Cleo Mitchells



      Terwijl de Titanic op een ijsschots vaart en langzaam verdwijnt in de diepten van de zee, bestoken wij elkaar met de meest lame openingszinnen. Van klassiekers als ‘deed het pijn toen je uit de hemel kwam vallen’ tot zinnen welke ik echt nog nooit heb gehoord als ‘ik werd verblind door jouw schoonheid, dus ik heb je naam nodig voor mijn verzekering’.
      Uiteindelijk doen mijn kaken pijn van het lachen en lijk ik al mijn zorgen voor even te kunnen vergeten. De uitwerking die Ace op me heeft is er een die ik nog nooit heb gevoeld. Ik voel me op mijn gemak bij hem zoals ik me normaal alleen bij mijn familie voelde, wat momenteel ook wel anders ligt. Hij straalt een aanstekelijk positieviteit uit en weet me buitengewoon gemakkelijk aan het lachen te krijgen. Zoals beloofd zet hij me niet onder druk om over mijn problemen te praten, al merk ik wel aan hem dat hij zich zorgen maakt.
      Wanneer Rose en Jack beginnen aan hun traantrekkende afscheid worden we allebei weer wat stiller en staren naar het scherm. Wanneer hun handen elkaar los laten en Jack de eeuwige duisternis verkiest, merk ik dat Ace me even vanuit zijn ooghoeken gade slaat. Ik kijk met een zuinig lachje naar hem op. “Wat?” Vraag ik, al met een donkerbruin vermoeden. “Geen waterlanders? Niet eens een heel klein traantje?” Ik haal mijn schouders wat nonchalant op. “Ik heb wel wat meer nodig om een traantje weg te pinken.” Geef ik naar waarheid toe. Iemand in mijn situatie ligt er denk ik niet zo van wakker, wanneer een acteur in een film de eeuwige jachtvelden verkiest en vervolgens van set loopt voor een kopje koffie. Ace neemt me even onderzoekend in zich op en schudt dan zijn hoofd.
      “Je bent echt een raadsel voor me. De meeste meisjes houden het zo’n vijf minuten voor zijn dood al niet meer droog. Je bent interessant op een moeilijk te beschrijven manier.” Concludeert hij. O god, je weet niet half hoe interessant ik kan zijn, op een verontrustende manier wel te stellen. “Ik, een raadsel? Je kijkt al vanaf het begin zo makkelijk door me heen dat ik er nerveus van wordt.” Zeg ik lachend, in een poging te maskeren wat er werkelijk in mijn hoofd om gaat. Zijn blik verandert niet, zijn groene ogen nemen me intens in zich op. “Niet zo makkelijk als ik zou willen.”
      Wederom word ik me bewust van zijn scherpte en het feit dat hij graag ieder aspect van een persoon aan het licht wil brengen. Hoewel ik me bij hem op mijn gemak voel en het gigantisch naar mijn zin heb is hij een gevaarlijk persoon voor me. Ik wend mijn blik af en kijk naar mijn ineengeslagen handen terwijl ik mijn keel schraap. Er valt een stilte terwijl hij na zo’n halve minuut weer terug kijkt naar het scherm. Verder wordt er niet meer gesproken terwijl de film zijn einde nadert. Ik vraag me af wat er in zijn hoofd omgaat. De sfeer is op zich niet ongemakkelijk, maar ik merk wel dat hij met meer vragen zit dan goed voor me is. Wanneer de aftiteling begint klauter ik van mijn bed en rek mijn spieren na de ruim drie uur lange zit. Ace klapt mijn laptop dicht en komt ook overeind.
“Tot zo ver mijn hoop dat je in huilen uit zou barsten zodat je misschien wat opluchting kan vinden.” Zegt hij met een speelse ondertoon en een scheve grijns rond zijn lippen. Hoewel hij het over doet komen als een grapje betwijfel ik of het dat ook daadwerkelijk is. Ik glimlach weinig overtuigend naar hem. “Laat ik je dan maar meteen uit de droom helpen, ik huil bijna nooit om films. De enige keer dat me zoiets overkwam was de eerste keer dat ik Hachi keek. De tweede keer ook al niet meer.” Zijn wenkbrauwen gaan verbaasd omhoog. “Aha! Ik zie hier een uitdaging! En ik ben een persoon die dat met beide handen aanpakt. Wij gaan op zoek naar een tranentrekker voor jou.”
      Ik lach om zijn enthousiasme. “Ik denk niet dat ik iemand ooit zo enthousiast heb gezien met het vooruitzicht iets te vinden wat een meisje aan het huilen zal krijgen.” Geef ik toe. Hij grijnst zijn tanden bloot. “Je ziet het verkeerd. Wat ik eigenlijk doe is verzekeren dat ik hier terug kan komen om je te zien, al is dat met een belachelijke smoes.” Vertrouwd hij me al knipogend toe. “Wederom, smooth.” Is het enige wat ik er op in weet te brengen terwijl mijn wangen om een voor mij onbegrijpelijke rede warmer aan gaan voelen. Hij pakt ondertussen zijn tas en loopt naar de prullenbak om onze lege blikjes weg te gooien. “Het is zaterdag avond en nog maar half tien, ik ga kijken wat de jongens aan het doen zijn. Heb je zin om mee te gaan?” Stelt hij voor. Zijn toon verraadt eigenlijk al dat hij de kans dat ik mee ga niet erg hoog schat.
      “Misschien een andere keer. Ik heb nu voor mijn doen al een redelijk bewogen dag gehad en weet niet of ik je vrienden onder ogen wil komen zo’n acht uur nadat ze me uit hebben zien vallen tegen een kind.” Mompel ik, dat laatste eigenlijk zonder er bij na te denken. Hij kijkt naar me op met een plotseling vastberaden uitdrukking op zijn gezicht. “Cleo, ik weet dat ik heb gezegd dat ik niet aan zou dringen, maar wat er bij de supermarkt is gebeurd staat in scherp contrast met de beeld wat ik ondertussen van je heb. Ik ken je niet heel goed, maar durf met zekerheid te zeggen dat die uitbarsting jou evengoed als een verassing kwam. Is er echt niets wat je er over kwijt wil om de druk voor jezelf te verminderen?”
      Ik bijt op mijn lip en kijk naar de grond voor mijn voeten, niet in staat zijn blik te beantwoorden. “Nee. Ik wil het er echt liever niet over hebben.” Is het enige wat ik er over uitlaat. Het blijft even stil en dan zie ik zijn voeten in beeld komen ten teken dat hij vlak voor me staat. Uit reflex kijk ik op, recht in zijn bezorgde groene ogen.
      “Zoals je wil. Weet dat ik zal luisteren mocht er wel wat zijn. Niet alleen omdat ik een fanatiek onderzoeker ben, maar ook omdat ik er voor jou wil zijn.” Zegt hij zacht en met een zweem van een bemoedigend glimlachje rond zijn lippen. Ik knik alleen nauwelijks zichtbaar, me plotseling heel bewust van hem. Even is er een tweestrijd te zien in zijn ogen en dan wordt zijn gezicht weer zijn normale vrolijke zelf. “Dan ga ik nu. Ik heb me prima vermaakt en hoop je snel weer te zien.” Hij strekt zijn arm naar me uit en omhelst me kort. Zijn subtiele geur vult even mijn neus en draagt een hint van kaneel en patchoeli met zich mee. Dan stapt hij weer van me weg en even lijkt er een spijtige uitdrukking op zijn gezicht te liggen, te snel weer weg om met zekerheid te zeggen of ik het goed heb gezien. “Fijne avond, Cleo.” En dan is hij weg.

Reageer (6)

  • Thuria

    Ace Ace Ace Ace Ace Ace Ace Ace

    7 jaar geleden
  • Aemond

    Is it time for Azazel? :Y)

    7 jaar geleden
  • scarletwitch

    Ze zijn té cute :3

    7 jaar geleden
  • Culloden

    Damn, ze zijn echt schattig!

    7 jaar geleden
  • MrsNeymessi

    Clace is goals, maar dan moet Azazel wel even oprotten. :/

    7 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen