Matthew zat nog steeds in zijn cel, geduldig te wachten tot hij er eindelijk uit mocht. Vanochtend kwam de cipier hem zeggen dat hij er die dag nog weg mocht, maar dat er eerst een boete moest komen. Niet voor Matthew, maar voor de politie, omdat ze hem zo lang vast hadden gezet. En dus wachtte Matthew vol spanning af. Die middag kwam de cipier naar hem toe. Hij gaf Matthew een zak met geld en liet hem gaan. Matthew bedacht waar hij nu heen ging. Hij ging naar Jens, naar het weeshuis. Bij het weeshuis aangekomen ging hij direct naar de directeur. Na een lang gesprek was Matthews zak met geld veel leger. Hij had gezorgd dat niemand van de Xhofleers nog terug moest gaan naar het weeshuis en dat hij Jens mee mocht nemen. Matthew ging naar de keuken. Daar vond hij Jens, die naast de Emmer aan het werk was. ‘Jens!’ Jens keek op. Hij zag z’n broer staan en glimlachte. ‘Je bent vrij.’ ‘Ja, en jij ook! Daar heb ik voor gezorgd.’ Na een lange omhelzing en afscheid genomen te hebben van al hun vroegere vrienden stonden de broers buiten. Ze bedachten waar ze heen gingen. Ze besloten eerst in een paar winkels te gaan kijken. In de laatste winkel waar ze gingen kijken, zagen ze heel veel verschillende spullen die niets met elkaar te maken hadden. Er lagen allemaal spullen, maar wat ze met elkaar te maken hadden, dat was een raadsel. Er kwam een meisje op hun afgewandeld. ‘Hallo! Kan ik jullie ergens mee helpen, of willen jullie eerst even rondkijken?’ Jens en Matthew besloten eerst rond te gaan lopen. Jens kreeg het gevoel dat hij het meisje kende. Hij fluisterde tegen Matthew: ‘Nou niet gaan staren hoor, maar volgens mij ken ik dat meisje! En die jongen die uit de opslag komt met spullen ook!’ De jongen zette de spullen op z’n plek. Matthew tikte hem op z’n rug. Hij draaide zich om. Jens’ adem stokte in zijn keel. Die jongen, die jongen die daar stond, dat was Alex! Alex zei: ‘Jens! Matthew! Hoe komen jullie hier? Ik ben in ieder geval blij dat ik jullie zie, we hebben zoveel te bespreken! Trouwens, hebben jullie Nova gezien?’ Dus toch. Jens had gelijk. Ze kenden die jongen en dat meisje. Het waren hun oudere broer en zus.


Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen