'Je ziet er anders echt beroerd uit,’ merkt Ada een beetje bot op. 'Niet als een belediging bedoelt,’ voegt ze er vlug aantoe.
Ik zie aan haar gezicht dat ze het inderdaad niet gemeen bedoelt. Ik grinnik zacht. 'Oké, het gaat niet geweldig,' geef ik toe.
'Dat bedoel ik. Niet ontkennen dat het slecht met je gaat. Je hebt bondgenoten die voor je moeten zorgen toch?’ Ada ratelt maar door. ‘Maar het is echt een slecht idee om te doen alsof er niks aan de hand is, want dan komt er een gevecht en is de situatie onderschat. En omdat je dan beslist te vechten en niet te rennen, omdat...' Blijkbaar realiseert ze zich zelf ook dat ze ratelt, want ze stopt haar verhaal midden in een zin.
Ik schiet in de lach, maar stop meteen weer als er een steek van pijn door mijn hoofd schiet. Het gaat inderdaad niet geweldig. 'Zo slecht gaat het niet, hoor. Morgen gaat het vast alweer heel wat beter!' zeg ik hoopvol.
'Vast. Ik mag het hopen,’ grapt Ada, ‘anders heb ik wel hele slechte bondgenoten gekozen.'
Ik grinnik zacht. 'Natuurlijk, het gaat best, en morgen is er niets meer aan de hand.' Ik raak voorzichtig mijn neus aan, wat weer een pijnscheut veroorzaakt. 'Nou ja, misschien is het nog... gevoelig.'
'Nee, genezen kost tijd. Het was maar een grapje hoor.' Het meisje glimlacht een beetje.
'Weet ik wel, maar als het even kan zou het mooi zijn dat het morgen weer beter is!' Maar nu wel weer genoeg hierover. Ik werp een blik op Ada’s verbonden enkels. 'Hoe gaat het met jouw verwondingen dan?'
'Met de ene enkel gaat het veel beter,' ze twijfelt even, maar praat dan verder. 'Met de andere gaat het wat minder.'
Ik kijk er bezorgd naar. 'Kan ik wat voor je doen?'
'Nee.' Ze schudt haar hoofd.
'Zeker weten? Zit het... verband nog goed?'
'Ja, daar ligt het niet aan. Als je net bijna verdronken bent is wonden schoonmaken knap lastig, weetje. Het is ontstoken, je kunt er niks tegen doen zover ik weet.'
'Oh.’ Er is vast toch wel iets wat ik kan doen? 'Is het nu wel goed schoon dan? Anders geneest het toch ook niet goed.'
Ada knikt enkel.
‘Oké dan,’ verzucht ik. Er wordt op mijn schouder getikt. Ik draai me om en zie Amelia staan. Ze friemelt ongemakkelijk met haar vingers.
'I-ik... ik heb met Florian afgesproken, aan de andere kant van de heg. Ik ga nu naar hem toe.'
Ik werp haar een bezorgde blik toe. 'Kijk je wel goed uit? Het is daar gevaarlijker, zeker in je eentje. Wil je dat ik me ga?'
Amelia schudt direct hard haar hoofd. 'Nee! I-ik bedoel: nee, dat hoeft niet.' Ze bloost licht. 'Ik zal goed oppassen en niet te lang wegblijven. Florian past wel op me.'
Ik weet niet zeker of ik Florians zorgen wel helemaal vertrouw. Heel sympathiek zal ik hem niet meer noemen, niet na vanmiddag. Maar Amelia is wel degene die hem kon kalmeren. Degene die ervoor gezorgd heeft dat hij gestopt is.
'Misschien is het handig als je niet gewond probeert te raken,’ zegt Ada. ‘Want anders is dit volgens mij meer een ziekenboeg dan een boomhut. Maar succes in ieder geval.' Ze glimlacht naar Amelia.
Amelia glimlacht voorzichtig terug. 'Ik ben niet van plan om gewond te raken. Tot straks!' Ze loopt vrolijk weg. Bezorgd kijk ik haar na, totdat mijn aandacht door iemand anders wordt getrokken. Christian komt de bosjes uit sjokken. Met hangende schouders en rood doorlopen ogen van het huilen, maar dat maakt niet dat ik minder opgelucht ben. Hij is terug gekomen!
Ik spring op. ‘Chris!’ De opluchting weerklinkt duidelijk door mijn stem.
Christian kijkt echter niet op of om en klimt zwijgend naar boven, om in de hoek van de hut plaats te nemen.
Ada kijkt hem verbaasd aan, maar ik kan niet anders dan opgelucht glimlachen. Hij is terug en is niet gewond. Ik sta op en zet zonder iets te zeggen een fles drinken en een blad met granen bij Chris neer.
Die schuift het meteen opzij.
'Heb jullie ook iets om vuur mee te maken?' vraagt Ada plots.
Ik schuif het eten terug naar Chris. ‘Eet wat,’ draag ik hem op. Ik buk me en pak de zak stenen van de grond. ‘Vuurstenen?’ vragend richt ik me tot Ada. ‘Je moet wel zoeken naar de vuurstenen, maar ze zijn er! Maar... vuur maken lijkt me niet erg handig...'
Vanuit mijn ooghoeken zie ik dat Chris het eten weer wegschuift, maar ik zeg er niets van.
'Ik was ook niet van plan hier vuur te maken, maar...' Ze kijkt om zich heen. 'Ja, laat ook maar jullie zijn toch niet van plan hier ooit nog weg te gaan.' Ze pakt een gerafelde bruin deken van haar riem en gooit hem mijn kant op. 'Het is rauw, dus als jij het durft te eten, vind ik het prima.'
Ik vang de deken op en open hem. Er zitten krabben in, vijf om precies te zijn. Ik glimlach naar Ada. 'We bewaren ze nog wel even, misschien hebben we ze nog nodig.' Ik leg de deken met krabben op de grond, samen met de zak met stenen. Ik ga naast Chris op de grond zitten en kijk nog eens naar het eten. Chris kennende is hij te koppig om het te eten, dus ik schuif het niet weer naar hem toe. 'Toch denk ik dat we best hadden kunnen winnen als Amelia niet ingreep vanmiddag,’ zeg ik luchtig. Misschien wel, ja. Als de kansen in ons voordeel waren geweest. Alleen zijn ze dat nooit.
‘Er zijn geen winnaars bij de Spelen,’ zegt Chris alleen.
Ik zucht. Dat is waar en ik weet het, maar ik weiger om te verliezen. Om mezelf te verliezen, om anderen te verliezen. Dat wil ik niet, maar het is al gebeurt. 'Je hebt gelijk, maar het hoeft niet per se zo te gaan toch? We hoeven niet toe te geven aan het Capitool. Je hebt altijd een keuze.' Ik haal gefrustreerd een hand door mijn haren. We hebben een keuze, dat moet. Het Capitool kan ons niet alles afnemen. 'En als er geen andere weg is, dan maken we toch een nieuwe weg vrij?'
‘Wat stel jij dan voor?’
Ik glimlach kort. 'Ik weet het niet,’ antwoord ik eerlijk. ‘Maar we vinden wel een oplossing. Samen. Daar zijn we toch vrienden voor?'
Met grote ogen kijkt Chris me aan. ‘V-vrienden...?’ stamelt hij.
Ik glimlach om zijn verbaasde uitdrukking. Natuurlijk zijn we vrienden, alleen moet Chris het nog inzien. 'Vrienden,’ zeg ik bevestigend. ‘Ik laat je niet in steek, Christian.'
Chris slikt een brok in zijn keel weg. ‘Dankjewel, Day. Dankjewel.’

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen