Ik schiet wakker bij het horen van een nieuw geluid. Ik kijk om me heen. ‘Wat…’ voordat ik mijn vraag af kan maken herken ik de klanken als de melodie van het volkslied. Ik sta op. Amelia slaapt door het geluid heen. Ze was vast doodop. Ik loop de hut uit en zie daar Chris ondersteboven aan een tak hangen. Er verschijnt een grijns op mijn gezicht - hij is en blijft een idioot. Zonder iets te zeggen kom ik naast hem zitten. Hij komt ook overeind en we kijken naar de lucht, waar het Capitoolembleem oplicht.
Het welbekende Capitoolembleem maakt al snel plaats voor iets anders. Er verschijnt een foto van een jongen met zwart haar. De tribuut uit 1. Het is ongewoon dat er al zo vroeg in de Spelen Beroeps doodgaan.
'Een Beroeps? Nu al?' zeg ik dan ook verbaasd.
‘Elke dode Beroeps is er weer eentje minder die ons dood wil hebben,’ zegt Chris schouderophalend.
'Dat is waar...' mompel ik. Ik weet dat het niet helemaal overtuigend klinkt. Hoewel Chris gelijk heeft, vind ik het naar dat er iemand dood is. Gestorven in dit verschrikkelijke spel.
De jongen verdwijnt en in zijn plaats van zijn gezicht verschijnt er een meisje aan de hemel. Mary, District 3.
‘Aderyn, Naeve en Samuel leven... net als die gast die viel - Parveen, was het toch?’
Ik knik instemmend.
'Het is een wereldwonder,’ mompelt hij.
‘Volgens mij wel. Die heeft vast geoefend op lopen...' Dat hoop ik in elk geval voor hem. Struikelend aan je einde komen, is toch wel heel triest.
'Ik zag hem vallen tijdens het bloedbad…’ mompelt Chris. ‘Nee dus.’
Voordat ik kan reageren, verschijnt er een ander gezicht. Alweer een Beroeps. De mannelijke tribuut.
‘En dat is nog een beroeps minder. Nog maar vier te gaan,’ zegt Chris bot. Hij heeft vast gelijk, er kan maar één “winnaar” zijn. Niet iedereen kan blijven leven. En elk gezicht aan de hemel, iedere dode, brengt ons dichterbij huis. Toch voel ik geen opluchting of blijheid bij het zijn van de gezichten. Ik kan enkel denken aan het leven dat ze hadden, voordat het Capitool alles afpakte, aan de gebroken families, die nu huilen om hun verloren kind.
Hendrik heeft ondertussen plaats gemaakt voor Bethany, District 5.
‘May en Alex leven allebei ook nog. Die zullen wel samen zijn,’ merkt Chris op.
'Dat moet haast wel.’ Ik denk niet dat hij nog in leven was geweest als hij alleen was. 'Zou Flynn ze al gevonden hebben?'
‘Misschien. Dan is hij nu dood. Je hebt May toch gezien? Wat ze met Alex deed…’
‘Dat is waar…’ stem ik in. Het was May die Alex in elkaar heeft geslagen tijdens de trainingen. Alex was flink toegetakeld. 'Dat kind is gevaarlijk.'
Chris knikt. Het beeld verandert en nu staat het gezicht Urie aan de lucht. Urie… Het beeld van de jongen verschijnt voor mijn netvlies. Het moment dat hij in elkaar zakt, na de klap van Chris. Ik kijk opzij, naar Chris. Hoewel dit voor hem ook erg moet zijn, laat hij niets merken. Ik weet wel beter. Ik schenk hem een bemoedigende glimlach. 'Toch bedankt voor het redden, Chris.'
‘Daar zijn we v-’ voordat hij het woord afmaakt, verbetert hij zichzelf snel. ‘Bosjesmannen voor, toch?’
Ik kan een glimlach niet onderdrukken. 'Altijd.'
Het beeld verspringt naar Caithlynn. De vrouwelijke tribuut uit 6. Dit is het moment van de waarheid. Als Jade nog leeft, blijft District 7 weg. Gespannen kijk ik naar de lucht, mijn handen trillen licht. Laat haar nog leven, alsjeblieft.
Caithlynn verdwijnt en ik kijk recht in de bruin ogen van Jade. Jade is dood. De glimlach op haar foto is nep. Ze zal niet meer glimlachen. Ze gaat naar huis, maar niet meer in leven. Haar familie huilt, omdat ze hun dochter verloren hebben. Mijn districtgenote is er niet meer. Voordat de gong ging heb ik nog naar haar geglimlacht alsof alles goed zou komen, maar ik heb haar niet beschermd. Haar angst was gegrond, en nu is ze er niet meer. 'Nee...' Verslagen komt het woord over mijn lippen. Ik had haar moeten helpen, moeten beschermen. Ze vertrouwde me, maar ik heb haar niet geholpen. Ik ben gegaan bij de Hoorn, zonder haar eerst te zoeken. Als ik haar gezocht had - op haar gewacht had - dan had ze nu misschien nog wel geleefd.
‘Het spijt me voor je, Day…’ zegt Chris zacht. ‘Maar je kunt niet iedereen beschermen… Niet in de Spelen…’
In een gebaar van machteloosheid haal ik ruw mijn hand door mijn haren. 'Niet iedereen,’ grom ik gefrustreerd. ‘Maar... ik had haar moeten beschermen. Ik...' Ik slik de tranen weg die achter mijn ogen branden.
‘Het is oké,’ probeert Chris. Mensen troosten en geruststellen is duidelijk niet zo zijn ding. Hij lijkt het nogal ongemakkelijk te vinden. ‘Luna heeft me verteld hoe het is, waar ze zijn. Ze heeft nu vleugels gekregen.’
Ik kijk op naar de lucht. Jade’s foto is weg, net zoals zijzelf weg is. Ik knijp mijn ogen dicht. 'Het spijt me, Jade,’ fluister ik. Mijn woorden gaan verloren in het donker. Ik kan nu niet rouwen om Jade. Amelia heeft me nodig, Chris heeft me nodig. Ik kijk op en vang de bezorgde blik van mijn bondgenoot. Ik forceer een glimlach, maar overtuigend is het niet. Ik haal diep adem. Ik moet nu door.

Reageer (4)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen