 jaar geleden
    • Megaeraaa

      Eindelijk. Wanneer begin je er aan?
      Anders lees ik verder! (Geweldig dreigement) xD

      3 jaar geleden
    • Duendes

      Ehh... ooit?

      3 jaar geleden
    • Megaeraaa

      *zucht*

      3 jaar geleden
  • Marveldrake

    Wait! Day heet niet echt Day :O

    3 jaar geleden
  • MrsNeymessi

    STENEN GOOIEN, DAS ECHT MIJN DING HAHA.
    Ik leg het je zo uit in een pbtje

    7 jaar geleden
  • AmeranthaGaia

    Ik neem een abo. En ik geef een kudo. Love it!

    7 jaar geleden
  • Samanthablaze

    Een kudo en een abo voor mijn super mega geweldige bondgenootje Danny!!!

    7 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen