Foto bij 046 • Verloren en gevonden



      Peter Pan

      Peter zuchtte diep. Het deed hem pijn aan het hart om Avery achter te laten, maar ze zou zichzelf wel redden. Bovendien waren Lyria en Terence bij haar. En ze wist haar mannetje te staan met het zwaard. Ze was niet hulpeloos en zodra Peter had afgerekend met Jacob, zou ze geen gevaar meer lopen.
      Hij legde zijn hand tegen zijn heup, waar in het buideltje het kleine zakhorloge zat dat hij had meegenomen uit Tinks huisje. Hij moest het zo snel mogelijk afhandelen. Toch vroeg hij zich af of hij Avery aan wal had moeten laten. Zelf wilde ze dat niet. Ze wilde niet niks doen terwijl de rest hun leven waagden om haar plan uit te voeren. Opzoek gaan naar de elfjes was de veiligste taak die er was, zeker omdat de indianen en hij zich bezighielden met de piraten.
      Hij omklemde het handvat van zijn zwaard en stortte zich in het gevecht. Het was zijn taak om Jacob aan te pakken, dat was wat ze hadden afgesproken. De piraten konden niks tegen hem beginnen, maar Jacob wist hoe hij Peter kon verslaan. Hij hoopte alleen vurig dat dit niet het geval was, zeker niet nu Avery over dit schip liep.
      Hij ging een van de piraten te lijf en ontweek met gemak een aanval met een zwaard. Peter sloeg zijn zwaard hard tegen dat van Damien Salt, een van de piraten met een buitenlands uiterlijk. De man was sterk en als Peter van hem een klap zou krijgen dan zou hij zeker meer dan alleen sterretjes zien. Dat was vroeger het geval, maar nu was Peter ook een stuk sterker en dat wist hij. Bovendien had hij een doel. Hij moest het schip veilig maken voor Avery. Hij keek het dek over en zag Avery met de elfjes de trap aflopen. Achter hen lag het lichaam van een van de piraten. Peter glimlachte. Ze had die zonder hem verslagen.
      Avery werd weer belaagd door een piraat, maar ze ontweek zijn slag door over de trap te springen. Peter glunderde en sloeg zijn zwaard richting de piraat voor zich. Ze waren een geweldig team. Er was niets dat hun tegen kon houden.
      Plotseling klonk er een harde knal en voor Peter het wist was zijn lichaam ingewikkeld in een zwaar net. Net een klap belande hij op het dek. Vloekend en tierend greep hij naar zijn dolk en probeerde zich ermee los te snijden. Hij moest hieruit komen.
      Bulderend van het lachen sloeg Damien zijn zwaard naar Peters gezicht en sneed een bloederige reep huid van zijn wang. Peter schreeuwde en liet zijn mes vallen. Bloed sijpelde uit de diepe snee in zijn wand en drupte op het houten dek. Woedend keek hij op naar de piraat. Er waren geen woorden voor nodig om te vertellen waar Peter naar lustte, maar hij zat vast. Het touw waarvan het nek was gemaakt was loodzwaar en hij kreeg het met geen mogelijkheid opgetild.
      Met een takel werd het net met Peter omhoog gehesen tot hij drie meter boven het dek hing. De wond op zijn wang prikte venijnig.
      Peter keek omlaag en zag zijn mes en zwaard op de grond liggen. Hij kon er met geen mogelijkheid bij. Vloekend keek hij om zich heen. Tigerlilly was te ver van hem verwijderd om hem te horen. Hij voelde zich een mislukkeling. Hij had Jacob nog niet gevonden, was gevangen door zijn bemanning en nu kon hij Avery niet beschermen.
      Onder hem hadden de piraten zijn wapens ingenomen en probeerde de indianen van zich af te houden. Peter riep naar beneden, maar de roodhuiden leken hem niet te horen, of ze hadden geen tijd voor hem.
      Plotseling schoot het net met hem richting het dek en belandde hij hard op de houten planken. Het zware touw drukte tegen zijn kapotte wang en meer bloed gleed over zijn gezicht. Peter vloekte en keek op. Tigerlilly trok met geweld haar speer uit de rug van een piraat en sneed het net ermee open.
      'Houd je hoofd erbij, Pan!' Ze trok het kapot gesneden net van zijn lichaam en hielp hem overeind. Haar gezicht, haar armen, haar benen, alles zat onder de wonden, maar het leek haar niets uit te maken. Tigerlilly was een echt krijgster. Zij zou niet onderdoen voor wat bloed.
      Ze raakte met haar vingers de wond op zijn wang aan. 'Deze oorlogswond zal geëerd worden.' Ze drukte een kus op zijn voorhoofd en stortte zich weer in het gevecht.
      Peter pakte zijn zwaard van de grond en keek om zich heen. Hij verwonderde zich erover dat hij Jacob nog niet had gezien. Meestal schaamde hij zich er niet voor zich te laten zien, zeker niet als hij zijn behendigheid en kracht in een gevecht kon laten zien. Hij wreef het Peter het liefst voor ieders ogen in als Peter zou verliezen. Het antwoord op die vraag kwam later, toen Terence aan kwam vliegen. Hij droeg een bos sleutels bij zich. Peter keek achter hen, maar kon Avery nergens vinden. 'Waar is ze?' vroeg hij meteen toen Terence hem bereikte.
      'Jacob heeft haar,' vertelde Terence. 'En hij heeft Lyria ook meegenomen.'
      'Wat? Hoelang was dat geleden? Waar is ze? Vertel het me!' Peter vergat het gevecht dat om hen heen doorvoer. Zijn hart raasde als paardengetrappel in zijn borst.
      Terence wees naar de kapiteinshut en Peter had nog nooit zo snel gevlogen. Met een ruk trok hij de deur open. 'Avery!' riep hij benauwd en keek de ruimte rond. Ze was nergens te vinden. Terence kwam eindelijk aanvliegen en Peter draaide zich bruusk naar hem om. 'Wat is er gebeurt? Jullie zouden op haar letten!' riep hij nijdig.
      'Het was niet onze schuld, Pan!' riep Terence verdedigend. 'Wij beschermde haar zodat zij de elfjes kon vrijlaten, maar Jacob had haar opgewacht. Hij verwachtte jouw waarschijnlijk.'
      'Waar is ze, Terence?' drong Peter aan. Hij voelde hoe de adrenaline door zijn aderen gierde. Zijn handen werden klam van angst en hij zou het liefst het hele schip tot zinken brengen, zo woedend was hij.
      'Hij sloeg haar op het hoofd met zijn pistool en nam haar mee door het raam.' Terence wees naar het raam en Peter vloog er naartoe. Er hing een kabel die naar het strand leidde, maar Jacob noch Avery was te vinden. 'Ik ga achter haar aan,' besloot hij.
      'Nee, Peter wacht! De elfjes. Ik ben te klein om het slot open te krijgen.' Terence vloog met de sleutelbos naar hem toe.
      Peter pakte het aan en staarde ernaar. Avery had hem nodig, maar er was nog een meisje dat hulp nodig had en zij had dat al jaren nodig. 'Tink,' fluisterde hij. Hij keek om zich heen en vond de kast met het grote slot. Snel probeerde hij elke sleutel die aan de bos hing en uiteindelijk klikte het slot open. Spanning gierde door zijn lichaam toen hij de deur opende.
      Daar stond, opgestapeld en wel, een hele opslag aan elfjes in potten. Met grote, verraste ogen keken ze vermoeid naar het plotselingen licht dat dat de verduisterde kast inscheen. Ze sprongen op toen ze Peter zagen en huilden van blijdschap, al kon hij ze niet horen door het glas.
      Een voor een haalde Peter de potten uit de kast en liet de elfjes vrij. Hij merkte dat hoe meer elfjes hij bevrijde, hoe klammer zijn handen werden. Zou Jacob dan toch niet hebben gelogen? Zou hij haar dan toch nooit meer terugzien.
      Pot na pot werd uit de kast gehaald, dop na dop werd opengedraaid en elfje na elfjes werd losgelaten. Jubelende elfjes vlogen rond de kamer toen ze eindelijk de vrijheid weer proefden, maar Peter gaf maar om één ding. De kast werd steeds leger. En toen vond hij haar. Zijn hart stond een tel stil. Ze had haar handen tegen het glas gedrukt en huilde van blijdschap. Haar blonde haren, die altijd netjes in een knot gebonden zaten, zaten uit model en de knot hing slap opzij. Onder haar hemelsblauwe ogen zaten dikke wallen, maar rond haar lippen speelde een dankbare glimlach.
      Peter rukte de dop van de pot en Tinkerbell vloog hem in de armen. 'Je hebt me gevonden!' Haar stem klonk gebroken door het huilen, maar zo gelukkig. Peter voelde niet eens meer dat zijn ogen nat werden en het deerde hem niet dat de tranen over zijn wangen liepen. Hij voelde zelfs het zout van zijn tranen niet steken in de wond op zijn wang. Hij had zijn vriendinnetje weer terug.
      'Je leeft. Tink, je leeft.' Meer dan een fluistering kwam er niet over zijn lippen en toen hij haar aankeek, kon hij pas echt weer glimlachen. Het was geen droom, Tinkerbell vloog écht voor hem en hij zou haar nu nooit meer kwijtraken.
      'Je wang,' zei ze geschrokken, maar Peter schudde zijn hoofd. 'Het geeft niet. Ik voel me prima. Het spijt me zo dat ik je in de steek liet.' Hij keek om naar de rest van de elfjes. 'Jullie allemaal.' Tinkerbells vriendinnen schonken hem bemoedigende glimlachen. Ze zagen er vermagerd uit, minder fit dan hij ze kende, maar ze leefden allemaal.
      Hij voelde een klein handje tegen zijn wang. Tinkerbell glimlachte. 'Je bent er nu. Daar gaat het om.'
      'En ik zal nooit meer weggaan.'
      Er klonk een klein geschraap van de keel en Peter keek om. Terence keek met grote ogen op naar Tinkerbell. En Tinkerbell keek hem aan. 'Terence?' fluisterde ze.
      'Dag Tink,' zei hij ongemakkelijk. Hij leek niet te weten wat hij moest zeggen, maar Tinkerbell wist daar wel een antwoord op. Ze vloog hem om de hals en kuste hem.
      Peter sloeg hen met grote ogen gade. Tinkerbell was er niet een zich voor dingen te schamen, maar dit was ook voor haar erg gedurfd.
      Toen Tinkerbell Terence weer losliet keek ze hem aan. 'Zeg nou maar dat je me gemist hebt,' zei ze lachend, haar blauwe ogen vol met tranen.
      Terence knikte. 'Er ging geen dag voorbij dat dat niet zo was.'
      Peter grinnikte. Maar toen bedacht hij zich plotseling waarom hij naar deze kamer gevlogen was. 'Avery!' riep hij en sprong op.
      Tinkerbell vloog onthutst naar hem toe. 'Avery?' vroeg ze.
      Peter knikte. 'Zij heeft jullie gevonden. Zij was degene die dit heeft georganiseerd. Jacob heeft haar.' Hij zette een voet door het raam en keek achterom. 'Jullie moeten allemaal terug naar de vallei. Koningin Clarion wacht op jullie. Ik ga achter Jacob aan.'
      'Ik ga met je mee!' Tinkerbell ging vastberaden op zijn knie staan. 'Ik heb mijn leven aan haar te danken.'
      'Ik ga ook mee.' Terence pakte Tinks hand en ging naast haar staan. 'Ik moest Lyria beschermen en Jacob heeft haar alleen meegenomen omdat Avery haar mens is.'
      Tinkerbell fladderde op. 'Heeft ze een mens? Oh, wat ontzettend leuk!' kierde ze en klapte in haar handen.
      Peter keek haar wenkbrauw optrekkend aan en ze viel stil. 'Juist. Tink, leer de sfeer proeven.'
      Peter knikte. 'We gaan!' Hij sprong uit het schip en vloog naar het strand toe. In zijn gedachten hield hij maar een ding vast, het gezicht van Avery.

Do you love me again? (wbw)




Reageer (8)

  • Slughorn

    Juist Tink, leer de sfeer proeven. (':
    Hilarisch

    5 jaar geleden
  • Hopefulness

    Oh my good goodness, TINKERBELL BABY <3
    My heart can't handle this excitement and suspension.
    Of course I love you you beautiful being!

    6 jaar geleden
  • BOOKWURM

    Oke ik ben minder boos nu. Peter zal haar wel redden

    6 jaar geleden
  • Butterflygirl

    Ja dit komt wel goed. Hoop ik. Tenzij jij zo'n naar persoon bent die de hoofdpersoon op het laatste moment dood laat gaan *kuch kuch* ik haat je als dat doet *kuch kuch*

    6 jaar geleden
  • XHeroes

    Nop Leah nog steeds niet. Dankzij jou ship ik nu ook Tinks en Terence :p

    Nou hup laat onze held Avery vinden en dan ben ik weer blij ^^

    6 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen