||Cara Roseanne Cullen

De beste manier om Alec te overleven, is door Alec te zijn. Als Alec iets zegt - wat niet vaak gebeurt -, is het enige wat je moet doen blah-blah-blah erdoorheen tetteren om hem weer stil te krijgen. Het verbaast me iedere keer hoe zuur die jongen kan kijken. Al is er wel een probleempje: Alec is beter in Alec zijn dan ik, dus dat is een beetje jammer.
      'Kunnen we naar buiten?' vraag ik op een zeurderig stemmetje dat Alec irriteert.
      'Nee.' Zijn antwoord is kort, maar krachtig en hij haalt zijn ogen niet van zijn boek. Dat is overigens al zijn derde boek van vandaag. Ik zou Demetri bijna gaan missen.
      'Kunnen we naar de tuinen?' vraag ik met een pruillip.
      Alec kijkt met rollende ogen op. 'De tuinen zijn buiten, Cara.'
      'Precies!' roep ik uit. Ik vouw mijn handen in elkaar en kijk Alec met mijn beste puppy-oogjes aan.
      'Nee,' zegt Alec op dezelfde toon en hij richt zijn ogen weer op zijn boek. Vervelende bastaard.
      'Kunnen we dan alsje-, alsje-, alsje-, alsjeblieft naar de keukens gaan?' vraag ik nog zieliger. 'Ik heb honger.'
      'Ik ga erover nadenken,' antwoordt Alec ongeïnteresseerd.
      Een gevoel van triomf trekt door mijn lichaam en met een zelfingenomen glimlach ga ik weer op Demetri's bureaustoel zitten. Eindelijk kan ik deze kamer verlaten en meer delen van het kasteel zien. Nog meer dan Marcus me gisteren heeft laten zien. Alec moet gewoon aan mij gewend raken en zodra dat gebeurt, kan ik hem met gemak om mijn vinger winden. Dat effect heb ik nou eenmaal op wezens volgens mijn familie. Ik bedoel, Marcus en Aro haten me ook niet compleet.
      Met vragende ogen kijk ik Alec aan. Hij laat een dramatische zucht horen en kijkt op van zijn boek. 'Wat nou weer, Cara?'
      'Ben je al klaar met nadenken?' vraag ik hoopvol.
      'Ja, al een tijdje geleden,' antwoordt Alec en ik rol met mijn ogen.
      'En?' vraag ik afwachtend. Zeg ja, zeg ja, zeg ja...
      'Nee.'
      En dat was niet het antwoord dat ik wilde horen. 'Mijn god! Jij bent zo'n verschrikkelijk, saai monster! Ik ga zelf wel naar de keukens, ik heb jou of wie dan ook helemaal niet nodig!' Mijn betoog begon sissend, maar tegen het einde van de zin schreeuw ik al mijn frustraties eruit. Oh hoe ik mijn normale familie mis! Die zijn lang niet zo vervelend.
      Alec kijkt me met een opgetrokken wenkbrauw aan, duidelijk nog steeds niet geamuseerd of overgehaald. 'Ben je klaar met je kinderachtige tirade?' vraagt hij.
      Geërgerd pak ik een kussen en smijt ik die met een kreet tegen Alecs hoofd. Alec vangt het kussen natuurlijk met gemak op en voor even zie ik een kleine glimlach, al verandert zijn gezicht zo snel weer, dat het net zo goed een verbeelding kan zijn. 'Mensen zijn zo grappig als ze boos zijn,' grijnst Alec plagerig.
      Het enige wat ik doe is een verdwaalde pluk uit mijn gezicht blazen, terwijl ik mijn rug naar de vampier draai. Wat een verschrikkelijk monster.
      'Oké, oké, ik zal je meenemen naar de keukens.'

Reageer (4)

  • Slughorn

    Wel, dat kussen haalde hem wel over (':

    5 jaar geleden
  • Fantasy_World

    Mwhahahaha, zie het werkt wel...
    Gewoon door blijven zeuren, zanniken en zagen geven ze vanzelf wel toe...

    6 jaar geleden
  • XHeroes

    Okay okay! I SHIP THEM EVEN MORE!!!!!

    6 jaar geleden
  • Butterflygirl

    Hahahaha geweldig. Zo kinderachtig. En daar was mijn kussen wahaha

    6 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen