Cleo Mitchells



      Telkens wanneer ik terug denk aan het voorval voel ik mijn wangen weer gaan branden van schaamte. Hoe moet ik me in hemelsnaam ooit nog vertonen in de supermarkt. De dichtstbijzijnde na deze is minstens twintig minuten verder lopen. Ik ben er niet te beroerd voor, maar zie het ook niet bepaald zitten om met en rugzak vol geladen een half uur terug te moeten lopen naar Campus.
      Stel dat het me weer overkomt. Het niet weten of en wanneer het weer kan gebeuren is verschrikkelijk. Hopelijk herken ik het gevoel wanneer het wel mag gebeuren en kan ik me uit de voeten maken voordat het tot uitbarsting komt. Voor vandaag heb ik in ieder geval wel genoeg sensatie gehad en dus blijf ik op mijn kamer. Tegen de tijd dat het half zes is begin ik honger te krijgen en duik de koelkast in voor een weinig gezonde magnetronmaaltijd.
      “Gaan we de deur niet meer uit?” Vraagt Azazel plagerig. Hij weet hoe erg ik er mee zit en voelt mijn angst voor een herhaling. “Je kan niet altijd op je kamer blijven.” Ik zucht geërgerd. “Doe niet zo dramatisch. Het is nog geen vijf uur geleden gebeurd maar je doet alsof ik me al weken afzonder.” “Oeh heb je honger? Je hapt zo lekker.” “Kan je nooit eens gewoon een avond je mond houden?” “Hap, hap, hap.” “Azazel donder op!” Snauw ik venijnig van me af op het moment dat er op de deur wordt geklopt. Ik schrik zo erg dat ik overeind schiet uit mijn gehurkte houding voor de koelkast en mijn hoofd stoot tegen de rand van mijn mini aanrechtblad. “Auw!” Kerm ik terwijl ik met mijn hand over de pijnlijke plek wrijf en weer terugzak naar de grond. Azazel ligt dubbel.
      Een beetje onzeker kijk ik op naar de deur. Werd er echt hier geklopt of was het bij de buren? Het is hier zo gehorig dat ik het niet zeker weet, maar ik kan me niet voorstellen dat iemand iets van mij moet. Misschien hebben ze de verkeerde deur? Er wordt weer geklopt en dan wordt het vrij duidelijk dat degene die klopt niet verkeerd is. “Cleo?” Klinkt een ondertussen bekende stem. Ik ben te verbaasd om in beweging te komen en blijf dus nog even gehurkt zitten alvorens eindelijk bij zinnen te komen. “Wie is dat?” Vraagt Azazel ondertussen, maar ik negeer hem. Snel spring ik op en open de deur.
      Ace heeft zich net omgedraaid en is al weer op de terugweg richting de trap. Hij hoort het geluid van de opengaande deur en draait zich terug. Zodra hij me ziet krijgt hij een brede grijns op zijn gezicht. “Zie! Ik was wel goed!” Roept hij triomfantelijk uit terwijl hij terug komt lopen. In zijn ene hand heeft hij een platte kartonnen doos en in zijn andere hand het hengsel van zijn rugzak. Zodra hij weer bijna bij me is komt de heerlijke geur van gesmolten kaas en tomatensaus me tegemoet. “Bijna niemand kent je naam! Ik heb het moeten doen met een grondige beschrijving en dat tegenover zo’n vijf man. Maar ik heb het gevonden!” Vervolgt hij enthousiast en met een knipoog. “Wie hebben we hier?” Wauwelt Azazel er ondertussen doorheen. Hij begrijpt zelf toch ook wel dat ik hem nu niet ga antwoorden? “Ace, wat doe je hier?” Krijg ik er nogal verbouwereerd uitgeperst.
      Zijn glimlach wordt meer twijfelend en hij haalt een beetje ongemakkelijk zijn schouders op. “Nou ja, jij voelde je duidelijk niet lekker en ik was echt super volwassen door je wensen te volgen en je naar huis te laten gaan. Voor zo ongeveer tien minuten in ieder geval. Toen maakte ik me zorgen en heeft mijn sociaal gehandicapte, overenthousiaste stalker ik het weer overgenomen.” Ratelt hij. Dan zakt zijn glimlach helemaal weg en kijkt hij me serieus aan. “Ben ik te ver gegaan? Ik ben te ver gegaan hè?” Even kijk ik hem nog bewegingloos aan, waardoor hij nog iets ongemakkelijker gaat kijken, en dan breekt er een lach door rond mijn lippen. “Je zoekt het randje op, maar nee, je bent niet te ver gegaan. Wat kan ik voor je betekenen?”
      Zo snel als hij weg was is zijn glimlach er ook weer. “Hij is verachtelijk goed gestemd.” Snuift Azazel afkeurend en met een scherpe ondertoon. Ace heft even kort de doos en de tas om zijn woorden kracht bij te zetten. “Ik dacht je op te vrolijken met comfortvoer en een biertje. Of als je liever wijn hebt, heb ik dat ook meegenomen.” Verklaart hij en pas nu valt me op hoe zwaar de tas er uit ziet. Deze jongen blijft me verbazen. Ik sta even in tweestrijd in de deuropening. Azazel heeft door dat ik niet op hem ga reageren en wacht geduldig af terwijl hij Ace goed in de gaten houdt. Ik werp even een blik over mijn schouder mijn kamer in. Op mijn kapotte klok na lijkt alles in orde. Ik werp nog een blik op zijn hoopvolle groene ogen en open dan de deur verder ten teken dat hij naar binnen kan komen.

Reageer (8)

  • Aemond

    Ik ben geloof ik de enige die Ace niet geweldig vindt hahaha.
    Team Azazel all the way!

    7 jaar geleden
  • Thuria

    Ooeh Ace I like you

    7 jaar geleden
  • Culloden

    Ahw, wat is Ace toch een schatje. (:

    7 jaar geleden
  • Infrared

    JAAAA YES!

    7 jaar geleden
  • 4na

    ACE

    CLACE

    7 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen