Foto bij Hoodstuk 3

Weer een nieuw stukje :)
Hij is een beetje kort vergeleken met de vorigen en toekomstigen volgens mij, maar dat zal niet de eerste een laatste keer zijn vermoed ik...

I hope you like it!

Liefs Ways

~Als ik dan wakker word zit ik vast gebonden aan dikke leren riemen en steken er verschillende buisjes uit mijn armen. Verwonderd kijk ik naar mijn armen. Ze zijn gaaf en schoon. Geen brandwonden, sneeën en krassen meer. Zelfs de littekens die ik heb opgelopen tijdens het houthakken in ons District zijn weg. Ik mag dan een enorme afkeer voor het capitool hebben. Ze zijn wel goed. Ze hebben mijn leven verpest door me in de arena te gooien. Ze zorgen er wel voor dat je het niet meer kunt zien. Als je me niet had zien vechten op de televisie zou je niet zien dat ik ben geweest. Al ben ik inmiddels misschien iets te gaaf voor een houthakker. Dan schuift er een nog niet eerder zichtbare deur open, mijn lijf schiet gelijk in de verdediging, maar de leren riemen weerhouden me daarvan. Ik spartel even tegen, maar merk dan dat het tevergeefs is en onderdruk mijn nieuw ontwikkelde instinct. De avox die binnen komt lopen draagt een klein dienblad in zijn hand. Hij zet het op het tafeltje naast mijn bed en maakt dan mijn armen los uit de riemen en zorgt ervoor dat ik rechtop kan zitten. Hij schuift het tafeltje met het dienblad voor mijn neus en de geur van tomatensoep dringt mijn neusgaten binnen. Er liggen ook twee stukjes brood en een glas water. Ik kijk er met opgetrokken wenkbrauwen naar. Niet het feestmaal waar ik opgehoopt had.
‘Nou, nou,’ mompel ik, ‘sinds wanneer zijn ze zo karig in het capitool? Ik heb verdorie de hongerspelen gewonnen. Ik wil dus geen honger meer hebben.’
De avox glimlacht alleen maar en trekt een; wacht maar af blik. Dan vertrekt hij, zijn donkere haren wapper achter hem aan. Zodra hij weg is kan ik me niet meer inhouden en val ik gelijk op mijn minimale maaltijd aan. Ik sop het brood in de soep en laat de zoete smaak van de soep op me inwerken. Ik merk dan pas hoe lang het geleden is dat ik echt heb gegeten. Boomschors is eetbaar en stilt je trek, maar het kan toch niet op tegen capitoolse tomatensoep. Ik zucht tevreden en neem kleine slokjes water. In mijn achterhoofd zit nog steeds het gevoel dat ik zuinig moet zijn met water. Hoeveel dorst ik dan ook heb, ik durf niet anders. Nadat ik de soep en het water op heb heb ik gelijk spijt van mijn gemopper op mijn feestmaaltijd. Ik zit zo vol dat ik het gevoel heb dat ik echt moet uitbuiken, net zoals na de maaltijden voordat ik naar de spelen ging. Ik laat me achterover vallen en trek de dekens iets meer over me heen. Een koude vloeistof word in mijn aderen gespoten, maar het versuft me gelijk, waardoor ik niet eens de energie heb om tegen te spartelen. Ik nestel me echter alleen stevig onder de dekens en val daarna in slaap.~

Reageer (1)

  • Huffpuff

    Mooi stukje. Je schrijft echt goed (H)

    7 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen