~ ‘’De trein van twaalf uur vijfentwintig rijdt, vanwege een defecte bovenleiding, niet. Herhaling: …’’ Sophie en Feline keken elkaar geschrokken aan. ~



‘Pff, lekker dan,’ mompelde Sophie nadat de intercom ‘’uitgesproken’’ was, ‘eerst vertraging en nu kan ik helemáál niet meer naar huis.’ De moed zakte haar in de schoenen. Haar hondje Billy zou zich vast afvragen waar ze bleef.
‘Geen zorgen,’ stelde Feline haar gerust, ‘ik bel mijn huisgenootje wel even. Die is vaak rond deze tijd nog wakker.’

‘Stap in,’ zei de vrolijke blondine. Lara heette ze.
‘Vind je het echt niet erg om me helemaal naar huis te brengen?’ vroeg Sophie terwijl ze plaatsnam op de achterbank.
‘Neuh, ben je mal? Met de auto gaat het best snel. Ik hoef niet bij elke halte te stoppen,’ grapte ze. Feline keek vanuit de passagiersstoel naar Sophie en wapperde nonchalant met haar slanke hand.
‘Ze houdt wel van avontuurtjes, hoor.’
Sophie voelde zich gewaardeerd. Ze bewonderde deze bizarre situatie. Het had wel wat, zolang het maar weer goed kwam.
Tevreden keek ze een tijdje uit het raam, genietend van de muziek op de achtergrond. Ze staarde naar de verlichte huisjes in de verte, dat kalmeerde haar al sinds haar kindertijd. Ze werd er rozig van. Maar even later werd de fijne sfeer ruw verstoord. Lara en nog een paar andere autobestuurders moesten ruimte maken voor een ambulancewagen en wat politieauto’s die met volle snelheid voorbij sjeesden. Met z’n drieën probeerden ze te bedenken waar ze heen zouden kunnen gaan. Sophie volgde met haar ogen de zwaailichten. In de verte zag ze dat de wagens afsloegen, haar buurt in! Dat moest wel, want daarachter was niks anders dan een bos en een meer.
‘Oh nee,’ zei ze, ‘volgens mij is er vannacht geen kans op slapen.’
‘Rustig maar, meis.’ De bambie-ogen van Feline keken haar doordringend aan. ‘Misschien is het wel niet bij jou.’ Ze gaf Sophie een aai over haar knie en glimlachte.
‘’Na tweehonderd meter, sla rechts af,’’ zei de vrouwelijke robotstem van de navigatie. Ze spitsten hun oren. De sirenes waren gestopt. Oh, gos. Ze kon aan niks anders denken dan aan haar hondje. Als hij maar oké was…

Sophie had gelijk. Het was één grote puinhoop voor haar huis. De hele buurt stond buiten om te kijken wat er aan de hand was, zelfs mensen van een paar straten verderop. Juist omdat hier nooit wat gebeurt, is iedereen zo gefascineerd, bedacht Sophie. Was het zo ernstig?










+

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen