Woord: Beest

Het beest binnenin

Er zat iets onder zijn huid. Hij wist niet wat het was, misschien waren het gewoon zijn eigen botten, maar zo voelde iets. Iets kroop over zijn ingewanden, drukte zijn huid omhoog. Wanneer hij in de spiegel keek om te kijken hoe erg het was, zag hij amper beweging.
      Hij liet zijn T-shirt naar beneden vallen, negeerde de jeuk en trok zijn jas met een wild gebaar van de kapstok, om hem daarna vluchtig aan te doen en naar buiten te stappen. De koude raakte hem niet zoals deze hem vroeger had geraakt.
      Hij veranderde. Alles wat hij ooit was geweest, de gevoelens die hij ooit had gehad, leken op te lossen in de ijle lucht. Hij vroeg zich af of dat ‘iets’ onder zijn huid de oorzaak was, of de situatie thuis er misschien iets mee te maken had.
      Het was de bedoeling geweest om een rustige wandeling te maken, maar hij voelde zich zo opgefokt dat hij steeds sneller begon te wandelen, tot zijn tempo zo hoog was dat hij aan het rennen was. Steeds opnieuw keek hij achter zich, alsof hij vermoedde dat het ‘iets’ onder zijn huid plotseling uit zijn rug zou barsten en hem zou achtervolgen.
      Hij was klaar om aan zichzelf te ontsnappen, maar daar kreeg hij de kans niet toe. Hij zakte door zijn knieën en kon zichzelf nog net tegenhouden door zijn handen tegen de grond te zetten. Zijn hoofd leek een ton te wegen. Het voelde haast of zijn nek zijn eigen hoofd niet meer zou kunnen dragen.
      Hij gromde. Zijn stem was vervormd en had niets meer dat de schijn gaf van een menselijke stem. Hij was zo verbaasd door zijn eigen geluid dat hij op dat moment vergat druk te zetten op zijn handen en tegen de grond werd geslagen door het gewicht van zijn eigen lichaam. Het was alsof de zwaartekracht plotseling verhoogd was en hij zichzelf niet meer overeind kon duwen.
      Het ding in zijn rug zette druk op zijn huid. Zijn spieren trokken samen, allemaal tegelijk, alsof heel zijn lichaam werd getergd door de meest pijnlijke kramp. Hij vroeg zich af of hij ooit nog zou kunnen lopen met zo’n pijn. Het antwoord kwam al snel: nee. Zijn onderarmen begonnen te draaien, de huid draaide niet mee en scheurde open. Het hele gewricht van zijn elleboog spatte uit elkaar. Hij vermoedde dat hetzelfde gebeurde rond zijn knieën, maar hij was zo gefocust op zijn armen dat hij dat onmogelijk zeker kon weten.
      Zijn hals werd opgeblazen, waardoor hij moeite kreeg met ademen, zijn oren schoven naar achter, waardoor de huid vlak naast zijn ogen opnieuw loskwam. Hij vroeg zich af of hij dit zou overleven. Hij vroeg zich af of hij überhaupt nog leefde.
      Er groeide haar op plekken waar hij nooit haar had gezien en plotseling werd alles heel erg duidelijk: er het beest binnenin hem was naar buiten gekomen.
      Het beest zou niet wachten, totdat hij de volledige controle had over zijn lichaam.
      Er was niets wat hij kon doen.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen