Thema: waarheid

Ik opende mijn ogen en voelde hoe de warmte mijn lichaam raakte, het was rustig en vredig.
Mijn ogen dat keken over het water dat voor mij lag, het gaf mij een goed gevoel.
Hoe ik hier was gekomen interesseerde mij niet. Het liefst wilde ik hier namelijk blijven voor altijd.
Het meer dat midden in het bos lag zag er helder uit, het bos prachtig groen.
“Alles goed Simone?” Ik keek achter mij en lachte tevreden naar Roald.
“Deze plek is echt schitterend, hoe heb je deze plek gevonden?” Ik keek hem aan, en zag zijn ogen glinsteren door de reflectie van de zon.
Hij wandelde van mij weg, waarna ik hem begon te volgen, waar was hij van plan heen te gaan?
Ik bleef hem volgen wandelend op het stenen pad. Het duurde niet lang voor wij bij een huisje waren aangekomen.
“Ken je deze plek nog?” Hij keek mij vrolijk aan, en ik wist precies waar hij het over had. Het huisje waar wij nog niet zo lang geleden in hadden verbleven. Het houten huisje zag er zo goed uit tussen het natuur, het leek bijna één met elkaar te zijn.
“Tuurlijk ken ik deze plek, waarom breng jij mij helemaal hier heen?” Hij moest lachen en wandelde naar binnen toe.
“Het is ons huisje, daarom breng ik je hier naartoe.” Ik wandelde naar binnen en zag hoe het interieur er bij stond. Alles leek van hout te zijn, hij wist hoe erg ik daarvan hield.
“Ons huisje? Je bedoelt dat dit echt van ons is?” Ik raakte zo enthousiast dat ik hem knuffelde zonder te wachten op antwoord. Hij moest ervan lachen en hield zijn handen op mijn rug.
Ik wandelde na de knuffel meteen naar de keuken, en zag hoe de goedgevulde koelkast erbij stond. Ik was meteen van plan iets te gaan maken. Even een paar groentes met elkaar mengen en je had al een heerlijke salade.
Die avond hadden wij eigenlijk een heerlijke avond, we zaten daar aan tafel met een glas wijn. Te lachen over gebeurtenissen van vroeger. De grappen die wij vroegen samen hadden uitgehaald als kind zijnde.
We moesten zelfs lachen over dat wij vroeger ooit een hond hadden losgemaakt, bij de winkel. Waardoor de hond naar binnen rende opzoek naar het baasje, het gezicht van zijn verzorger was nogal verbaast zijn hondje zo vroeg weer terug te zien.
Dat waren één van de flauwe grappen die wij vroeger hadden meegemaakt.
Hij begon opeens te spreken over de tijden hoe vaak ik hem al niet had geholpen. Niet alleen de kleine dingen, maar ook wanneer hij er echt helemaal doorheen zat. Wanneer zijn moeder was overleven, wanneer het uit was met zijn eerste vriendinnetje. Het was eigenlijk best een interessant gesprek.
Het was leuk om eens over de waarheid te gaan spreken. Over wat er echt was gebeurd in mijn leven, in plaats van dat mensen het gingen verdraaien in hun voordeel.
Ik ging nog eens naar de keuken, om mijn glas terug op het aanrecht te zetten, maar er was geen glas. Ieder geval, er was wel een glas, maar er was er niet veel van over. Stukjes glas leek ervan af te breken, weg te vliegen als zand voor de wind. De avond zon dat door het raampje naar binnen scheen liet het glinsteren. Het stopte toen er uiteindelijk niets meer van het glas over was, waarbij ik de laatste glinsters nog voor mijn ogen zag verdwijnen.
Ik wist niet wat ik moest denken, maar iets in mij raakte geïnteresseerd tot wat er zojuist gebeurde.
Mijn hand dat op het aanrecht lag voelde wat vreemds, ook de aanrecht leek hetzelfde te ondergaan.
Ik zag hoe het brak tot kleine deeltjes, wat verdween in de lucht. Het gebied leek zich te vergroten. Richting de koelkast, de muren, uiteindelijk ook de grond. Alles van het huis leek op te gaan in kleine glinsters. Ik wandelde ervan achteruit. Iets waarbij ik geïnteresseerd van raakte was nu mijn grootste angst. Ik wilde niet dat dit alles verdween. Ik wilde niet dat mijn droom verdween als een stofwolk dat simpelweg wegwaaide.
Roald was nergens te vinden, hij was misschien al gevlucht voor dit rare verschijnsel.
Ik rende van het huis weg, wat er nog van over was, maar ik keek niet achterom. Het enige wat ik hoorde was de wind, en het geknisper van de stukjes dat constant afbrak en wegvloog. Hoe ver ik ook rende, het geluid stopte niet, wat mijn angst alleen maar vergrootte dat het mij achtervolgde.
Ik zag niets wat het kon veroorzaken, of mij kon aantastte. Ik nam liever het risico niet, en bleef constant maar rennen.
Mijn gevoel begon met elke stap leger te raken. Mijn zin leek steeds meer te verdwijnen, tot ik uiteindelijk stil stond in de leegte.
Ik keek om mij heen, er was letterlijk niets meer over van de wereld waar ik zojuist in bevond.
Wat was dit? Waar was ik nou echt? Het was onmogelijk dat alles was vergaan op de manier wat ik zojuist zag.
Ik ging zitten en maakte mij zo klein mogelijk, waarbij ik met mijn hoofd op mijn handen lag.
Er moest toch iets zijn wat ik over het hoofd had gezien?
Ondanks mijn positie zag ik een flits. Een flits wat betekende dat er weer licht was, maar ik was niet op de plek waar ik net was. Dit was het ziekenhuis.
Met mij in bed.
De monitoren stonden op stil.
Mijn ouders verdrietig.
En Roald naast mijn bed.
Was het waar dat jij je eigen leven voor je voorbij ziet gaan voor je dood? Dat je wordt beoordeeld op de dingen die je hebt gedaan? De goede dingen, de slechte dingen. Het maakte niet uit. De laatste momenten was misschien niet de waarheid, maar het waren de fijnste momenten van bestaan.
Ik had een glimlach, ook al zag ik dat iedereen verdrietig was. Ik voelde mij gelukkig.
Ik zag hoe mijn handen begonnen te verdwijnen als glinsters, beetje bij beetje zag ik mijzelf verdwijnen.
De waarheid was: mijn leven was ten einde.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen