‘Dus Flynn, Olive, Florian en natuurlijk Amelia leven nog,’ mompelt Chris. Hij klopt me even troostend op mijn rug. Ik reageer er niet op.
'Dan heeft Flynn Alex dus nog niet gevonden,’ antwoord ik.
Chris knikt en richt zijn blik gespannen op de lucht. We weten beiden wie er nu komt. Jamaia, het meisje van 10. Chris’ teamgenoot.
Op dat moment verandert het beeld, en verschijnt haar foto. Chris kijkt er gepijnigd naar. Het emotieloze masker dat hij bij Urie nog vol kon houden, breekt langzaam.
Ik knijp zacht in zijn arm. 'Zou ze...' Mijn stem hapert, tot mijn eigen ergernis. Op forceer een luchtige toon, voordat ik verder praat. 'Zou ze samen Jade vliegen?'
Chris glimlacht, maar het is geen echte lach. ‘Dat weet ik wel zeker.’
Weer verandert de foto aan de lucht. Frisk, District 12. Een klein kind, een jongetje.
‘Ada leeft... En ik ben alleen maar dood vanbinnen,’ merkt Chris op. ‘Valt best mee.’
'Niets verandert dus.’ Ik probeer te grijnzen, maar verder dan een halve grijns kom ik niet. Ik kan niet grijnzen nadat er zoveel kinderen gestorven zijn.
Chris grijnst terug. ‘Nee. Is dat nodig dan? Want dan heb je pech.’ Hij laat zijn arm zien. ‘’Vergeet niet wie je bent’’ staat er met sierlijke letters geschreven.
Nu grijns ik wel helemaal. 'Is dat een advies, of een bevel?'
‘Het is van Luna... een bevel dus.’
'Dat dacht ik al,’ lach ik. ‘Dan moet je inderdaad maar gewoon jezelf blijven!'
Chris grijnst en richt zijn blik weer op de lucht, die ondertussen weer donker is. Het is bijna alsof er niets gebeurd is. ‘Hebben we Dahlia gemist of was Frisk de laatste?’ vraagt hij.
'Volgens mij was Frisk de laatste.’ En anders heb ik iemand gemist.
‘Zou kunnen. En nu? Slapen maar weer?’
Ik reageer niet op Chris. 'Tien doden...' mompel ik.
‘Dat is vrij normaal voor de eerste dag,’ zegt Chris nonchalant. ‘Ga nou maar weer slapen, dan maak ik mijn wacht af.’
'Ik zou de dood van tien kinderen niet direct vrij normaal noemen...' mompel ik zacht. Een zucht verlaat mijn lippen. 'Ik denk niet dat ik nog kan slapen.'
‘Probeer het in ieder geval. Je hebt je rust nodig,’ zegt Chris beslist.
Hij is er duidelijk van overtuigd, dus protesteren heeft geen zin. Weer zucht ik. 'Oké dan.' Ik sta op en loop de hut binnen. Amelia is nog altijd in diepe slaap. Zij is gelukkig wel in orde. Ik laat me op de grond zakken en leun met mijn hoofd tegen de wand.
Ik ban alle gedachtes uit mijn hoofd en wacht tot de slaap eindelijk komt.

De tijd verstrijkt, maar de slaap blijft uit. Ineens komt Chris de hut binnenstormen. Zijn ogen zijn wijd opengesperd en op zijn gezicht staat een uitdrukking van pure paniek. ‘Word wakker!’
Binnen een paar tellen sta ik overeind. 'Wat is er?' vraag ik geschrokken.
Amelia kreunt en opent slaperig haar ogen. 'Is er iets mis?' gaapt ze.
Chris kijkt paniekerig over zijn schouder. Zijn spieren staan strak gespannen. ‘We moeten weg. NU.’
Ik grijp hem bij zijn schouder vast en dwing hem om me aan te kijken. 'Chris, wat is er aan de hand?' vraag ik kalm. Doodsangst is op het gezicht van de jongen te lezen. Er is iets goed mis.
Amelia staat vlug op en pakt haar spullen bij elkaar.
De blik in Chris’ ogen is leeg. ‘Ze... Ze komen me halen!’ Paniek sluipt zijn stem binnen.
Angst slaat me om het hart. Wat het ook is dat Chris zo van streek heeft gemaakt, het komt deze kant op. Chris slaat bijna door in zijn angst. Met moeite duw ik mijn opkomende angst weg. 'Wie komen je halen, Christian?’ Mijn stem klinkt opvallend kalm. Veel kalmer dan ik me nu voel. ‘Wat is er aan de hand?'
Hij schudt angstig zijn hoofd en werpt nog een blik over zijn schouder. ‘NU!’
'Chris, waarheen...?' Ik pak mijn vraag halverwege af, als ik de blik in zijn ogen zie. Al het bloed is uit zijn gezicht weggetrokken en zijn donkere ogen zijn vervult van angst. 'Oké, we gaan,’ besluit ik. ‘Amelia, kom. Blijf dichtbij me. Chris, jij ook, en... zorg dat jij wapens bij de hand hebt.' Ik weet niet wat we kunnen verwachten, maar we moeten op het ergste voorbereidt zijn.
‘D-Day,’ zegt Amelia ineens. Ik draai me om richting het meisje. Ze is wit weggetrokken. ‘Ik... ik hoor ze ook.' Een kreet van angst verlaat haar lippen. 'Nee! Laat ze stil zijn!'
Ik grijp mijn bijl vast en kijk om me heen. Ik spits mijn oren, maar ik hoor niets. Ik gris twee stenen uit de zak en stop ze in mijn zak. Je weet het maar nooit.
Chris pakt zijn zwaard vast. ‘Help me, Luna,’ fluistert hij.
We klimmen vlug de hut uit. Snel en behoedzaam gaan we door het gat dat ik in de bosjes gemaakt heb. Ik blijf steeds om me heen kijken, maar nog steeds zie ik geen echte gevaren. Met grote stappen steken we het bloemenveld over. Het gras komt dichterbij, maar ineens zakt Amelia door haar knieën. Hevig trillend blijft ze op de grond zitten. Ze krult zich op tot een bolletje en de tranen stromen over haar wangen. 'I-ik wil niet!' gilt ze tegen de stemmen die ik niet hoor. Ik kniel naast haar neer en pak haar stevig bij haar schouders vast.
‘Amelia, kijk me aan. Er is hier niets. Het is een illusie, kijk me aan.’
Een gil verlaat haar lippen en ze slaat in paniek om zich heen. Ik kan onmogelijk tot haar doordringen.
‘Chris, ik…’ ik kijk op, om mijn vriend om hulp te vragen, maar hij is weg. ‘Nee, hè!’ roep ik gefrustreerd. Chris is in blinde paniek doorgerend. Ik leg mijn hand op Amelia’s hoofd. ‘Wacht heel even, ik ben zo terug. Er is niets aan de hand, niemand doet je kwaad.’
Het meisje huilt met uithalen vol angst. Ik sta snel op en schiet het hoge gras in. ‘Chris! Christian! Waar ben je?’ schreeuw ik. Het is doodstil om me heen, ik krijg geen antwoord. ‘Chris!’ roep ik weer. Mijn stem wordt verstikt door angst. Straks is er wat met hem gebeurd! Om me heen lijkt het donkerder te worden. Het gras houdt al het licht tegen. Ik begin te rennen. De doodse stilte om me heen wordt enkel doorbroken door het gekraak van mijn voetstappen en de grasstengels die ik opzij duw. ‘Christian! Kom hier!’ roep ik.
Ik blijf even stilstaan en luister naar de omgeving. Het enige geluid dat ik hoor is het bonzen van mijn eigen hart, mijn gejaagde ademhaling en… geritsel een stukje verderop. Ik hef mijn bijl en hak wat grashalmen weg, waardoor er een soort open plek in het gras ontstaat. ‘Chris!’ Ik krijg nog steeds geen reactie. Een deken van angst daalt neer op mijn schouders. 'Chris? B-ben jij dat?' Ik hef mijn bijl. Het geritsel klinkt dichterbij, maar nog steeds wordt er niets gezegd. Dan stapt Chris de open plek op.
Een zucht van opluchting verlaat mijn lippen en ik laat mijn bijl zakken. ‘Gelukkig ben jij het. Ik dacht even dat…’ Mijn blik kruist die van Chris.
Zijn ogen staan kil en moordzuchtig. Een arrogante lach speelt om zijn lippen. Hij draait zijn zwaard nonchalant in het rond. ‘Wat dacht je, Day? Dat er gevaar was? Laat me je dit dan vertellen.’ Hij grijpt zijn zwaard ineens stevig vast en heft hem naar me op. ‘Ik kan ook gevaarlijk zijn.’

Reageer (2)

  • AmeranthaGaia

    Jajks....

    7 jaar geleden
  • MrsNeymessi

    Ik gris twee stenen uit de zak en stop ze in mijn zak. Je weet het maar nooit.

    HAHAHA DAY

    Maar Chris, jij gemenerik :c

    7 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen