Foto bij 016 • De doden vertellen geen verhalen



Avery bleef als verstijft in het water staan, dat gelukkig tot boven haar heupen kwam. Ze had haar handen beschermend voor haar lichaam en keek met vuurrode wangen op naar de jongen die haar met grote ogen gadesloeg. De tijd bevroor en even klonk er niets anders dan de wind, waarin de jongen zijn blik niet van haar naakte lichaam kon losscheuren. Toen keerde hij zich excuses jammerend om in de lucht en Avery snelde naar haar handdoek toe, die ze zorgvuldig om zich heen sloeg, terwijl ze het water uit klom en haar ondergoed van de grond raapte.
      'Je schreeuwde,' zei Peter ter verdediging met rood aangelopen oren. 'Ik dacht dat er iets was gebeurd.'
      'Dat was ook zo,' antwoordde Avery, 'een aap stal al mij kleren.' Peter had zich nog niet durven omdraaien en Avery moest erom lachen. 'De kust is veilig. Ik heb mijn handdoek om.'
      Aarzelend keerde Peter zich en zweefde naar haar toe toen hij zag dat ze bedenkt was. 'Welke kant ging hij op?' Zijn wangen en oren waren nog vuurrood en hij durfde haar niet recht aan te kijken. Avery glimlachte onopgemerkt; het was schattig hoe de jongen door haar in verlegenheid werd gebracht, zelfs al voelde ze zich er zelf ook ongemakkelijk door.
      'Hij is vast al verdwenen,' verzuchtte ze. 'Wat moet ik nu, Peter? Ik kan toch niet in een handdoek blijven rondlopen de hele dag?'
      Peter plukte aan zijn kin en schudde zijn hoofd. 'Nee, dat kan je niet, maar ik heb misschien wel een oplossing.' Hij drukte zijn zwaard in haar handen en schoot de lucht in. 'Hou die bij je. Ik ben zo terug.' Hij verdween uit het zicht en Avery bleef geduldig wachten. Het duurde lang voordat hij terugkwam en haar haren waren ondertussen al weer opgedroogd, maar uiteindelijk zag ze hem tussen de bergen verschijnen. In zijn handen had hij een doek en een paar touwtjes. Avery kon wel raden wat zijn idee was en ze vond het maar niets.
      'Hier. Het is niet veel, maar het is beter dan niets.' Hij drukte het in haar handen en draaide zich om, zodat Avery zich op haar gemakje kon aankleden. Ze bekeek de doek in haar handen, maar met de doek alleen kon ze niet zoveel. 'Mag ik je dolk lenen?' vroeg ze en Peter gaf het aan haar. Ze sneed een gat in het midden van het doek en trok het over haar hoofd aan, waarna ze er nog twee gaten in sneed voor haar armen. Ze trok haar ondergoed weer aan en bond een van de touwen rond haar middel. De rest van het overige stof sneed ze er vanaf, zodat ze alleen een jurkje overhield. Het was slordig geknipt en ze voelde zich net een zwerver, maar het hinderde niet; alles beter dan naakt rond te moeten lopen.
      'Hoe zit het zo?' vroeg ze en Peter draaide zich om. Bij bestudeerde haar kort en glimlachte toen niet al te overtuigd. 'Dat werkt wel,' antwoordde hij; een veilig antwoord. Avery wist dat het er niet uitzag, maar ze wilde er niet te veel aan denken.
      'Waar heb je dit zo snel vandaan?' vroeg ze, terwijl ze de afgesneden lappen stof van de grond raapte. Het was een goede kwaliteit stof. Heel anders dan de dunne shirtjes die zij in haar kast had liggen.
      'Het indianenkamp,' antwoordde Peter. 'Ik heb het van een van de oude tenten gesneden.'
      Avery knikte. Dit antwoord had ze al verwacht. Ze had veel nagedacht over de indianen en voordat Peter haar een hand kon geven om haar naar Het Nest te begeleiden, zei ze: 'Peter, ik wil opzoek gaan naar de indianen.'
      Peter staarde haar overdonderd aan. 'Waarom wil je dat?'
      'Omdat ik zeker weet dat ze hier ergens moeten zijn.'
      Peter schudde neerslachtig zijn hoofd. 'Ik heb het al geprobeerd, Avery, maar ik kon ze nergens vinden en ik ken dit eiland als de achterkant van mijn hand.' Hij hield zijn hand dramatisch omhoog, maar Avery liet zich niet zo gemakkelijk overtuigen.
      'Zij kunnen ons helpen de piraten te verslaan en Tinkerbell en de andere elfjes te redden. We moeten het proberen.'
      'Tink is dood, Avery.'
      De woorden kwamen zo scherp uit zijn mond dat Avery niets anders kon doen dan stilstaan. Zijn stem klonk zo verbitterd, dat het nu pas leek alsof hij inzag wat de waarheid was en dat was dat Tinkerbell dood was. 'Dat weet je niet,' bleef Avery volhouden; ze wilde het niet geloven.
      'Jacob heeft het mij zelf verteld. Ze probeerde te ontsnappen, maar het mislukte. Dat was de reden dat ik jou kwam halen. Ik kon niet zonder mijn Tinkerbell.'
      'Hij kon het gelogen hebben!' Avery's hart bonsde in haar borst. Ze wilde het niet geloven, maar Peter schudde zijn hoofd en keek haar aan. Ze voelde hoe een gegriefde leegte door haar buik sijpelde en haar hele lichaam mee die troosteloze diepte in sleurde. Het leek alsof heel Neverland met haar meevoelde, want de zon verdween achter de wolken en Neverland werd grijs en verzwolgen door een neerslachtig aanblik. Droefenis was in de lucht te proeven en Avery begreep dat dit al die tijd Peters diepste gevoelens waren; de zon die scheen was enkel een façade om zichzelf voor te doen dat hij gelukkig was, terwijl hij in wezenlijke wanhopig en miserabel was. Zonder erover na te denken, rende ze naar hem toe en omhelsde hem. Meer was er niet voor nodig om Peter over het randje te helpen, maar door de regen die van de wolken kwam, wist Avery niet meer van wie de tranen waren.

Reageer (6)

  • Slughorn

    Neeeee! Tink!

    5 jaar geleden
  • Aemond

    Ik krijg door dit verhaal weer heel veel zin op de Peter Pan film van 2003 weer te kijken haha.

    Maar meh wat sneu voor Peter D: Als het waar is tenminste

    6 jaar geleden
  • Hopefulness

    Meeeeeh, dat laatste zinnetje D:
    My heart hurts T_T

    6 jaar geleden
  • ProngsPotter

    DEAD MEN TELL NO TALES
    GOTCHA

    nu ga ik lezen haha

    6 jaar geleden
  • Culloden

    Ik geloof inderdaad ook niet dat Tink dood is. Die Jacob kan volgens mij goed genoeg in staat zijn om over zulke dingen te liegen.

    6 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen