Nadat er een paar uren tergend langzaam voorbij zijn gekropen, maak ik Christian wakker. Hoewel ik nog steeds niet wil gaan slapen, vallen mijn ogen bijna dicht. Ik ben bang voor wat mijn dromen me brengen. Met tegenzin ga ik liggen en direct word ik overmant door slaap.
Ik word pas wakker als iemand me zacht door elkaar schudt. ‘Het is ochtend,’ klinkt een bekende stem. Chris. Ik open mijn ogen. 'Nu al?' Ik glimlach slaperig. Ik kan me geen dromen meer herinneren, gelukkig. 'Wat doen we nu?'
‘Teruggaan?’ suggereert Chris ‘We hebben die hut niet voor niets gebouwd.’
Ik grijns en ga overeind zitten. 'Ze jagen ons niet zomaar weg.'
‘Precies.’ Chris grijnst. ‘Maak jij Amelia wakker? Ik wil niet dat ze zich letterlijk dood schrikt.’
Daar heeft hij wel een punt. Amelia zou waarschijnlijk flink schrikken. Ik sta op en loop naar het slapende meisje toe. 'Amelia, wakker worden.’ Ik kniel naast haar neer. ‘Het is tijd om op te staan.'
Ze opent meteen haar ogen en kijkt verschikt om zich heen.
Chris grijnst. ‘Goedemorgen.’
Amelia zucht trillerig en staat op. Ik kom ook overeind. 'Wat nu?' vraagt ze zacht.
‘We gaan terug, natuurlijk!’ antwoordt Chris meteen.
'Terug? Dáárheen?' Ze kijkt me angstig aan.
Ik glimlach. 'Ja, wees niet bang. Ze zijn nu weg.’ Hoop ik.
‘En anders rijg ik ze aan mijn zwaard!’ roept Chris. ‘Geesten... Pfff... niet origineel, Capitool, niet origineel!’
Wacht, wat? Waar heeft hij het nou over? 'Geesten? Maar... ik heb geen geesten gezien,’ mompel ik verbaasd. Ik denk even na en zie de gemene grijns op Chris’ gezicht weer voor me. En de haat in Luna’s mooie ogen. 'Volgens mij niet, in elk geval,’ voeg ik eraan toe.
Amelia huivert bij enkel de gedachte al.
'Wat?’ Chris knippert minstens even verbaasd met zijn ogen. 'Wat zag jij dan?’
Mijn wangen beginnen te gloeien. 'Ik eh... ik zag jou en jij... je gedroeg je erger dan de Beroeps. En...' Ik stop, voordat ik echt begin te vertellen. En ik zag Luna, maar de woorden komen niet over mijn lippen.
‘Wat?! En wat zag je nog meer?’
'N-niets belangrijks,’ zeg ik snel. Het is niet iets wat ik graag wil vertellen. En helemaal niet aan Chris. Als ik hem vertel dat ik Luna zag en wat ze zei, dan kom ik helemaal nooit meer van zijn gepest af.
Chris trekt zijn wenkbrauwen op. 'Het klinkt wel belangrijk…’
Ik ga er niet op in. ‘Wat zag jij dan?' vraag ik.
'Jamaia... Urie... Jade… Caithlynn... een paar dode tributen dus.’
Ik heb in elk geval geen van hen gezien. 'Maar... dan zagen we iets anders, want ik heb ze niet gezien, of gehoord.' Wat was het dan? Ik snap er niets meer van.
Chris schudt verward zijn hoofd en richt zich tot Amelia. ‘En jij? Wat zag jij?’
Amelia snift even.'I-ik weet het niet precies. Er was zoveel... stemmen, donker, haat. Ik was alleen en... en ze praatten tegen me, en...' Haar ademhaling versnelt zo, dat het meisje bijna begint te hyperventileren.
'Rustig, Amelia,’ sus ik haar direct. ‘Het is goed, laat maar.' Ik kijk Chris aan. 'Klinkt als chaos,’ concludeer ik.
Chris knikt. ‘Amelia, je was niet alleen. Je bent niet alleen. Wij zijn er.’
Ik had nooit gedacht dat Chris troostende woorden tegen Amelia zou zeggen. 'En we laten je niet alleen.' Ik glimlach. 'Niet nog eens...' voeg ik er onhoorbaar aan toe. Bijna hadden we haar achtergelaten op het veld, ik heb geen moment aan haar gedacht, totdat ik tegen de barrière botste. Als dat er niet geweest was, waren we haar vergeten. Het knagende gevoel van schuld maakt dat ik me misselijk voel.
'Kun je op je benen staan?’
Amelia laat de muur los en zet met moeite een stap. Haar benen trillen en ze staat duidelijk erg onvast op de grond. 'Het gaat, ik ben alleen beetje duizelig.’
Het ziet er niet bepaald uit alsof het wel gaat. Ik leg voorzichtig een arm om haar middel. 'Leun maar op mij, dan gaan we terug.'
‘Day, ben jij eigenlijk gewond geraakt?’ vraagt Chris. Ik heb nog niet eens echt naar mijn verwondingen gekeken, maar echt last heb ik er niet van, dus het zal wel meevallen.
‘Alleen wat kleine sneeën en blauwe plekken, niets om je zorgen over te maken,’ stel ik hem gerust. ‘En jij?'
‘Blauwe plekken en schrammen, niets ernstigs,’ zegt Chris schouderophalend.
Ik knik opgelucht. 'Als we op de terugweg nou granen plukken, dan hebben we ook ontbijt.’
Dat ontlokt een grijns van Chris. ‘Ontbijtgranen met fruit, lekker. Amelia, dat is jouw afdeling.’
Het meisje leunt zwaar op mijn arm, maar ze glimlacht klein. 'Komt goed,’ zegt ze met zachte stem. ’Laten we gaan.' Gelukkig zijn we niet ver de tunnels in gegaan, want zonder moeite vinden we weg naar het gras nu weer terug. Zodra we de tunnel uit komen laat Amelia me los. Een beetje wankel stapt ze naar voren, waarna ze kort en verlegen glimlacht. 'Het lukt wel weer, dank je.’
Als eerste stap ik het hoge gras weer in. Amelia volgt me op de voet en Chris sluit de rij. Ik kijk zoekend om me heen, opzoek naar een teken van die dingen van afgelopen nacht. Ik zie ze niet en uk hoor ook niets onverwachts.
Amelia plukt af en toe een graanstengel tussen het lange gras vandaan. Ze heeft er al heel wat.
'Ze zijn weg,’ merkt Chris op. Blijkbaar deed hij hetzelfde als ik.
'Je hebt gelijk,’ stem ik in. De mutaties van het Capitool zijn weg. Geen enge, gemene mutilanten meer. Althans, voor nu.
Zonder problemen weten we terug bij de boom te komen.

Reageer (2)

  • MrsNeymessi

    Meeh, straks gebeurt er iets..

    7 jaar geleden
  • Slughorn

    Ik weet wat er nu gaat komen. En stiekem zit ik al een tijdje te wachten op dat hoofdstuk :p

    7 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen