016 * Louis Tomlinson
Ik vervloek mijn wekker echt wel als die afgaat. Al gaan mijn gedachten meteen naar de afgelopen avond. De manier waarop we bij mij binnen kwamen, na de bekentenis dat Liam van mij houdt. Dat hij zelfs in staat is om zijn pistool te gebruiken als mij iets overkomt. Niet te vergeten mijn reactie want daar stond ik zelf van te kijken maar het is wel waar. Ik ben zeker in staat om een kogel voor hem op te vangen.
Door een beweging naast me, kijk ik om naar waar Liam ligt. Mijn blik glijdt omlaag naar zijn borstkas. Glad, stevig en voelt toch zacht aan. Toch gaan we niet verder dan zoenen en knuffelen. Wanneer zou het wel kunnen? Naar mijn gevoel is het daar toch echt te vroeg voor. Voor de tweede keer gaat mijn wekker en zet ik hem nu af.
“Ik zou willen dat jij ook vrij was,” mompelt Liam wat slaperig en doet hij zijn ogen open.
Ik zucht erom. “Helaas niet.” Ik ga rechtop zitten want anders is het wel erg verleidelijk om gewoon terug te kruipen en in zijn armen. Dan kom ik zeker te laat op mijn werk. “Maar het is vrijdag dus het weekend staat al voor de deur.”
Hij glimlacht erom en komt hij overeind. Om mij eerst een kus te geven. “Goeden morgen, schat.”
“Goeden morgen.” Ik geef hem een kus terug en ga dan snel uit bed.
Waarop hij me wat verbaasd en half slaperig aan kijkt. “Waarom ben je zo snel om uit bed te gaan?”
“Ik moet wel want anders val ik weer in slaap in je armen,” geeuwend rek ik me uit. “Hoe graag ik het ook zou willen, ben ik nog nooit te laat geweest op mijn werk.” Met een ochtendjas aan, loop ik naar de deur.
Begrijpend knikt Liam en komt hij uit bed. “Dan ontbijt ik toch met je mee.” Terwijl hij zijn ochtendjas aantrekt, glijdt mijn blik over hem heen en zie ik een lichte bobbel in zijn boxer. “Je wilde toch nog niet? Daar vond je het toch te vroeg voor?” Hij wiebelt met zijn wenkbrauwen.
“Maar dat zegt nog niet dat ik je niet wil. Ik voel soms echt wel dat je opgewonden bent als we zoenend en knuffelend op de bank liggen,” mompel ik en loop ik snel naar de keuken. Waar ik verbaasd kijk naar de kop thee en kop koffie, die volledig klaar staan. Oh nee, kreun ik inwendig. “Harry, opzouten, doe me een lol.” Hier heb ik echt geen zin in. Wie weet wat hij wel niet ziet als Liam en ik hier samen zijn.
“Hm, waar heb je het over?”
“Ik hoop voor jou dat je echt weg bent. Je weet het...”
“Louis, kalm aan.” Liam slaat zijn armen om me heen. “Wat is er?”
Ik wijs naar de kop dampende thee en koffie. “Dat heeft Harry gedaan.” De tranen branden bijna en draai ik me om in zijn armen. “Ik wil je totaal niet het gevoel geven dat je moet concurreren met een geest,” zeg ik en verstop ik mijn hoofd in zijn nek. “Ik hou echt van je, Liam.”
Dan tilt hij mijn hoofd op. “Het voelt anders totaal niet aan dat Harry concurrentie is,” schudt hij zijn hoofd. “Ik weet echt wel dat je een klein deel van je hart bij hem begraven hebt. Maar je hebt me gistermiddag nog iets verteld, weet je nog? Dat je een kogel voor me op zou vangen. Als dat geen teken van liefde is, wat dan wel? Maak je niet zo druk.”
Even knuffel ik met hem en maak ik me daarna los om met het ontbijt te beginnen. Zeker dat ik het wel op prijs stel dat hij uit bed is gekomen om met mij te ontbijten. Ik dacht heel even dat hij zich om zou draaien. Het is wel een vrije dag voor hem. Tijdens het ontbijt is het weliswaar stil maar het is een aangename stilte. Bijna alsof we nog echt wakker moeten worden. Net als dat zijn hand over de mijne ligt, spelend met mijn vingers. Met een glimlach kijk ik naar hem en drink ik rustig mijn thee op. Oké, that's it. Harry moet weg. Echt weg. Ik heb niks meer van hem hier. Een nieuwe start voor Liam en mij.
***
“Denk je echt dat het kan werken?” Ik kijk naar Niall.
Hij knikt. “Hij heeft zo zijn manier om met je communiceren dus het moet lukken. Je hebt gelijk dat ook Harry jou los moet laten. Anders zul je altijd voor een deel aan het verleden herinnert worden. Daar wordt niemand vrolijk van,” zegt Niall vol zelfvertrouwen.
Ik slik even en kijk dan rond in mijn appartement. Tot nu toe nog geen teken van Harry. “HARRY.” Afwachtend gaat mijn blik naar Niall, om dan de kamer te scannen met mijn ogen. Hopend op een teken van Harry.
Stilte.
Het enige dat te horen is, is het tikken van de klok aan de muur. Waarvan de secondewijzer weg tikt en worden de seconden minuten.
“HARRY,” probeer ik opnieuw.
“Jij weet ook niet wat je wilt,” klinkt het vanuit de televisie. Schijnbaar van een een of andere serie.
Zwijgend moedigt Niall me aan door slechts naar me te knikken. Alsof hij juist trots op me is dat ik dit nu wil doen.
Eigenlijk weet ik wel wat ik wil. Een schone lei met Liam. “Ik weet juist wel wat ik wil, Harry,” begin ik, “en dat is dat ik wil dat jij mij voorgoed met rust laat. Dat je niet meer terug komt. Ik geef toe dat ik in het begin dat ik je kwijt was dat ik een wrak was, maar nu niet meer.”
“Niet iedereen is een ster in de keuken.” Nu een kookprogramma en hoogst waarschijnlijk met een makkelijk recept.
Ik zucht erom. “Maakt niet uit.” Het is dat ik tegen Harry's geest praat want anders zou het een stuk makkelijker zijn om diegene aan te kunnen kijken. Iets wat nu dus niet kan. “Ik wil gewoon dat je me met rust laat. Hoe moet ik verder met mijn leven als jij nog om me heen hangt. Zie je het licht, ga er dan heen en kom niet terug. Ik begin weer te leven en dat komt niet door jou.”
“Alleen als je me beloofd om goed voor jezelf te zorgen, wees voorzichtig. Je weet dit absoluut zeker,” het klinkt vragend en van een serie, die mij niet bekend is.
Om nu te knikken. “Ja, ik weet het zeker. Kom op Harry, je hebt gezegd dat ik verder moet gaan met mijn leven, Liam is er voor me, ik heb nog vrienden.” Ik gebaar naar Niall, die zwijgend een getuige is van dit rare gesprek.
Niall slaat op zijn beurt zijn armen over elkaar. Tegelijk dat zijn ogen door de kamer dwalen naar een teken van Harry. Overeind komend met een zucht. “Luister, Harry, we weten allemaal dat je nog om Lou geeft en dat je met een reden nog hier was, om zo op jouw manier nog voor hem te zorgen maar dat is niet meer nodig. Daar heeft hij Liam voor en als je werkelijk het beste met hem voor heb, dan laat jij je hier niet meer zien,” reageert hij, “wil je dat Louis verder gaat met zijn leven?”
“Ja.”
“Verdwijn dan, je hebt je tijd gehad om hem in de gaten te houden. Vertrouw erop dat Louis dat zelf kan nu. Hij kan bij mij terecht, zijn vrienden, zijn familie en al helemaal bij Liam,” vervolgt Niall, “want je weet donders goed dat die twee nu echt samen zijn. Jij herinnert Lou nog aan jullie verleden, en tegelijk dat Liam zich wat ongemakkelijk voelt omdat het voor hem is alsof hij concurrentie heeft van een geest. Zo hoort het niet en dat weet jij net zoals ik.”
Stilte.
Het is ook niet niks wat Niall net zegt. Wel dat hij een punt heeft om Harry even er op te wijzen dat we er geen van beide bij gebaad zijn door zijn gedrag. Ja, ik was een jaar geleden een wrak maar als hij werkelijk constant in de buurt was, dan heeft hij zelf kunnen zien dat ik er bovenop gekomen ben. God, ik heb zelfs weer een relatie.
“Harry, ik praat tegen je. Geef antwoord,” commandeert Niall.
Ziet een sessie er zo uit bij hem, als je geen antwoord geeft, vraag ik me af. Dan mag ik blij zijn dat hij dit als een vriendendienst ziet. Helemaal omdat hij Harry kent en hij geloofd dat Harry in de buurt is voor mij.
“Ik hoor je luid en duidelijk, Niall.”
Daar schrikken we allebei van want dit is nog nooit gebeurd. Het klinkt zelfs bijna als Harry en hij noemde Niall bij zijn naam.
“Vanavond in je slaap, Louis, dan kun je me zien en dan is het echt afscheid tussen ons,” klinkt diezelfde stem weer, “dat is, totdat het jouw tijd is en dan kun je me weer echt zien en vasthouden. Tot die tijd, laat ik je met rust.”
De rilling loopt over mijn rug en kijk ik toch wat angstig naar Niall. Zo lang ik weet dat Harry een beetje mijn beschermengel is, is dit nog nooit gebeurd. Nog geen een keer dat Harry regelrecht tegen me gesproken heeft.
Ook Niall is wat voorzichtiger en wacht hij nu expres. Zijn ogen op de klok gericht.
Voor vijf minuten is het stil.
“Ik hoop echt dat hij je nu al met rust laat en dat vanavond, in je slaap, echt het afscheid is. Je verdient het om verder te gaan met je leven, Lou,” zegt hij en slaat hij zijn armen om me heen.
Daar knik ik om. “Snap ik, maar dit is nog nooit gebeurd. Ik wist niet eens dat hij dat kon.” Half bibber ik er nog om. Waardoor ik ook nog benieuwd ben naar wat Harry nog te zeggen heeft. Het liefst wil ik hem niet zien want dan word ik er alleen maar aan herinnert.
Reageer (2)
Lichtelijk eng dit
8 jaar geledenJe schrijft het wel echt heel realistisch en beeldend. Het is net alsof je zelf met harry praat
Oooh lieve harry en ik snap dat je bang bent ik zou in men broek doen
8 jaar geleden