Foto bij 026 • De inbraak


Avery had zich weer achter de tonnen verborgen en wachtte geduldig tot een van de dronken piraten zijn pils zou bijvullen. Dat duurde niet lang en gelukkig was het een andere dan daarvoor. Hij liet zijn beker in het vat vallen, maar in plaats van een zuivere plons, klonk er nu een doffe dreun.
      'Wat krijgen we..-' hoorde ze hem zeggen en niet veel later vloog de beker na een woedende zwaai over het dek. 'Mullins! Lamstraal! Je hebt die hele ton leeg gezopen!'
      'Leeg? Wat bedoel je leeg?' Stampvoetend kwam de volgende aanrennen en tilde de ton op, die vervolgens de beker achterna vloog.
      'Hé! Wibbles! Heb jij alle rum opgezopen?!'
      'Nee!'
      'Nou, wij ware het niet!'
      'Noem je mij een leugenaar?!' Zwaardere voetstappen klonken over het dek en Avery begreep dat de boze Wibbles naar de drie anderen was toegestapt. Dat was duidelijk te merken aan de stemgeluiden van de eerste twee.
      'Nee, nee natuurlijk niet,' jammerde ze beide, 'Laten we een nieuw vat gaan halen.' De mannen liepen bij haar vandaan en uiteindelijk was al het geluid van voetstappen verdwenen.
      Avery kwam uit haar schuilplaats te voorschijn en zocht het dek af. Ze kon wel raden dat de nieuwe vaten zich in de opslag beneden bevond en dat zij gemakkelijk een trap af kon lopen zonder betrapt te worden.
      Muisstil sloop ze over het dek naar het openstaande rooster toe. Ze keek het trappengat in en sloop toen zachtjes naar beneden. De kamer was compleet in duister gehuld, op het licht dat vanuit het trappengat omhoog kwam na. Wel kon ze aan weeszijde van de kamer de silhouetten van kanonnen zien staan. Luid gesnurk klonk door de kamer en Avery realiseerde zich dat dit de slaapplaats was van de piraten. Het stonk er verschrikkelijk naar zweet en vuile kleding. Ze rook nog wel andere smerige luchten, maar probeerde er niet over na te denken. Toen ze de vier piraten de trap omhoog zag lopen, verschool ze zich in de duisternis en wachtte geduldig tot zij weer het dek op waren gelopen. Dat was kinderspel, dacht ze. En ze zou straks gemakkelijk door een van de kannongaten het water weer in kunnen springen.
      Avery liep zachtjes de trap af naar beneden. Ook deze kamer was verduisterd op een enkel brandende lampje na. Avery vroeg zich af hoe de piraten hier ooit iets konden vinden in deze duisternis. Bovendien was het er een grote puinhoop; overal lagen omgevallen kratten of opengescheurde zakken en het verbaasde Avery opeens niet meer dat piraten vaak een houten been hadden. In deze puinhoop was het geen wonder als je ergens je been over brak.
      Ze liep de ruimte rond en keek om zich heen. Er stonden rijen vaten, waarschijnlijk met water en rum en ook kratten met voedsel en fruit. Dit was de opslag, geen twijfel mogelijk. Het was echter minder stil in de ruimte dan ze had gehoopt. Achterin de kamer hoorde ze gerommel en ze verborg zich snel, maar het bleef bij het gerommel. Behoedzaam sloop ze tussen de kratten richting de achterkant van de kamer, waar een zwak licht van een olielamp scheen op een aantal kooien. Ze sloeg haar hand geschrokken voor haar mond om wat ze daar aantrof. In een van de kooien stond een grote tobbe, waarin twee sirenen waren vastgeketend. Hun schoonheid viel in het niets in vergelijking met hun zuster, Korafay; hun haren waren warrig en ongekamd, dikke wallen onder hun ogen en ze zagen er schriel uit. Maar dat is wat gevangenschap met iemand doet, bedacht ze zich.
      Avery wist niet goed hoe ze dit zou gaan aanpakken. De sirenen waren te lang op vijandige grond geweest en zouden haar zeker als een van hen zien, maar ze moest hen ervan overtuigen dat ze hen wilde helpen. Tobben had geen zin, daar had ze te weinig tijd voor, dus ze slaakte een diepe zucht en liep vanachter de tonnen het licht in.
      Toen de meerminnen haar in de gate kregen, siste ze furieus naar haar. Hun volle lippen werden verwisseld voor rijden vlijmscherpe tanden en hun porseleinen huid voor slijmerige schubben. Met bloeddoorlopen ogen keken ze woedend haar kant op, terwijl ze nijdig met hun staart zwaaiden. Het was een angstaanjagend zicht. Avery merkte aan haar lichaam dat ze banger was dan ze had gehoopt. Deze twee zussen waren nog schrikwekkender dan de sirene die haar afgelopen nacht het water in had geprobeerd te trekken. Maar ze kon zich niet laten kennen, dus ze zakte door haar knieën en bood hen haar hand aan, terwijl ze voorzichtig naar ze glimlachte. 'Ik ben niet een van hen,' zei ze, 'jullie zuster heeft me gezonden. Ze denkt aan een plan om jullie te helpen ontsnappen.'
      De sirenen wisselde een blik met elkaar en het moment dat ze beide gehaast hun hand aanboden, verdween hun gruwzame vorm. Avery pakte hun handen vast en meteen werd de stilte gebroken door hun paniekerige stemmen.
      'Laat Koraday wegblijven!'
      'Het is hier gevaarlijk!'
      Avery glimlachte. 'Geen zorgen. Ik ben hier om haar door te geven dat jullie leven. Korafay zal niet komen. Niet zonder een plan. De walvissen hebben haar nodig.'
      'De walvissen, aye?'
      De haren in Averys nek sprongen gelijk omhoog en haar lichaam volgden hun voorbeeld. Ze draaide zich bruusk om. De sirenen hadden hun woeste gedaante weer aangenomen en siste lelijk naar de indringers. Vanuit de schaduw stapte een jongen van misschien een jaar of veertien. Alles aan hem leek echter ver van kinderlijk. Hij had een grijns rond zijn lippen die haar kippenvel bezorgde en de blik in zijn ogen straalde niets anders dan sadisme uit. Dit was een jongen die ervoor leefde anderen ellendig te laten voelen en hun wereld voor hun ogen te vernietigen. Avery voelde de vijandigheid van hem afstralen en wist dat ze nu recht voor Jacob stond.


Reageer (4)

  • Slughorn

    AAAAH! Jacob! Echt?! Waarom precies hem!

    5 jaar geleden
    • Laleah

      Hahaha omdat slechteriken altijd op het juiste moment komen binnen vallen natuurlijk xD

      5 jaar geleden
  • BOOKWURM

    Damn dit is goed geschreven Leah, damn....

    6 jaar geleden
    • Laleah

      Dankjeweeeel!!

      6 jaar geleden
  • Culloden

    Oh oh. Hopelijk overkomt haar niks!

    6 jaar geleden
    • Laleah

      Fingers crossed!

      6 jaar geleden
  • Heronwhale

    Urgh jacob waarom moet je nou het hele plan verzieken?!

    6 jaar geleden
    • Laleah

      Ja, Jacob, ga een eind fietsen ofzo! ;)

      6 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen