Cleo Mitchells



      Een uur later zit ik nog aan mijn bureau en doe een poging de storm aan gedachten in mijn hoofd onder controle te krijgen. Ik maal maar door over het gebeuren bij de supermarkt en mijn tweestrijd met betrekking tot Ace lijk ik ook niet te kunnen beëindigen. Is het verstandig om met hem om te blijven gaan of niet? Ik wil het. Ik wil het heel graag. Maar gebaseerd op logica is het gewoonweg niet slim. Gevoelsmatig of logisch? Verlangen of verstand?
      Ik spring op en besluit dat een koude douche misschien wat verheldering kan brengen. Met schoon ondergoed en nachtkleding sluit ik me op in mijn badkamertje en verwelkom de koude stralen gewillig. In plaats van een helder hoofd brengt het echter iets anders met zich mee, namelijk de aanwezigheid van Azazel die ineens krachtig door mijn hoofd spoelt. De manier waarop ik me van hem bewust ben lijkt ineens heel erg intens en ik weet ook meteen waarom. Hij is nog steeds kwaad en doet geen moeite dat te verhullen.
      “Mooi, je hebt die verachtelijke brenger van vreugde de deur gewezen. Kan je me nu dan eindelijk inlichten over wie, wat, waar en hoe?” Barst hij vrijwel direct los. Ik snuif schamper terwijl ik mijn haren in begin te zepen. “Vervelend hè, wanneer dingen niet duidelijk zijn. Weet jij ook eens hoe het is.” Mompel ik, niet wetend waar ik het lef vandaan haal. Zijn stemming alleen al doet het kippenvel me op de armen springen, dat heeft echt niets te maken met de temperatuur van het water. Hij kolkt door mijn hoofd als een zwerm spreeuwen en zijn woede haalt venijnig naar me uit, als een kat in het nauw. Een vreemde sensatie overvalt me kort, te kort om er echt een beschrijving aan te geven. “O, o. Wat zijn we weer bijdehand. Je acht jezelf heel sterk nu hè. Geniet je hier van, Cleo?” Het zijn geen luchtig gesproken woorden zoals normaal het geval is. De spot heeft plaats gemaakt voor iets duisters en angstaanjagends. Ik wil me echter niet uit het veld laten slaan.
      “Best wel eigenlijk. Het komt niet vaak voor dat ik jou eens in het duister kan laten. Mag ik ook eens van een beetje leedvermaak genieten?” Werp ik tegen, tot mijn verbazing met een vastere stem dan verwacht. “NEE!” Zijn stem vult mijn hele hoofd en er gaat een schok door mijn lichaam. “Azazel wat doe je?” “Dus jij daagt mij uit! Is dat het?” “Zo belangrijk is het toch niet? Waar maak jij je druk om?” “Als ik een uitleg wil dan behoor ik die te krijgen!” “O, en ik niet? Want wat ik nu bij jou doe, flik jij mij al zeven maanden om meer beduidende dingen.” “Ik schat voor mezelf wel in wat beduidend is ja of nee.” “En ik ook.” Weer een schok. “Azazel! Wat doe je?” Vraag ik weer, meer in paniek nu. Hij lijkt niet eens door te hebben dat ik mijn façade tegenover hem laat vallen, zo gaat hij op in zijn bijna kinderlijke woede. “Een verklaring! Nu!” “Eerst wil ik weten wat je doet!” Werp ik tegen met een overslaande stem. “Ingcaciso ngoku!” De fel gesproken woorden hebben voor mij absoluut geen betekenis. Het klinkt rauw en barbaars en de achterkant van mijn nek tintelt ervan. De laatste klank rolt net over zijn tong als mijn maag zich omdraait. Zijn woede lijkt tot een kookpunt te komen en schiet witheet door mijn aderen. Met een plotselinge ruk word ik op mijn knieën gedwongen, mijn handen zoeken steun op het gladde keramiek van de douchebak.
      Mijn maag begint te stuiptrekken en mijn keel wordt dichtgeknepen terwijl ik oncontroleerbaar begin te trillen en schokken. Ik weet dat ik ga spugen maar zit eerst nog onbeholpen naar lucht te happen terwijl paniek zich van me meester maakt. Tranen springen in mijn ogen. “Ingcaciso ngoku?” Galmt Azazel zijn stem ondertussen vragend door mijn hoofd, de klank nog even kwaadaardig. Weer een stuiptrekking en dan spuug ik de inhoud van mijn maag er hortend en stotend uit. Wat ik zie doet me verafschuwd naar adem snakken, waardoor ik nogmaals braak.
      Wat ik uitspuug is een intens zwarte instantie, als teer. Het vermengt zich met het stromende water en barst hierin als rook uiteen tot het weg wordt gevoerd in het putje. Mijn ogen vergroten zich uit paniek terwijl Azazel begint te kakelen van het lachen. “Yonwabela le yakho? Ndiya kuba!” Schreeuwt hij terwijl ik probeer de volgende stuiptrekking onder controle te krijgen. Nogmaals ga ik over mijn nek en begin te hoesten. “Stop.” Krijg ik er gekweld uitgeperst tussen twee wanhopige ademteugen door. “Ndiyakubongoza kum!” Grauwt hij me toe. “Stop Azazel! Alsjeblieft.” Hij zwijgt en lijkt me even in zich op te nemen. Zijn omslag van humeur komt plotseling en zonder een voor mij duidelijke aanleiding. Zijn woede zwakt af en daarmee lijk ik ook de controle over mijn lichaam terug te krijgen. Het stuiptrekken stopt en mijn maag kalmeert weer enigszins.
      Diep in en uit ademend laat ik me achterover zakken, met mijn rug tegen de muur. Hysterie klinkt door in mijn ademhaling en tranen stromen onbeheerst over mijn wangen. Ik veeg met mijn handen over mijn gezicht in een poging deze weer schoon te krijgen en voel hoe erg ik tril. Ondertussen houdt hij me goed in de gaten en ergens lijkt hij geïntrigeerd door wat hij aanschouwt. Ik denk dat wanneer ik hem nu om een uitleg vraag, hij die misschien wel zal geven. Mijn stem heeft me echter verlaten terwijl ik rillend in het hoekje van de douchecabine zit en niet meer lijk te weten wat er in hemelsnaam van mijn leven moet worden.



Vertaling van Azazel zijn woorden :

Ingcaciso ngoku - Een uitleg nu.
Yonwabela le yakho? - Geniet je hiervan?
Ndiya kuba! - Ik wel!
Ndiyakubongoza kum - Smeek het me

Ik ben mega slecht in het zelf bedenken van een taal en heb het dus in translate gegooid met een random taal; Xhosa. Als jij het weet, weet ik het ook...

Reageer (10)

  • Catbox

    Arme Cleo, Azazel moet echt eens ophouden zeg!!

    7 jaar geleden
  • 4na

    Dit is zo f*cking eng...

    7 jaar geleden
  • Chantilly

    Shit.. Kei creepy..

    7 jaar geleden
  • Culloden

    Wtf, poor Cleo! D:

    7 jaar geleden
  • Heronwhale

    Dit was ecjt heel goed geschreven!

    7 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen