||Serena Faith Young

De volgende dag ben ik vroeger wakker dan normaal. Zelfs Emily en Sam zijn nog niet op. Met een zucht duw ik me van mijn bed af en strompel ik zonder krukken naar mijn kledingkast. Ik trek een leuk shirt met een van mijn joggingbroeken aan, poets mijn tanden en doe mijn haar.
      Ik pak mijn krukken en hobbel naar de trap. Ik glijd uiterst charmant van de trap af naar beneden en strompel naar de keuken. Ik maak een ontbijtje voor mezelf terwijl het buiten langzaamaan licht begint te worden. Het gestommel dat van boven komt betekent dat Emily en Sam inmiddels ook wakker zijn en als ik het opgetogen babbel van mijn zusje hoor, weet ik ook dat die ook weer van de partij is.
      Ik schrik op als ik ineens keihard wolfgejank hoor en ik leg hand op de plek waar mijn hart zit. Nog geen seconde rinkelt de telefoon en weer spring ik twee meter de lucht in.
      'Damn, ik heb een slecht geweten,' mompel ik onder mijn adem. Ik strompel naar de telefoon en neem op. 'Huize Uley.'
      'Serry!' hoor ik Embry gestrest uitroepen. Zijn stem wordt overstemd door geruis van het regen en het geblèr van een slecht lopende motor. 'Het is Thorn, ze heeft een ongeluk gehad!'
      'Wat!? Bel de ambulance, sukkel!' schreeuw ik geschrokt door de telefoon. Ik werp een onheilspellende blik naar buiten. Een ongeluk met dit weer? Dat kan niet goed aflopen. Ik neem een diepe teug zuurstof en dwing mezelf om kalm te worden. Het heeft geen zin als Embry en ik beide als kippen zonder kop gaan schreeuwen naar elkaar. 'Hoe erg is het?'
      'Ik heb het ziekenhuis al gebeld en ze bloedt en ze praat niet meer,' ratelt Embry. 'Het is richting de weg naar school. Kun je alsjeblieft met iemand hierheen komen?'
      Precies op dat moment komen Sam en Emily van de trap afgelopen en stormen Paul en Jake het huis binnen.
      'Sam! We moeten naar school! Thorn heeft een ongeluk gehad op de weg en Embry is bij haar!' schreeuw ik gepanikeerd. Ik hang Embry op en prop mijn mobiel in mijn zak.
      Sam, die zoals altijd compleet beheerst en kalm blijft, geeft me een kneepje in mijn schouder en geeft Emily een blik die boekdelen spreekt. 'Paul en ik gaan er meteen op af, jij en Jake volgen en Emily blijft bij Claire,' beveelt Sam.
      Emily knikt, drukt een kus op mijn hoofd en tegen de tijd dat ze me loslaat zijn Sam en Paul al verdwenen en kijkt Jake me afwachtend aan.
      Helemaal in shock strompel ik naar Jacobs Renault, neem plaats naast Jake en het moment dat ik mijn gordel heb vastgeklikt, scheurt Jake de weg op.
      Honderden gedachten vliegen door mijn hoofd. Ik ken Thorn nog maar twee dagen, maar ik heb nog nooit zoveel gelachen als de afgelopen twee dagen. Haar humor is lachwekkend en hoewel haar opmerkingen soms niet eens zo grappig zijn, moet je wel lachen als je die idiote en aanstekelijke lach van haar hoort. Bovendien voelt het zo natuurlijk dat het bijna een angstaanjagende gedachten is om mijn eerste, echte vriendin te verliezen.
      'Hé, niet te veel stressen,' zegt Jake sussend. Hij pakt mijn hand vast en hoewel normaal allerlei vlinders door mijn buik fladderen als hij mijn hand beetpakt, kan ik nu niets anders doen dan in zijn hand knijpen en hopen dat de schade meevalt.

Reageer (1)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen