Ik laat een regen van slagen neerkomen op de oefenpop. Het verbaast me dat hij nog niet aan stukken gereten is, dit zwaard is vlijmscherp en aan wilskracht is er genoeg. Ik heb daarnet op een steen ingehouwen en de steen is gespleten alsof het een spons was. Ja ja normaal gezien mag je niet met een zwaard op een steen slaan omdat je dan het risico loopt dat het lemmet buigt en het blad misvormd raakt. Toch trok de steen mij aan, ik had zelfs het gevoel dat dit zwaard onmogelijk zou verbuigen. Aangezien de steen spleet en Gladiris nog geen schrammetje heeft, ga ik ervanuit dat mijn gevoel juist was.
Ik duw de pop aan de kant en probeer wat zogenoemde vierhoeken uit. Als je een vierhoek uitoefent moet je je voorstellen dat je langs 4 kanten tegelijk aangevallen wordt. Je voert eerst een blokkade aanval op de voorste uit en je valt aan naar rechts. Het volgende moment buk je je en draai je rond. Terwijl je met je zwaard een cirkel beschrijft. Daarmee dwing je de vijand achteruit te springen om niet geraakt te worden en krijg je zelf wat bewegingsvrijheid. Zo komen er nog een heleboel slagen achter maar het is geen vast patroon. Een vast patroon betekent de dood in een echt gevecht. Je moet je de hele tijd aanpassen en vloeiende bewegingen uitvoeren om de vijand te verassen. Ooit hoorde ik een gesprek over een zwaardmeester die zich één moest maken met de dans met de dood, alleen dan moet je niet meer denken en enkel maar reageren op instinct.
Ik ben nog niet lang met het zwaard bezig, maar sinds mijn ouders het me gegeven hebben de dag voor ik wegtrok. Vroeger speelde ik wel met stokken van gestorven bomen die ik vond in de woestijn. Om de een of andere reden heb ik altijd graag met die stokken gespeeld. Helaas waren dezen vele malen breekbaarder waren dan Gladiris dat nu in mijn handen rondcirkelt. Ik speelde zelfs met de andere kinderen. Wel leuk was dat iedereen me altijd in hun team wou als we een sportief spelletje deden. Ik was meestal de snelste of sterkste. De jongens vonden dat natuurlijk niet leuk, maar voordat we 10 zomers oud waren maakte dat niet veel uit. Dan was iedereen gelijk, daarna werd het een ander verhaal. De jongens groeiden langzaam uit tot mannen en konden niet langer tegen het verlies van een meisje.
Dat is nu natuurlijk wel al even geleden. Ze zouden me nu moeten zien. Ik grinnik, er was vast geen enkele jongen die het met me zou willen opnemen in een zwaardgevecht. Uiteraard zouden ze dan zeggen dat ze geen meisjes wilden pijn doen, maar ze willen niet uit angst om hun gezicht te verliezen.
Met al die herinneringen gaan mijn slagen zachter dan ik zou willen. Het zou wat, eerst moet ik leren het zwaard volledig te beheersen, pas daarna komt de kracht. Vloeiend blijf ik bewegen van de ene kant naar de andere, ten minste, dat is wat ik probeer, of het werkelijk lukt dat weet ik niet zeker. Dan zie ik nog oefenpoppen staan. Hmm als ik ze zou kunnen verslepen dan heb ik rond mij 4 oefenpoppen staan en kan ik heel gemakkelijk slagen uitoefenen. Met zo veel kracht, die ik kan opbrengen, begin ik te trekken aan de eerste pop en ik vlieg achteruit. Ze is veel lichter dan ik gedacht had. Verbaasd kijk ik er weer naar en zet hem op zijn plaats. Echt raar, toen ik daarnet tegen de pop sloeg bewoog ze geen millimeter. Ik zal eens proberen met een trap.
Ik trap met de verwachting dat de pop achteruit zou vliegen, maar nee ze blijft staan als een standbeeld. Het enige wat de pop doet is een beetje meebewegen met de trap. Zou er misschien magie in verwerkt zitten? Het zou wel kunnen met alles wat we al hebben meegemaakt tot nu toe.
Snel ga ik de andere poppen halen om het allemaal te kunnen uitproberen. Ik begin echt enthousiast te geraken. Nog nooit heb ik zo mijn vaardigheden kunnen testen.
Dan gebeurd er iets heel geks. Alle poppen staan op de plaats die me het beste lijkt en de edelsteen in mijn zwaard begint te gloeien alsook de poppen. Wanneer ik naar het midden stap komen ze tot leven maar vallen me niet aan. De benen kunnen nog steeds niet bewegen denk ik, maar de armen wel. Het verbaast me eigenlijk bijna niet, ergens binnenin had ik dit zien aankomen en weet ik dat het gewoon een oefeninstallatie is. Vol zelfvertrouwen ga ik in gevechtshouding staan met mijn zwaard in de aanslag, ik wacht een halve seconde en val aan.
De poppen ontwijken in het begin alles, maar ze vallen zelf niet aan. Pas na een tijdje begin ik er in te komen, enkele van mijn slagen raken doel. De moeilijkheidsgraad verhoogt en ik moet meer moeite doen zodra de poppen mij ook aanvallen. Het gaat sneller en sneller, maar dat geeft niet, automatisch gaat mijn tempo mee omhoog, het is zeker leuk om zo te oefenen.
Mijn slagen vloeien zonder er echt over na te denken, ik spring vooruit, achteruit, beschrijf een wervelende gevechtscirkel en maakte hier en daar kleine wondjes in de poppen.
Het blijft maar duren, hoeveel tijd er aan het verstrijken is, weet ik niet, tot op een moment ik geraakt word door een slag van een van de poppen. Compleet van de wijs gebracht, kan ik me niet meer concentreren. En vanaf dan raakt de ene na de andere slag van de poppen me. Plots klinkt er een stem van ergens bovenin de kamer. “Laat nooit je concentratie breken. Zelfs als je een slag te incasseren krijgt doe je gewoon verder, anders kan het je dood worden!”
Ik stap uit de gevechtscirkel en kijk rond. De poppen stoppen met bewegen zodra ik er weg ben en lijken weer niets meer te doen. Ik probeer te ontdekken waar de stem vandaan kwam, maar ik kan niets vinden aan het plafond.
Waarschijnlijk zal ik de stem ook niet meer terug horen, het gaf me enkel raad om beter te leren vechten. Hij moet geen raad meer geven nu ik weet wat ik moet doen. Nooit mijn concentratie laten gaan en als er toch een slag me raakt het negeren. Nee niet negeren, mezelf aanpassen en voortgaan.
Eigenlijk zou ik graag weer naar huis gaan. Het is allemaal wel leuk om te leren, maar ik mis mijn ouders en de kinderen van het dorp. Ik probeerde altijd de kleine kinderen op te vangen en met hen te spelen. Weemoedig denk ik terug aan hen. Maar was de poort voor terugkeer niet geblokkeerd? Als ik echt terug wil, dan moet ik alles analyseren. De vragen zijn: Hoe ben ik hier geraakt? Wat is er gebeurd? Wat heb ik allemaal nodig gehad? Hoe gaat die poort open? Misschien zijn er nog vragen, maar dan weet ik er zo nog wel wat.
De antwoorden zijn lang niet zo gemakkelijk als de vragen, eerst en vooral ben ik naar hier vertrokken omdat het me opgedragen is door mijn echte ouders. Het was een dwingende boodschap die liet verstaan dat ze geen tegenspraak dulden. Wat heb ik weer gedaan? De dag van mijn verjaardag heeft Sparky me wakker gemaakt, niet alleen met zijn gefluit, maar ook met te spreken in mijn hoofd. Het was dat moment dat al het nare begonnen is. Ik heb Gladiris van mijn ouders gekregen, maar daartegenover staat wel dat ze me vertelden dat ze niet mijn echte ouders zijn. Met aandringen hebben ze me verteld dat ik moest vertrekken, vertrekken naar Magiallis. Een plek in Kantih waar ik nog nooit van gehoord had. Erger nog, ik moest er geraken zonder ook maar iets mee te nemen. Tijdens de wandeling naar mijn heuvel, wat ook de heuvel bleek te zijn die naar Magiallis leidt, is er niet echt iets gebeurd, enkel een gedachtestroom. Aan de heuvel zelf zat. Mijn gedachten stokken. Er zat een oranje steen. Ik bekijk de edelsteen op het heft van mijn zwaard. En als ik het me goed herinner lijken ze exact op elkaar als uitstraling. De verschillen zitten in de vorm en in de macht. De steen die de poort opende, voelde niet aan als iets magisch en de edelsteen in mijn zwaard wel. Het kan natuurlijk zijn dat de steen in de heuvel ook de magie bevatte maar dat ik het niet voelde omdat ik het niet verwachtte.
Wacht eens, ik herinner me iets. De poort werd geopend zodra ik met Gladiris op de steen sloeg, en ik heb erop geslagen omdat er een afbeelding op stond. De afbeelding liet een zwaard zien. Eigenlijk lijkt die afbeelding op de poortsteen zeer sterk op een van de afbeeldingen van de cirkels. Dus als ik het goed heb dan beelden de symbolen op de cirkel niet alleen ons gevieren uit, maar ook de vier plekken waar we vandaan komen. Dat wil zeggen dat als we de symbolen in de juiste volgorde zetten we weleens terug in onze eigen wereld kunnen uitkomen.
“Ik ga sneller thuiskomen dan gedacht!” roep ik uit.
Eerst moet ik nog bedenken hoe de symbolen moeten liggen, ik denk dat de plaats waar we naar toe willen de binnenste cirkel moet zijn. Dat lijkt me het meest logische want hoe kleiner de cirkel hoe meer centraal en dus hoe meer er daar op gefocust wordt. Als tweede zal waarschijnlijk het pentagram moeten komen want de bovenste punt wijst richting van de binnenste cirkel. Op het pentagram betekent de bovenste punt de ultieme centrale kracht. Dus dit wil zeggen dat het pentagram moet wijzen naar de kroon of naar de plaats waar we heen willen.
Dan hebben we nog 4 symbolen over, de kroon, het boek, de boog en de vuist. Ik denk niet dat deze volgorde zo veel uitmaakt, maar ik de kroon gaat wel laatst moeten. We zullen misschien het gewoon moeten uit proberen. Binnenste cirkel: het zwaard, tweede cirkel: het pentagram, derde: de vuist, vierde: het boek, vijfde: de boog en als laatste cirkel: de kroon. Misschien komen we wel iets uit, en anders moeten we de volgorde veranderen. Tijd om terug te gaan naar Alia’s kamer. Ze gaan blij zijn met wat ik ontdekt heb, maar wie gaat er beslissen naar welke plaats we eerst gaan. Ik vind wel dat we samen moeten blijven. Waarschijnlijk kan er ook maar 1 poort open staan per keer omdat de cirkels maar in 1 positie tegelijk gezet kunnen worden.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen