Foto bij 023 • Sirenen



Met haar hand om de bundel elfenstof gevouwen keek ze neer op het kolkende water onderaan de waterval. Haar borst deinde zo hard op en neer dat ze bang was dat het gewicht van haar ribben haar over de rand zou trekken. Vliegen was sensationeel, maar vliegen zonder Peter? Ze slikte een keer. Haar ogen vonden de Lagune; het was een heel eind en ze bleef zich afvragen of Tigerlilly haar genoeg van het elfenstof had gegeven.
      Ze pakte de bundel en haalde er een hand vol elfenstof uit. Het glinsterde als het goud dat wel eens in nagellak zat, maar het voelde ver van menselijk; het voelde magisch. Ze hoefde niet over een ander woord na te denken, want dit was het enige woord waarmee ze het kon beschrijven. Het was licht, alsof ze een veertje in haar handen hield, maar ze kon haar huid voelen tintelen. Dit zou haar naar de Zeemeerminnen brengen. Een handje vol goud gekleurd, glinsterend stof. Ze klonk haast sceptisch in haar gedachten, maar na alles dat ze hier had meegemaakt, hoorde ze die twijfelzuchtige stem niet eens meer. Ze bracht haar hand boven haar hoofd tot deze uit het zicht verdween en liet het stof los op de derde tel.
      'Oke,' sprak ze zichzelf toe, 'denk gelukkige gedachten.' Voor Avery was het niet moeilijk iets te verzinnen; ze dacht namelijk aan de eerste keer dat ze vloog en bijna per direct kwamen haar voeten los van de grond. Schaterlachend zwaaide ze haar lichaamsdelen willekeurig in de lucht. Ze verloor haar evenwicht en tuimelde een paar keer onhandig, maar na even proberen lukte het haar om rechtop te blijven hangen. Ze glimlachte voldaan en boog naar voren, waardoor ze rechtuit begon te vliegen. Wiebelend zocht ze haar evenwicht. Ze wist zich nog geen houding te geven, maar dat maakte niet uit. Ze vloog en ze vloog helemaal alleen. Ze joelde een keer en joeg vele vogels op vanuit de bomen onder haar. Nog nooit had ze zich zo vrij gevoeld, alsof ze de wereld aankon en niets haar nog kon stoppen. Meeuwen zeilden met haar mee over de wind richting de kust en toen Avery de Lagune zag, zwaaide ze de meeuwen vaarwel en keerde zich. Ze daalde steeds lager, richting het midden van de Lagune. Maar Peter was er niet geweest om haar te leren remmen en toen Avery bij de grote vlakke rots aankwam en haar voeten de grond raakten, bleven haar voeten lopen tot ze bijna over de rand kukelde. Net op tijd wist ze zichzelf tot stilstand te brengen. Ze zuchtte opgelucht. Het was gelukt!
      Avery ging zitten en haalde de panfluit van haar riem. Ze nam hem in beide handen en legde deze aan haar lippen. Zachtjes blies ze en stuurde de noten over de zee. Ze kende maar een enkel liedje, het liedje dat Peter haar had geleerd. Zo goed als hij was ze niet, maar het ging aardig. Ze bleef het spelen, opnieuw en opnieuw, tot de zon de Dodenmansgrot raakte. Avery had echter niet goed geluisterd naar wat Peter Pan haar had verteld. Vannacht was het volle maan en bij volle maan moest je nooit, maar dan ook nooit bij zeemeerminnen in de buurt komen.
      Ze speelde en de noten galmden hypnotiserend door haar hoofd. Het werd al bijna donker en boven haar was de maan al verschenen, maar er was nog steeds niks gebeurt. Ze had nog geen vin of staart gezien. Alsof de wezens expres bij haar weg bleven. Ze rukte het instrument los van haar lippen en zuchtte gefrustreerd.
      Avery ging achterover liggen en staarde naar de volle maan. Haar gedachten dreven even weg. Plotseling schrok ze op toen ze eindelijk het gespetter van water hoorde. Ze keek om zich heen, maar het water was stil. Haar ogen gleden de zee af en haar oren spitsten zich. Op het geroep van een uil na en de golven de rots aan sloegen, was er geen geluid. Haar hart bonsde hart, alsof het voelde dat er iets ging gebeuren. Avery was alert, maar niet alert genoeg.
      Een gekrijs zo scherp dat Avery haar oren moest bedekken, galmde plotseling over het water. Het klonk als geroest ijzer dat over elkaar wreef, nagels die over het schoolbord werden gehaald en een griffel die piept op een bord van leisteen; tenenkrommende geluiden die ieders oren kon laten bloeden. Benauwd probeerde Avery te achterhalen waar het geluid vandaan kwam, maar het leek van alle kanten te komen. Kriskras schoten haar ogen om zich heen; achter zich, voor zich en naast zich, maar er was geen ziel te bekennen. Ze drukte haar handen nog harder tegen haar oren toen het geluid nog scheller werd en gilde. Ze kneep haar ogen fijn dicht, maar had ze dat maar niet gedaan.
      Er was geen beschrijving voor de sprong die haar hart maakte toen ze plotseling hard aan haar arm getrokken werd. Ze verloor haar evenwicht en voordat ze zich kon beseffen wat er was gebeurt, sprong er een afgrijselijk uitziend wezen op uit het water. Het klauwde met scherpe nagels naar haar en probeerde haar van de rots te sleuren. Avery gilde toen ze de rijen vlijmscherpe tanden zag in het bijna onmenselijke gezicht. Bloeddoorlopen ogen staarden haar hongerig aan, terwijl het wezen op de rots probeerde klauteren.
      Avery riep om hulp. Tigerlilly zei dat ze Korafay moest vinden, dus ze riep de naam zo hard als ze kon. Meer sirenen verschenen in het water en Avery hoorde ze krijsen tegen elkaar, alsof ze ruzie maakten om de buit. En dat deden ze ook en ze betrokken Avery erin. De wezens sprongen uit het water en grepen haar vast, terwijl ze haar aan alle kanten het water in probeerde te sleuren. Nagels krasten over haar huid en lieten bloederige strepen achter. Avery gilde van angst en probeerde zich los te vechten, maar verloor haar evenwicht toen een van de sirenen plotseling haar arm los liet.
      Ze viel in het ijskoude water en klauwde zich een weg omhoog naar het oppervlakte. Hoestend en proestend kwam ze boven en kon nog net een hap lucht nemen, voordat ze weer onder getrokken werd.
      Het wateroppervlakte verdween steeds meer uit zicht en hoe dieper ze kwam, hoe donkerder het werd. De greep van de zeemeermin om haar enkel was zo strak dat ze zich in geen mogelijkheid kon loswringen. Ze probeerde zich los te vechten en schopte en krabde in het niets. Haar longen brandden, verlangend naar verse zuurstof en Avery raakte in paniek. Nog even vocht ze uit alle macht, maar toen werd haar hoofd licht en haar zicht onscherp. Ze wierp nog een blik op naar boven, maar het oppervlakte was al uit het zicht verdwenen. Had ze maar naar Peter geluisterd.

Whoops, sorry voor het laat activeren. Ik ben weer met school begonnen gisteren, dus het is weer heisa! Zijn jullie ook allemaal weer begonnen?


Reageer (7)

  • Slughorn

    Wat doet volle maan dan :o
    En AAAAAAH!

    5 jaar geleden
  • SCORPlO

    Avery nooooooo!

    6 jaar geleden
  • ProngsPotter

    Ohhhnee D: LEaaahhh wat doe je nouu! Ze moet wel op tijd terug zijn om ervoor te zorgen dat Peter niet gaat denken dat ook zíj hem verlaten heeft en hij ook boos op haar wordt en mijn Ship op de klippen loopt (ha, klippen, daar is zij nu ook :'D)
    Leaaahhh D:

    Avery had echter niet goed geluisterd naar wat Peter Pan haar had verteld. Vannacht was het volle maan en bij volle maan moest je nooit, maar dan ook nooit bij zeemeerminnen in de buurt komen.
    _O_

    6 jaar geleden
  • AlphaNoodle

    Mooi hoofdstuk! En al drie weken bezig, btw

    6 jaar geleden
  • Culloden

    Oh noo, nu is Peter er niet om haar te helpen! ):

    Veel succes op school! Ik begin de 25e pas.

    6 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen