Deze had zelfs een plaatje!



Ik ben nooit verder gekomen dan dit stuk, though. Volgens mij was mijn idee dat je een meisje had dat eigenlijk vanuit de parallelle fantasiedimensie kwam. Haar moeder kwam daar en ontmoette daar haar vader, maar vanwege een conflict oid nam ze haar mee naar haar eigen dimensie. Uiteindelijk stoot de dochter op het boek waarmee je naar de andere dimensie kan gaan. In het begin is alles daar vredig en heb je dat typische fantastische toevluchtsoord waar je miljoenen planeten kunt bezoeken met magische ruimtevaart en zo. Echter, nadat het meisje opgroeit en door haar studie/moeder het boek weer vergeet, belanden de werelden in die dimensie in een intergalactische oorlog. Als ze eenmaal terugkomt na een aantal jaar, is het landschap dus veranderd in een soort dystopische futuristische fantasysetting waar magie en mecha samen de grootste wapens zijn.

Ik vond het wel een grappig idee, dus wellicht ga ik er ooit mee verder, haha.

      "Weet je wel niet in wat voor problemen je ons brengt?!"
      "Ik doe dit voor jou en Mirage, hoe moeten we anders de rekeningen betalen?!"
      "We kunnen die rekeningen prima betalen, jij houdt dat geld alleen maar om te gokken! Je hebt hier thuis ook nog een leven!"

      "Dat een klein meisje zoals jij die woorden al uit je hoofd kan opzeggen. Gaat het er echt zo slecht aan toe thuis?" Mijn opa nam me op zijn schoot en wreef troostend over mijn schouder. Hij had wel gelijk. Het was een ongeschikt huishouden voor een kind van acht jaar. Voor mij was het alleen de gewoonste zaak van de wereld, het viel al mee dat ze mij deze keer niet af kraakten. De vreemde dochter waardoor alles in de soep liep, het meisje dat blij moest zijn dat ze niet bij het weeshuis werd achtergelaten. Dat was het imago dat ze me iedere keer weer aanschreven.
      Mijn opa merkte mijn somberheid op en gaf een zwakke glimlach, "Vroeger vertelde ik je moeder altijd over een andere dimensie. Een met duizenden verschillende planeten en culturen waarvan alle volkeren in vrede met elkaar leven. Sommige planeten bestaan alleen maar uit water..."

      "...en sommige planeten hebben niet eens één druppel in hun hele atmosfeer! Zij-"
      "Importeren het van de waterwerelden, zodat de toeristen niet spontaan dood vallen, jaja. Dat heb je nu al meerdere keren verteld, Mirage. Wordt het niet tijd dat je je eens in andere boeken gaat verdiepen? Je gaat al bijna naar de middelbare, daar moet je echte literatuur lezen."
      "Maar opa zei dat je dit verhaal altijd geweldig vond!"
      "Pff." Mijn moeder zuchtte en stond op, waarna ze van me wegliep. Teleurgesteld liet ik mijn armen slap langs mijn lichaam vallen, maar dit voorval kon mij niet tegenhouden! Snel rende ik de trap op, richting mijn kamer, terwijl ik mijn armen strekte zodat ik net als de intergalactische vliegtuigen door de lucht leek te zoeven. Ik plofte op mijn bed neer en pakte het dikke boek erbij, waarna ik het precies in het midden open sloeg. Mijn blik viel op de artistieke tekening van een constelatie. De sterren leken fel wit tegenover de zwarte inkt en ik volgde het sleutelpatroon met mijn vingertopje, waarna er een portaal boven mijn matras verscheen.
      Enthousiast krabbelde ik overeind en sprong ik de zwevende bol licht in, waarna ik lachend de diepte in viel. Zodra ik de dimensiegrens gepasseerd was, verscheen ik vijftig meter boven de grond op de planeet Varga. Meteen gaf mijn toeristenketting licht en verschenen er artificiële vleugels op mijn rug zodat ik op deze luchtplaneet kon overleven.
      Varga bestond uit diepe ravijnen met heuse kastelen in iedere inkeping. De wezens hier waren gespecialiseerd in het leven op weinig vaste grond, dus overal zweefden eenhoorns en feeën. Het leek net een waar sprookje, daarom koos ik Varga als mijn tijdelijke thuisplaneet. Stiekem eigenlijk ook alleen omdat ik hier kon vliegen.
      "Oh, almachtige wind. Je liet me schrikken, Mirage!" Een jongensfee met roodbruin haar kwam snel naar me toegevlogen. Ik lachte een beetje gemeen om zijn stomme blik, maar ik kon het hem niet kwalijk nemen, "Sorry, Vink, ik was er gewoon even aan toe. Om uit de lucht te vallen, bedoel ik dan!"
      "Gelukkig ben je net zo gestoord als altijd...", mompelde hij zuchtend. Vink Appelgloed was een verlegen jongetje dat niet snel initiatief nam, en als hij het nam, was dat zeker niet te vergelijken met mijn spontane uitbarstingen. Sommigen vonden het raar dat wij beste vrienden waren geworden, maar we hadden één ding gemeen en dat was avontuur. Samen waren we naar het hoogste punt van de Winderberg gevlogen, waar vanaf we het hele koninkrijk konden zien. Hier op Varga was de wind heilig, want die droeg de vleugels van alle wezens. Door de wind overleefden zij de diepe ravijnen en waren ze in staat om zich op deze planeet te vestigen.
      Net zoals Varga, hadden veel planeten hun eigen soort God. Sommige waterplaneten zweren bij hun planten die zuurstof produceren, terwijl planeten vol jungles juist een dier aanbidden. Onze droom was om alle planeten te bezoeken, al was het alleen in dit sterrenstelsel. Onze grootste idool was Vinks vader, een piloot, die zelf overal naartoe kon vliegen. Vanwege zijn beroep kon hij ons niet altijd meenemen, maar wanneer hij ons wel meesmokkelde, zagen we de mooiste dingen.
      Jammer genoeg is dat voor mij al lang geleden.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen