Dit is het op één na laatste hoofdstuk en om eerlijk te zijn voelt dat toch wel heel erg raar, maar ik zal jullie mijn gebabbel voorlopig nog besparen. We zijn er bijna. ✨

-

Het was nu een bijna bekende plek, een plaats waar hij een crimineel had helpen oppakken, een pizza had gegeten en heel wat dingen over het leven (en niet-leven) had geleerd. Dat was heel iets anders dan een locatie die hem de rillingen gaf wegens herinneringen van een halve eeuw geleden die werden opgeroepen door de algemene doelen van een begraafplaats.

Bart wist niet helemaal zeker of hij of Vladimir als eerste was blijven staan, maar ze stonden stil, vlak binnen de poort. Het hek stond nog steeds open, zoals het de hele nacht al had gestaan. Mogelijk was het goed dat ze de grafdief hadden opgepakt, want ze waren waarschijnlijk ook tenminste een deel van de reden dat hij überhaupt binnen was gekomen.
      Vladimir stond tegenover hem en keek naar het hek, in plaats van terug naar de begraafplaats. Bart probeerde er geen symboliek in te zoeken en het gewoon te laten voor wat het was. Niet alles hoefde een diepere betekenis te hebben. Hij kon niet werkelijk weten wat Vladimir dacht of ergens van vond zonder het hem gewoon te vragen.
      Hij haalde diep adem. Het was inmiddels echt nu of nooit. “Ik zou je heel graag een keer zien zonder de vampiertanden,” gooide hij eruit.
      Vladimir keek hem aan. Hij glimlachte, op een manier die opzettelijk zijn hoektanden extra ontblootte. “Geen opmerking over de mantel?”
      “Nee.” Bart liet zijn ogen over de mantel - en, in het verlengde daarvan, Vladimir - glijden. “Daar heb ik goede herinneringen aan.”
      Vladimir slikte hoorbaar. Bart vroeg zich af of hij al te ver was gegaan en moest beginnen met afzwakken van zijn woorden. Hij vroeg zich ook af of dat überhaupt nut had om te proberen, aangezien het er dik in zat dat ze twee stappen verwijderd waren van stijfjes “dag” tegen elkaar zeggen en elkaar nooit meer terugzien.
      Vladimir klonk verrassend onzeker toen hij sprak. “Was iemand met mijn exacte beschrijving een nummer geven iets wat je verdedigde uit principe, of omdat het mogelijk concreet van toepassing was op je eigen leven?”
      “Dat tweede,” zei Bart. “Definitief. Het tweede.”
      “Waar wacht je nog op, dan?”
      Barts hart, dat al een tijdje langzaam een aanloop aan het nemen was, nam nu de sprong en begon te bonken als een gek. “Ik zou je mijn nummer geven, maar ik heb geen idee of je überhaupt een telefoon hebt.”
      Vladimir lachte. “Ik heb een vaste telefoon, maar die deel ik met mijn drie huisgenoten, dus je zou niet zeker kunnen weten wie je precies aan de lijn krijgt. Zit je op Facebook?”
      “Zit jij op Facebook? Vergeet voorspelbaar, je zit vol verrassingen.”
      “Natuurlijk zit ik op Facebook. Het is tegenwoordig bijna sociaal verplicht, en al mijn vrienden zijn er en maken daar plannen voor barbecues en filmmarathons, dus ik zou alles missen als ik weigerde.”
      “Op een dag moet je me uitleggen welke moderne techniek je wel weigert en welke niet en hoe dat in vredesnaam logisch is,” zei Bart. “Maar Facebook! Dat is haalbaar.”
      “Vladimir Kondakov,” zei Vladimir, en het kostte Bart een moment om te beseffen dat dat zijn achternaam was. Hij had een achternaam. Vladimir was definitief een echt bestaand persoon, nu.
      “Ik zal je opzoeken,” beloofde hij.
      “Goed. Doe dat.” Vladimir glimlachte weer, en Bart had hem dat nog niet zoveel zien doen zo snel achter elkaar. Vladimir leek haast nerveus. Dat was goed, want het stelde Bart op zijn beurt weer een beetje gerust, want het betekende dat hij niet de enige was die hier zweethanden van kreeg. “Misschien kan ik dan de volgende keer voor de pizza betalen.”
      Barts mond viel nog net niet open. “Was dit een eerste date zonder dat ik het door had?”
      “Ik besefte het ook niet tot een paar tellen geleden,” gaf Vladimir toe. “Het is niet echt waarvoor we hier eigenlijk waren, of hoe zo’n eerste date er over het algemeen uit zou moeten zien.”
      “Geen lange stake-outs in het donker op een plek waar niets gebeurt?”
      “Geen willekeurige onderbrekingen door mensen die brons proberen te stelen van grafstenen van overleden mensen, vooral.”
      “Zijn er grafstenen van levende mensen?”
      Vladimir schudde zijn hoofd. “Ik kan niet geloven dat ik hier meer van wil.”
      Bart grijnsde zo breed naar hem dat het bijna pijn deed. “Maar dat wil je wel.”
      “Maar dat wil ik wel,” gaf Vladimir toe. Hij klonk bijna verslagen, maar zijn cape golfde op een manier die Bart inmiddels wist te interpreteren als positief. Vladimir schuifelde een beetje en tilde de stoel wat hoger onder zijn arm. “Goed, ik denk dat het dan nu echt tijd is geworden om dag te zeggen.”

Reageer (10)

  • Kjelaney

    JAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAA

    6 jaar geleden
  • Butterflygirl

    Hehehe eindelijk❤

    6 jaar geleden
  • AlphaNoodle

    Het werd nu gewoon met de zin Vlartiger!

    6 jaar geleden
  • Osha

    AAAH DIT IS ZO CUTE!!!!
    Ik zit hier nu echt met een gigantische grijns naar mijn scherm te staren want aaah dit is echt onzettend schattig.

    6 jaar geleden
  • Wiarda

    Zoenuh zoenuh zoenuh

    6 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen