||Cara Roseanne Cullen

In mijn eentje dwaal ik door het kasteel. Je zou verwachten dat je naar een paar dagen wel de weg zou weten in een kasteel. Maar nee, ik heb de genen van mijn ouders niet en mijn richtingsgevoel is kort gezegd waardeloos. Zachtjes neuriënd probeer ik Demetri's kamer te vinden. Demetri kan ik niet roepen, die is aan het werken en Alec is ergens ver weg jagen dus hij is ook geen optie.
      'Ben je de weg kwijt?' klinkt ineens een honingzoete stem.
      Geschrokken draai ik me om en kom ik oog in oog te staan met een vampier die ik nog nooit eerder heb gezien. Hij heeft een bleke, olijfkleurige huid, maar blonde haren die erg afsteken met zijn inktzwarte ogen. Hij leunt nonchalant in een deuropening, maar likt zijn lippen alsof hij zijn prooi heeft gevonden. Oh nee, hier zit ik dus net niet op te wachten.
      'Uh ja, ik probeer de weg te vinden naar Demetri's kamer,' mompel ik voorzichtig en zo vriendelijk mogelijk. Ik zendt de vampier van een jaar of vijfentwintig mijn vriendelijkste glimlach, maar hij verrekt geen spier.
      'Die weg ken ik niet, maar ik kan je wel de weg naar mijn kamer laten zien,' grijnst de man soepel. Hij duwt zich van de deuropening weg en komt met een paar gracieuze stappen op me afgelopen.
      'Oh, uh... dan ga ik even verder zoeken,' mompel ik onder mijn adem. Ik draai me snel om weg te lopen, maar een marmeren hand op mijn schouder zorgt ervoor dat ik geen stap verder kom.
      'Ik denk het niet,' fluistert de vampier zachtjes in mijn oor.
      Een onprettige rilling kruipt over mijn rug en ik hoop vurig dat iemand, het maakt me niet uit wie, me kan komen rennen. Het mag zelfs vervelende, irritante Alec zijn, gewoon iemand.
      'Oliver,' mengt een jonge, poeslieve stem zich in het gesprek.
      Het volgende moment valt Oliver kreunend van de pijn op de grond en met wijd opengesperde ogen kijk ik van Oliver, die over de grond rolt van de pijn, naar Jane, die mij zowaar gered heeft.
      'Je moet leren om van dingen af te blijven die niet van jou zijn, Oliver,' zegt Jane spottend. Ze geeft hem nog een nare blik, voordat ze haar eigenaardige gave stopt en Oliver de kans gunt om weg te rennen, wat hij dan ook gelukkig direct doet.
      Met een hart dat overuren maakt kijk ik Jane aan, die me net zo kil als ik nerveus ben bekijkt. Haar ogen laten geen medeleven, noch genade zien en een huivering kruipt over mijn rug. Misschien was Oliver wel beter dan Jane.
      'Mens,' zegt Jane bij wijze van een begroeting. 'Heeft Demetri je niet gewaarschuwd over de gevaren van Volterra?'
      'Uh,' mompel ik onder mijn adem terwijl ik mijn blik afwend. Ondanks dat Jane haar gave niet gebruikt, doet het toch pijn om haar te lang aan te kijken.
      'Ik zie het al,' mompelt ze onder haar adem. Vervolgens draait ze zich om en gunt ze me een korte blik over haar schouder. 'Volg me.'
[

Reageer (4)

  • Fantasy_World

    Whahahhahahahaha...
    Arme, arme Oliver...
    Hmmm, Jane met haar stupid gave...
    Ben benieuwd, more, i want more....

    6 jaar geleden
  • Butterflygirl

    Hahaha I love it. This would be me though

    6 jaar geleden
  • Caraxes

    Yes Jane is kinda m'n favoriet

    6 jaar geleden
  • XHeroes

    I'm so pleased with this chapter *main reason the torture of that guy ^^, don't ask question but I'm pleased with that 😁*

    6 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen