‘C-Chris,’ stamel ik geschokt. Verstijfd blijf ik stil staan. Hij heeft net… hij deed… Chris hoort me niet. Hij heft zijn bezem opnieuw en met een misselijkmakend geluid maakt het hout contact met Urie's schedel. Ik proef de smaak van gal en weet maar net mijn ontbijt binnen te houden. Het leven vloeit weg uit de jongen. Nog een keer laat Chris zijn bezem hard neerkomen. Urie blijft bewegingloos liggen en ik weet dat hij dood is. ‘Chris, hij… het…’
De jongen knielt bij Urie neer en wrikt de katapult uit zijn levenloze hand. Binnen een paar tellen ik hij alweer weggerend richting de Hoorn. Hij verdwijnt in de Hoorn en komt er amper een minuut later weer uit, met in elke hand een zwaard en een sperenkoker met zijn bezem erin op zijn rug.
Ik kijk nog even naar het lichaam van Urie en loop dan ver bij hem weg, ik word niet goed van het zijn van zijn levenloze lichaam. Van de grond pak ik nog een raar gevormd ding. Het lijkt een beetje bijl, maar het blad is langer en smaller en het steekt aan beide kanten uit. Het eindigt in een punt. Volgens mij is het een houweel, maar ik heb zo'n ding nog nooit in het echt gezien - laat staan gebruikt. Ach, een extra wapen kan vast geen kwaad. Amelia blijft nog altijd angstvallig in mijn buurt. Chris sprint meteen naar me toe.
'We moeten weg, voordat we teveel aandacht trekken.' Als we hier langer blijven, is dat namelijk iets wat we zeker gaan doen. Weer kijk ik of ik Jade ergens zie, maar het meisje lijkt van de aardbodem verdwenen. Hopelijk is ze meteen gevlucht.
Chris beseft dat ook en hij knikt instemmend. Zonder meer tijd te verliezen rennen we bij de Hoorn vandaan. Onder het rennen pak ik wat dingen van de grond en ik zie zie dat Chris ook wat van de grond pakt. Eén grote waterfles - leeg - die ik meteen in Amelia’s handen duw. Ook een grote bruine lap stof. Ik gooi hem over mijn schouder en kijk achterom, ik zie Urie’s lichaam niet, maar ik weet dat zijn lijk daar ligt. 'Die jongen, is hij...?' Dood. Ik krijg het woord niet over mijn lippen, maar ik weet dat Chris begrijpt wat ik bedoel.
‘Ja,’ antwoordt hij kort. Hij rent weg en grist nog wat van de grond. Ik draai me om en kijk niet meer naar de Hoorn. De gedachte aan alle kinderen die daar gestorven zijn doet me huiveren. Ik pak een waterfles en geef die ook aan Amelia. Ik schenk haar een vlugge glimlach, alsof het allemaal goed gaat. Het meisje merkt het amper en kijkt doodsbenauwd om zich heen.
Ik ren een stuk achter Chris aan en struikel dan over iets. Bijna verlies is mijn evenwicht. Op het nippertje weet ik overeind te blijven. Zonder ernaar te kijken gris ik de zak waar ik over gestruikeld ben van de grond. Ik kijk naar Chris en zie nu wat hij van de grond gepakt heeft. Een bezem, nog eentje. Ik kijk hem raar aan. 'Nog één?'
‘Hé, je zag wat ik deed met die eerste!’ roept hij, bijna triomfantelijk. Ja, ik weet heel goed wat hij deed met de eerste. Het beeld van Urie zal niet zomaar van mijn netvlies verdwijnen. ‘Nou, gaan we hier nog weg of wil je heel graag dood?’
‘Dat was ik nog niet van plan, eerlijk gezegd.’ Ik glimlach half en zet de gedachte aan Urie uit mijn hoofd. Chris leeft nog, Amelia leeft nog. Ik hoop met heel mijn hart dat Jade ook nog leeft, maar ik heb haar geen moment meer gezien nadat de gong is gegaan. ‘Laten we gaan.’
‘Goed, waarheen?’ vraagt Chris.
Ik wijs een willekeurige kant uit. ‘Die kant op?’
‘Jouw gevoel voor richting is verschrikkelijk, dus laten we de tegenovergestelde kant maar nemen,’ besluit Chris onmiddellijk.
Ik trek een verongelijkt gezicht. ‘Hé! Zo verschrikkelijk is het ni-’ Begin ik mijn protest, maar voordat ik mijn zin af kan maken, pakt hij mijn pols vast en sleept hij me mee. We gaan de gang die het verste van ons af ligt binnen. Amelia volgt ons vlug.
De gang is recht en ik kan het einde niet zien. Wel zie ik de vele vertakkingen en scheuren in de muren. De lopen de gang door. Ik kijk een donkere zijgang in. Het ziet er erg sinister uit, maar de kans om andere tributen tegen te komen is daar wel kleiner...
'Kunnen we niet beter een zijgang nemen? Daar is de kans om andere tributen tegen te komen vast kleiner!' stel ik voor.
‘Dat jij dat zegt is een extra reden om gewoon rechtdoor te gaan!’ roept Chris vrolijk. Ik sputter wat tegen, maar ik volg hem wel. Net als Amelia, die door het teamconcept verplicht bij ons hoort. Chris lijkt haar nu ook op te merken.
‘En waarom rent dat kind achter ons aan?’ bromt hij. Hij pakt dreigend zijn bezem en heft hem richting Amelia, die direct achteruit deinst.
Snel duw ik de punt van de bezem omlaag, zodat het minder bedreigend is. 'Dat is mijn teamgenoot, Chris. Rustig aan,' grijns ik. Ik richt me tot het meisje, dat Chris angstig aankijkt. 'Ben je nog heel? Amelia, was het toch?' vraag ik haar. Ze antwoordt niet, dus het zal wel goed zitten. Ik kijk om me heen, maar realiseer me dan dat Chris’ teamgenoot hier niet is. Dat betekent dus dat ze… net als ik hem ernaar wil vragen, realiseert hij het zelf ook.
‘Teamgenoot? Wacht…’ Hij kijkt me met grote ogen aan. ‘Heb ik er dan ook één?’ Ik kijk Chris vol ongeloof aan. Meent hij dit nou echt? Is hij… heeft hij haar gewoon achtergelaten?!
‘Dat kind uit 10…’ mompelt hij. ’Denk ik.’
Hoe kon hij? Ik kijk hem aan, maar zeg niets.
'N-niet meer. Ze ging neer tijdens het bloedbad, dacht ik,’ beantwoordt Amelia Chris’ vraag over zijn teamgenoot. Haar stem klinkt onzeker en ze kijkt hem niet aan.
‘Oh…’ zegt Chris alleen. Hij stopt zijn bezem weg en zet een stalen gezicht op. ‘We moeten door.’ Zijn stem klinkt bijna emotieloos. Hij draait zich om om verder te lopen, maar ik kan het er niet zomaar bij laten zitten. Misschien leeft ze nog en wacht ze op hulp.
'Chris! Dat kunnen we niet maken! Als ze nog leeft dan moeten we haar helpen!' roep ik verontwaardigd.
Het is niet Chris die antwoord geeft, maar Amelia. Haar stem klinkt heel zacht. 'De kans is groot dat ze al dood is, Daniel. Anders konden ze niet zover uit elkaar zijn.'
Verslagen laat ik mijn schouders hangen. Ik weet dat Amelia gelijk heeft, maar toch. Het is onze schuld dat ze nu dood is. Ze was Chris’ teamgenoot. Wij hadden haar moeten beschermen. 'Wat...? Maar... er is toch nog een kans dat...?' Ik geloof mijn eigen woorden niet eens.
Chris draait zich niet om. ‘Dit zijn de Hongerspelen, Daniel. Het speelkwartier is voorbij.’ Met die woorden rent hij weg, naar het einde van de gang.
Ik kijk achterom, in de richting van de Hoorn. We hadden haar moeten helpen, maar nu is ze waarschijnlijk dood. Een gevoel van machteloosheid overvalt me. Ik weet dat dit de Spelen zijn, natuurlijk weet ik dat. Ik weet dat er kinderen zullen sterven, maar... Ik zucht zacht. Het spijt me dat ik haar niet heb kunnen helpen. 'We moeten gaan, voordat we Chris niet meer terug vinden,’ zeg ik. Amelia knikt.
Het einde van de gang komt al snel in zicht. Het is fijn om eindelijk weer licht te zien. Chris staat aan het einde te wachten. Hij staart naar een enorme muur van gras, dat ver boven zijn hoofd uitsteekt.
'Je bent een idioot, Christian,’ zeg ik enkel. Ik kom naast hem staan en kijk op naar de meters gras. Ik wil niet weten wat voor gevaren zich daarin schuilhouden. 'En nu? Daarin?'

Reageer (3)

  • AmeranthaGaia

    Ik denk dat ze andere overlevers tegenkomen in die gang.

    7 jaar geleden
  • MrsNeymessi

    Waarschijnlijk raken ze elkaar daar kwijt ofzo D:

    Maar als Chris' teamgenoot dood is, gaat hij toch ook dood? Of niet...?

    7 jaar geleden
  • Samanthablaze

    Ja natuurlijk! Er is miscanthus sinensis, dus waarom geen bomen?

    7 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen