Foto bij 003 • Eenzame geest


      'Avery, ben je al thuis?'
      Avery opende haar ogen. Maggie lag op haar buik en had zich niet verroerd sinds Avery het boek had dichtgeslagen. Haar ogen schoten kort opzij naar de wekkerradio op haar nachtkastje; het was al half 9.
      'Avery?' riep haar moeder nogmaals.
      Avery steunde op haar elleboog in het matras, waardoor Maggie van haar schoot tuimelde en gealarmeerd naar haar opkeek. 'Ja, ik ben er!' riep ze.
      'Heb je al gegeten?'
      'Nee!'
      'Oh..' Even viel het stil. 'Je vader en ik hebben al gegeten. We moeten nog wat dingen regelen, maar er staan eieren in de koelkast en er ligt nog een schotel met aardappelen van gisteren.'
      Avery zuchtte. 'Waarom zijn jullie zo laat?' riep ze terug. 'We gingen naar het park.'
Weer een kortdurende stilte, voordat: 'Het spijt ons lieverd, maar het werk kwam er tussen.'
      Avery rolde met haar ogen en draaide zich om. Het was altijd hetzelfde liedje. Haar ouders zouden eindelijk wat tijd vrij hebben van hun werk om iets met de familie te doen, maar vervolgens kwam er toch wat tussen en was Avery de hele middag of avond alleen. Ze borg haar hoofd onder haar arm en bracht haar knieën dichter naar haar lichaam. Ze had plotseling spijt dat ze de uitnodiging van Mira had afgewezen. Het was dan niet volledig gemeend, maar dan was ze nu tenminste niet alleen.
      Maggie sloop langs haar heen en drukte zachtjes haar kopje tegen haar arm. Avery keek haar aan en aaide haar over haar kopje. Gelukkig was Maggie er nog. Ze schrok op van het plotseling rommelen van haar maag en ging rechtop zitten. Zuchtend liet ze zich van het bed glijden en liep naar de keuken toe om voor zichzelf een eitje met aardappeltjes te maken. In stilte nuttigde ze haar maaltijd, waarna ze weer naar boven verdween.
      Het was inmiddels al donker aan het worden en Avery maakte zich klaar om naar bed te gaan. Toen ze in een fleurige korte broek en grijs hemdje de boeken op haar bureau netjes aan het opstapelend was, bleef ze plotseling stokstijf stilstaan. Haar hoofd had zich nog niet gerealiseerd waarom haar lichaam die actie ondernam, maar ze stribbelde niet tegen. Ze bewoog haar gezicht bruusk naar het raam, maar behalve de takken van een boom, zag ze niks. Aarzelend liep ze naar het raam en sloot met kracht de gordijnen. Ze was altijd al overtuigd geweest dat die boom gesnoeid moest worden. Van kleins af aan teisterde de takken haar dromen al, maar nu ze ouder was, kon ze ook de schoonheid van de boom bij dageraad inzien. De bloesems die in de lente bloeiden, waardoor het net leek alsof ze op een Japanse tuin uitkeek, de geur die haar verwelkomde als ze de tuin inliep en de vuurrode bladeren die in de zomer de bloesems vervingen.
      Avery keerde zich weer en trok het gebreide cardigan aan dat op haar bed lag. Haar koude voeten propten ze in haar warme, grijze slofjes en ze liep weer terug naar het bureau om de laatste boeken op te stapele. Met een onhandige zwaai van haar arm raakte ze de stapel toen ze zich omdraaide en de boeken kletterden van haar bureau. Ze vloekte een keer en liet zich zuchtend op de grond vallen, zodat ze opnieuw kon beginnen aan het bouwen aan de boekentoren. Ze pakte een boek van Shakespeare, een van de boeken van Tolkien en en van Jane Eyre en legde ze aan de kant.
      Toen de stapel tot haar schouder reikte, viel haar oog op een dun boekje dat onder de kledingkast was geschoven. Die had ze niet eerder tussen de andere boeken zien liggen, dacht ze. Ze taste onder de kast en trok het boekje eronder vandaan. Voorzichtig blies ze het stof van de kaft en las de titel; Peter Pan van J.M. Barrie. Ze trok een wenkbrauw op en ging staan. Ze had dit boekje al jaren niet meer gezien en kon zich herinneren dat ze zich verleden jaar nog afvroeg waar het was gebleven.
      De stapel boeken op de grond verdwenen compleet uit haar geheugen toen ze plaats nam op het bed en het boekje opende. 'Toen Wendy nog maar twee jaar oud was,' begon ze voorzichtig, maar haar stem werd luider naarmate ze verder las. Maggie, die op de vensterbank boven de kachel had gelegen, sprong op het bed en ging op haar kussen liggen. Minuten tikten voorbij op de klok en pas toen het na twaalven was en het boekje uit was, klapte Avery het dicht. Ze bleef even liggen en liet de laatste zinnen nog een keer door haar hoofd spelen. De jongen die nooit zou opgroeien, dacht ze, wat moest dat heerlijk zijn. Avery herinnerde zich toen een tijd waarin haar ouders altijd met haar speelden en elke avond gingen ze naar het park, maar dat was allemaal vroeger, toen ze klein was. Ze zou zo graag nog klein zijn geweest.
      Avery schrok op toen haar raam plotseling open vloog. Maggie schoot krijsend overeind en bleef met een dikke staart naar het raam blazen. Haar gordijn woei door een sterke windvlaag haar kamer in. Geritsel van de blaadjes uit haar opengeslagen boeken eisten kort haar aandacht, voordat een schim bij het raam dat overnam. Ze kroop gealarmeerd achteruit op haar bed toen twee ogen haar vanuit het duister aankeken. Ze was zo ontdaan dat ze vergat om hulp te roepen en voordat ze zichzelf weer bij zinnen kon brengen om te beginnen met gillen, had het figuur bij het raam haar de mond gesnoerd.



Reageer (13)

  • Medb

    Is het zijn schaduw?! (A)

    6 jaar geleden
  • Aemond

    Oeeeeeh c:

    6 jaar geleden
  • scintillare

    Spannendd

    6 jaar geleden
  • Slughorn

    Nawh leuk ^^

    6 jaar geleden
  • Hooverphonic

    Als ik de beschrijving van Maggie lees, wil ik echt zo graag een kat hahaha

    6 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen