Ik moet opschieten. Ik heb weinig tijd. Haastig loop ik door het park. Voor mij uit trippelt Pascal, mijn bruine terriër. Ik weet nog goed de dag dat we hem ophaalden uit het asiel. Emma mijn dochter ging mee, samen met haar tweejarige zoontje Peter. Dat is inmiddels vijf jaar geleden. Ondertussen is Peter al zeven. Ik vraag me af hoe het met hen gaat. Het is al zo lang geleden dat ik hen voor het laatst heb gezien. Zou Emma alweer opnieuw getrouwd zijn? Ze heeft nooit echt geluk gehad met mannen. Ook al niet toen ze op de middelbare school zat.
Ondertussen ben ik bij het meertje aangekomen. Het is erg mistig vandaag. Je ziet bijna niets. Het geeft een beetje een spookachtig gevoel. Ik houd niet van spookachtige of griezelige dingen. Nooit van gehouden ook.
Mijn vrienden noemden mij vroeger ‘De Angsthaas’, en terecht. Ik durfde niet eens in het donker naar de wc te gaan. Natuurlijk pestten ze mij altijd met het feit dat ik snel bang werd. Dat ik zo angsthaas was, nog steeds ben is niet zonder reden. Ik krijg nog steeds de rillingen als ik terug denk aan die gebeurtenis.
Opeens zie ik uit mijn ooghoek twee schaduwen. Ik schrik me rot. Als ik wat beter kijk zie ik dat het gewoon een man op een bankje is, met achter hem een grote wilgenboom. Opgelucht haal ik adem. “Mari je ziet spoken”, mompel ik tegen mezelf.
Pascal trekt aan zijn riem en loopt richting de boom. Waarschijnlijk wil hij zijn behoefte hier doen, net zoals gisteren. Ik trek hem aan zijn riem terug. “Nee Pascal, daar hebben we geen tijd voor. Je moet het straks maar in de tuin doen.” Snel loop ik verder. Straks kom ik voor de zoveelste keer te laat. Wat zal hij wel niet denken. De eerste keer dat wij elkaar weer zien na een lange tijd en ik kom te laat! Hij…
Ik ben dagenlang zenuwachtig geweest om hem weer te zien. Nog steeds ben ik zenuwachtig. Ik heb het hele huis van onder tot boven schoongemaakt en opgeruimd, ik heb zijn lievelingseten opgehaald en ik heb de koffie klaargezet.
Nicol de buurvrouw zei dat ik niet zo gestrest moest doen. “Twee jaar elkaar niet zien zal op jullie relatie echt geen grote impact hebben.” Nicol zei dat alles wel op zijn pootjes terecht zou komen. Nou moet ik zeggen dat zij vaker gestrest is dan ik. Dat is ook niet vreemd met drie kinderen en een man die veel op reis is voor zijn werk.
Nicol is altijd een erg goede steun voor mij geweest. Ook al is het leeftijdsverschil behoorlijk groot. Als ik ergens mee zat ging ik altijd naar haar toe. Andersom kwam zij ook altijd bij mij als zij ergens mee zat.
Door mijn gemijmer had ik niet door dat ik het park alweer uit was gelopen. De riem wordt strak getrokken als Pascal bij een bosje blijft staan om te plassen. Ongeduldig blijf ik op hem wachten. Was Tinka maar terug van school, dan had ik haar kunnen vragen of ze Pascal uit wilden laten. Die zou ongetwijfeld ja hebben gezegd. Tinka is de oudste dochter van Nicol en ze vindt honden helemaal geweldig. Ze hebben zelf geen hond, omdat haar broertje en zusje liever katten wilden. Tinka komt daarom vaak bij mij langs om met Pascal te spelen.
Inmiddels is Pascal klaar en we lopen verder. Aan het einde van de straat gaan we de hoek om. Ik zie ons huis al staan. Voor de deur staat een groene Volvo. Zijn auto. Hoelang heeft hij die auto nou al? Toen we elkaar voor het eerst ontmoeten had hij die auto al.
Ik ga langzamer lopen. Pascal daarin tegen ruikt zijn huis en wil doorlopen. Dit keer sleurt hij mij mee in plaats van dat ik hem mee sleur.
Ik haal even diep adem en loopt naar het huis. Ons huis.

Reageer (1)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen