Let the Games... begin :Y)

Mijn hart bonkt in razend tempo tegen mijn borst en het voelt alsof ik te weinig adem krijg. Zestig seconden, nog een enkele minuut voordat de grond bezaaid is met bloed. De Hoorn des Overvloeds glanst in het midden van de cirkel, met daaromheen allemaal spullen.
Een wapen. Ik moet een wapen hebben. En eten. Vanaf de hoorn lopen vier paden. Paden langs de lava, de donkere gangen in. Waar is Chris? Mijn ogen vliegen over de tributen, maar ik ben zo afgeleid door alles om me heen, dat ik hem niet zie.
Ik vind deze Arena helemaal niets. Ik wil dit niet. Ik wil gewoon naar huis. Ik bal mijn handen tot vuisten, om het trillen te stoppen. Ik word uit mijn gedachten gehaald door een onbekende stem, die ineens begint te praten.
‘Jullie hebben in de catacomben allemaal verschillende kleuren shirts gekregen die met slechts één andere tribuut matcht, kijk maar naast je.’
Ik kijk naar de andere tributen en nu pas valt het me op dat iedereen inderdaad verschillende kleuren shirts draagt. Naast me staat een meisje met hetzelfde bordeauxrode shirt als ik. Volgens mij heet ze Amelia, District 9. Haar gezicht is lijkbleek en ze kijkt angstig mijn kant op. Ik glimlach bemoedigend naar haar.
‘Jullie zijn vanaf nu aan elkaar gebonden als bondgenoten tot jullie door de dood worden gescheiden. Jullie mogen elkaar niet vermoorden en moeten bij elkaar in de buurt blijven. Verder dan honderd meter kunnen jullie niet komen, en wie zijn teamgenoot vermoordt zal zelf ook een zekere dood sterven. Veel plezier, en mogen de kansen immer in je voordeel zijn.’
Weer schieten mijn ogen over de cirkel. Hoeveel van hen overleven de komende vijf minuten? Dan zie ik Jade. Ze staat in een groen shirt, naast Ada. Onze blikken kruisen elkaar en ik knik bemoedigend naar haar. Ze knikt onzeker terug.
Dan zie ik Chris eindelijk. Hij staat gewoon naast me, in een roze shirt. Zijn gezicht staat strak gespannen en zijn donkerbruine ogen staan serieuzer dan ik hem ooit gezien heb. Ik glimlach en zwaai kort naar hem, bijna alsof er niets aan de hand is. Minder dan zestig seconden, dan is het zover.
Chris knikt subtiel terug, wat ik niet verwacht had. Chris en subtiel gaan meestal niet echt samen. ‘’Bosjesmannen?’’ Ik vorm met mijn lippen de vraag, in de hoop dat Chris het begrijpt. Het lijkt er wel op, want hij knikt zonder te aarzelen nogmaals.
Ik kijk even naar de Hoorn. Als we willen overleven, moeten we spullen hebben. Ik knik vragend richting de Hoorn, en na een kort moment van twijfel knikt Chris weer. Ik steek mijn duim op en richt me dan tot het meisje aan mijn rechterhand. Met een paar vlugge handgebaren maak ik haar duidelijk dat we naar de Hoorn gaan.
De uitdrukking op haar gezicht spreekt boekdelen. Ze wordt zo mogelijk nog bleker en schudt haar hoofd. Ik gebaar dat ze dicht bij me moet blijven, dat ik zal zorgen dat ze het bloedbad overleefd. Ze knikt met duidelijke tegenzin.
Vanuit mijn ooghoeken zie ik Chris klaar gaan staan, en op datzelfde moment realiseer ik me dat ik vergeten ben te tellen. Ik vloek binnensmonds en probeer de afgelopen tijd in te schatten. Te zien aan de andere tributen - die bijna allemaal klaarstaan en op de Hoorn gefocust zijn - duurt het niet lang meer. Ik denk nog zo’n tien seconden.
Tien seconden voordat de ijzingwekkende stilte die er hangt verbroken zal worden door kreten van pijn. Nog tien seconden.
Ik ga klaarstaan en tel in mijn hoofd af. Nog negen seconden. Ik concentreer me op de zilveren Hoorn. Daar moet ik heen.
Nog acht seconden. Ik duw mijn angst diep weg in een donkere spelonk in mijn hoofd. Geen tijd voor angst.
Zeven seconden. Een deken van rust daalt over me neer. Ik weet wat ik ga doen.
Zes seconden. Wie houd ik voor de gek? Ik kan dit niet. Ik ben er niet klaar voor!
Vijf seconden. De twijfel slaat toe. Er kan zoveel misgaan. Eén verkeerde stap en het is gebeurt.
Vier seconden. Mijn hart bonkt wild. Het is zo stil dat ik het idee heb dat Chris en Amelia het kunnen horen.
Drie seconden. Nog heel even. Mijn handen trillen en ik voel me misselijk.
Twee seconden. Vanuit mijn ooghoeken zie ik Chris bewegen. Hij springt van zijn platform. De gong klinkt. Op hetzelfde moment komen ook de andere tributen in beweging. Maar nergens ontploft iets en er vliegen geen tributen de lucht in. Het duurt een paar seconden voor het tot met doordringt dat mijn telling niet klopte. De gong is gegaan, de Spelen zijn begonnen. Ik zet mijn angst opzij, het is nu of nooit.
Ik schiet van mijn platform af en sprint achter Chris aan. Amelia volgt me op de voet en blijft dicht bij me in de buurt.
Chris blijft even staan om iets van de grond te pakken, maar ik ren door. Ik bereik de Hoorn sneller dan ik dacht. Even blijf ik verdwaasd stilstaan. Het is een chaos om me heen. Kreten van pijn en angst, bloed. Ik huiver. Ik ga de Hoorn in en mijn oog valt meteen op een bijl. Dat is het wapen waar ik mee om kan gaan. Ik pak het handvat vast en neem de bijl mee. Hopelijk hoef ik hem niet te gebruiken op… levende doelen.
Ik ga zonder meer tijd te verspillen de Hoorn uit. Amelia volgt me angstig.
‘L-laten we gaan,’ piept ze angstig. Ik kijk even om me heen. Jade moet hier ergens zijn, waar is ze? Ik zie mijn districtsgenote nergens. Met tegenzin knik ik naar Amelia. We kunnen beter gaan nu de aandacht nog niet op ons gevestigd is. Natuurlijk had ik kunnen weten dat het juist dan misgaat. Er vliegt een steentje vlak langs mijn hoofd. Verrast zoek ik naar de bron van het steentje, maar voordat ik hem gevonden heb, vliegt er alweer eentje mijn kant op. Ik ontwijk het steentje en zie deze keer wel waar hij vandaan komt. De jongen met District 6, Urie, staat een stukje verderop met een katapult op mijn gericht. Met een kille blik in zijn ogen legt hij er een nieuw steentje in, dat hij weer mijn kant op schiet. Zonder veel moeite ontwijk ik het steentje. Lichtelijk geïrriteerd blijf ik zijn steentjes ontwijken en probeer ik bij de Hoorn vandaan te lopen. Opdat moment komt Chris ineens aanrennen. Hij heft zijn bezem en ramt hem met volle kracht tegen Urie’s slaap. De jongen zakt op de grond ineen en landt hard met zijn hoofd op de stenen ondergrond. Mijn adem stokt in mijn keel en ik voel het bloed uit mijn gezicht wegtrekken. De jongen blijft stil liggen.

Reageer (4)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen