Het is soort van mijn bedoeling om hier telkens de laatste zin(nen) uit het vorige hoofdstuk neer te zetten, maar er was nu nog geen vorige hoofdstuk, dus dat werkte dit keer niet.

HIER GAAN WE. 🦄

Begraafplaatsen zijn een eeuwige rustplek voor de doden. Voor de onsterfelijken zijn ze vooral stressvol.
      Bart had niet per se een hekel aan begraafplaatsen, maar hij had zich er ook nooit helemaal thuis gevoeld op de manier waarop andere weerwolven dat schenen te doen. Het was bijna exact een halve eeuw geleden dat hij wakker werd in een zeer, zeer krappe ruimte nadat hij zich er redelijk zeker van was dat hij dood was gegaan, maar het was een herinnering waar hij nog steeds niet volkomen passief op kon terugkijken. Levend begraven worden leidde tot wat trauma’s hier en daar.
      Anderzijds waren er dingen die hij erger vond dan begraafplaatsen. Liften, bijvoorbeeld. Een kleine ruimte zonder duidelijke uitgang of natuurlijk licht, en met het zeer reële risico dat de stroom een keer zou uitvallen en hij in het donker gevangen zou zitten in een luciferdoosje? Nee, bedankt. Dan liever een begraafplaats, een grote, open ruimte met wat grafstenen waar alle grafkisten een meter onder de grond lagen en hem niet konden lastigvallen.
      Niet dat dat ze minder creepy maakte, zeker in de schemering. Dat was gewoon natuurlijk: hij was een weerwolf, geen horrorfetishist. Hij had geen hekel aan begraafplaatsen, maar werd er ook niet per se blij van.
      Het hek was al open toen Bart aankwam en zijn fiets op slot zette. De fiets stond netjes in een van de rekken, want hij was geen wildeman. Hij wist niet zeker wat hij van het open hek moest denken. Hij was van plan geweest er gewoon overheen te klimmen, maar dat leek opschepperig nu hij het kon openen. Hij was vaagjes teleurgesteld.
      Het slot leek niet opengebroken, in ieder geval, wat een geruststelling was. Het leek disrespectvol om dingen te vernielen op een begraafplaats.
      Hij viste zijn telefoon uit zijn broekzak en schakelde de zaklampmodus in. Het vrat batterij, maar dat was het verbeterde zicht waard: het was nog niet echt donker, maar het was net donker genoeg dat lezen er lastig van werd. Hij moest een specifiek graf zien te vinden, dus zou hij zijn leesvaardigheid wel nodig hebben.
      De receptie was helaas gesloten om zes uur ’s avonds wanneer de begraafplaats dicht was, dus hij kon geen richtingsaanwijzingen vragen. De kaart op de rotonde vlak na de ingang gaf alleen in brede vlakken weer wat zich waar bevond. Het enige wat hij daar aan nuttige informatie uit haalde was waar de kinderbegraafplaats zich bevond, en waar hij dus absoluut niet heen moest. Deels was dat belangrijk omdat het graf dat hij zocht van een volwassen vrouw moest zijn, en deels omdat hij geen hekel had aan begraafplaatsen, maar wel aan kinderbegraafplaatsen. In zijn vijfenzeventig jaar op aarde was hij weinig dingen tegengekomen die minder universeel deprimerend waren.
      Uiteindelijk besloot hij voor de oudste tactiek in het boek te gaan: rondjes lopen tot hij vond wat hij zocht. De begraafplaats was gebouwd als steeds verder uitbreidende cirkels vanuit de eerste rotonde in het midden, dus hij kon zelfs letterlijk (halve) rondjes lopen zonder dat hij telkens op dezelfde plaats uitkwam. Na de eerste twee halve rondes besefte hij dat hij nog steeds tussen graven uit 1800 liep en dat de plaats (niet zo heel verrassend) gebouwd was van binnen naar buiten, dus hij skipte een paar ringen en kwam de eerste grafsteen met een datum uit 1989 tegen. Nog twee ringen verder bevond hij zich in een nieuw millennium van overleden mensen.
      Na drieëntwintig procent batterij vond hij wat hij zocht. Het was geen grafsteen, want de aarde was nog niet voldoende ingeklonken om te garanderen dat die niet om zou vallen, wat moest worden voorkomen omdat het allerlei verdrietige implicaties met zich mee kon brengen voor rouwende familie en vrienden. In plaats daarvan was het een kniehoog metalen prikkertje met een geplastificeerd stukje papier erop geplakt.
      Ava Gerstenman, geb. 10-1-1988 , overl. 31-10-2017.
      Ze was begraven in een vrij nieuw gedeelte van het kerkhof. In haar rijtje stonden drie grafstenen, maar ze waren aan de andere kant van waar zij lag, en er waren nog wat open plekken tussen. Er was nog geen grindpadje aangelegd, alleen een strookje gras tussen Ava’s rij en die er vlak voor.
      Ondanks het feit dat het november was, had het niet geregend, dus Bart voelde aan het gras. Het leek droog genoeg. Met een zucht liet hij zich zakken en maakte het zich zo gemakkelijk als mogelijk was in het inmiddels bijna volledig donker op een stukje gras in begin november, wat toegegeven niet erg gemakkelijk was. Hij trok zijn jas wat dichter om zich heen en wurmde zijn handen in de mouwen van de tegenovergestelde arm, want hij had zich beseft dat hij geen handschoenen had meegenomen.
      En toen was het wachten, want er zou waarschijnlijk de komende paar uur niets meer gebeuren. Hij sloot zijn ogen en probeerde zich te herinneren of hij iets wist over meditatie, want dit leek een goed moment om daar wat oefening in te krijgen. Hij liet de geluiden van de begraafplaats over zich heen spoelen. De wind die zachtjes door de bomen fluisterde had de overhand, maar hij kon in de verte ook wat auto’s horen, en één keer blafte er ergens een hond, mogelijk in een aangrenzende woonwijk. Hij had meer kunnen opvangen als hij zich had geconcentreerd, maar zijn op Hollywoodfilms gebaseerde kennis vertelde hem dat zich op zijn omgeving concentreren niet de juiste zet was. Hij probeerde aan niets te denken (en leerde hoe lastig dat was), zijn omgeving weg te laten vallen, zijn geest boven zijn lichaam uit te laten stijgen (of iets dergelijks) -
      “Goedenavond.”
      Bart zat al op de grond, maar desondanks kukelde hij bijna omver.

Reageer (10)

  • Phlegethon

    Levend begraven worden leidde tot wat trauma’s hier en daar. No shit xD Shocker dit.
    Na drieëntwintig procent batterij Hahhaha.
    Sowieso vind ik het heerlijk om te lezen dit (: en leuek emoji keuze bij de intro

    6 jaar geleden
  • Ringwraith

    Ik wacht nog steeds op de dag dat jij een boek uitgeeft. Je hebt zo'n unieke schrijfstijl dat ik zeker weet dat dat je moeiteloos gaat lukken. :3

    6 jaar geleden
    • Square

      Ahh, heel erg bedankt, Natas. Dat is een gigantisch compliment. <3

      6 jaar geleden
    • Zee

      Hey, ik kom hier om dit te herlezen, maar ik ben een enorm voorstander van dat idee. Inge, schrijf coole dingen en geef het uit. Ik moet jouw boek ooit in mijn kast hebben staan. Eerder zal ik geen rust vinden.

      5 jaar geleden
  • ProngsPotter

    Hij probeerde aan niets te denken (en leerde hoe lastig dat was), zijn omgeving weg te laten vallen, zijn geest boven zijn lichaam uit te laten stijgen (of iets dergelijks) -

    *Adoratie*
    Zoals al gezegd is inderdaad is jouw schrijfstijl zo geweldig goed en uniek. Ik sluit mij ook alvast aan bij die meeting!

    6 jaar geleden
    • Square

      Ook veel te lief, ah, dank je 😊😊

      6 jaar geleden
  • AlphaNoodle

    Oeh, het klinkt al leuk

    6 jaar geleden
  • periphery

    Die unicorn bovenaan alleen al. Ik denk niet dat het nog veel beter kan worden!

    6 jaar geleden
    • Square

      Hahaha, helemaal mee eens, die eenhoorn was het onbetwiste hoogtepunt van het hele verhaal. 😎

      6 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen