Foto bij O1.1

Het was helemaal anders, wakker worden met het geluid van de golven in de achtergrond. De zon scheen door een spleetje in het gordijn, net niet in haar gezicht maar genoeg om haar wakker te maken. Ze was er niet eens kwaad om, vreemd genoeg.
      Dit was het vakantiegevoel waar ze naar op zoek waren gegaan. Gewoon, ogen dicht en het geluid van de golven, de warmte van de zon. Rustig wakker worden. Voor de verandering niet wakker worden met het geluid van bussen en auto’s die aan hun campus passeerden. Het was eens iets helemaal anders dan het dronken gestommel van andere studenten die om vijf uur ’s morgens terug thuis kwamen van een fuif of van bij iemand anders op kot.
      Het was volledig anders dan wakker worden in de kliniek. Geen verpleegster die om zeven uur al aan de deur staat en blijft staan tot je bewogen hebt. Geen geklop in de achtergrond, geen stille goedemorgen’s die bij elke kamer horen. Geen mensen die tijdens de nacht binnenkomen en controleren of je er nog bent of niet.
      Hier kon ze wel gewoon aan worden. Wilde ze ook wel gewoon aan worden, met veel plezier.

Ze hadden een goed vooruitzicht voor zich en dat hielp zeker met het slapen. Een week zonder denken aan examens, nog geen stress over de punten die uiteindelijk uit die examens zouden komen. Voor de eerste keer in minstens in twee weken van niet om zes uur ’s morgens opstaan om de leerstof toch nog eens te herhalen omdat ze er anders niet zou komen.
      Wat ook al hielp met slapen was het feit dat een tegelvloer even goed zou liggen na de twee nachten in Hannah’s auto. Er was genoeg ruimte op de achterbank om haar uit te rekken, maar telkens als ze net goed sliep was het tijd voor Hannah of Evi om te slapen. Na twaalf uur was haar nek en haar schouders beginnen stram worden en na achtenveertig uur kon ze amper haar hoofd nog draaien.

Voor de verandering ook geen wekelijkse afspraak met haar psycholoog om na te komen. Er was nog steeds de medicatie die ze niet mocht vergeten en een telefoonnummer als noodcontact voor als ze in crisis zou gaan, maar het was anders. Rustiger.
      Ondertussen was het al een maand geleden dat ze het ziekenhuis had kunnen verlaten met de belofte om nog steeds te worden opgevolgd en als er iets was, terug naar een dokter te gaan. Anne zelf moest toegeven dat ze nog steeds niet stabiel was, zeker niet door de stress van de laatste weken, maar het was oké. Oké genoeg dat haar psychologe het oké vond dat ze op vakantie vertrok, zelfs al was het meer een oranje licht dan een groen licht.

De volgende week zou goed zijn om de voorbije weken van haar af te schudden. Het zou een goede week worden. Therese beloofde het zichzelf met haar ogen dicht, de warme zon ondertussen in haar gezicht. Het zou oké zijn. De donderwolken zouden wegblijven.
      Zelfs als ze niet voluit gelukkig zou zijn, zou het beter moeten zijn dan de afgelopen maanden. Anne zou haar medicatie blijven nemen en haar gedachten blijven neerschrijven en tegen haar volgende afspraak met Amy zou ze kunnen zeggen: ‘ik heb een goede tijd gehad, het was goed om weg te zijn’. Dat moest wel.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen