Hoofdstuk 3
17-11-17
Week 9

Ik weet niet of mijn ouders het geaccepteerd hebben, maar ze hebben zich in ieder geval neergelegd bij het feit dat ik zwanger ben.
Momenteel zitten we met zijn alle in de wachtkamer van de verloskundigen, Joost, ik, mijn ouders en de moeder van Joost.
“Jenn van der Waal” een vrouw met een kort blond staartje verschijnt in de deuropening.
Ik haal diep adem en veeg mijn klamme handen aan mijn broek af voor ik opsta. Naast me komt Joost ook overeind en ik zie dat mijn ouders ook overeind willen komen.
“Mam, pap, ik kan dit wel alleen” stel ik ze gerust en gebaar ze weer te gaan zitten. Wantrouwend kijkt mijn moeder me aan en wil toch opstaan maar mijn vader gebaard haar te blijven zitten. “We passen waarschijnlijk toch niet met zijn alle in dat kleine kamertje.” Neemt hij het voor mij op en ik kijk hem dankbaar aan, voordat ik samen met Joost naar de vrouw toeloop.
“Sophia Janssen” stelt de blonde vrouw zich voor en beleefd geven we haar een hand voor we mee naar binnen lopen.
De ruimte is groter dan ik had verwacht en naast wat echo spullen en een onderzoeksbed staat er ook nog een groot bureau en twee boekenkasten.
“Ga maar liggen Jenn” gebaard Sophia en ik ga op het bed zitten en leun tegen de schuinstaande rugleuning aan.
“Als je partner ondertussen even de lijst van jou kan invullen zal ik vast bloed bij je afnemen om te testen”
Joost komt naast me op een stoel zitten met een vragenlijst in zijn hand terwijl Sophia mijn arm prik-klaar maakt.
“Ben je bang voor bloedprikken?” vraagt ze voor ze de naald tevoorschijn haalt maar ik schud mijn hoofd.
“Alleen het gevoel is akelig” geef ik toe en ze knikt begrijpend terwijl ze het buisje in mijn arm prikt. Gelukkig begint Joost tegen me te praten als afleiding.
“Heb je doopnamen?” vraagt hij terwijl hij op de pen kauwt en mij vragend aankijk en ik schud mijn hoofd.
“Jenn van der Waal” mompelt hij terwijl hij mijn naam op het blaadje schrijft.
“Eerste zwangerschap, ik neem aan van wel” hij kruist een vakje aan.
“Getrouwd?” vragend kijkt hij me aan en ik kan het niet laten om te lachen.
“Moet ik nou alle namen uit mijn harem doorgeven of is ja aankruisen genoeg?”
Glimlachend kruist hij het vakje met nee erin aan.
“Geboortedatum?”
“18-12-1999” naast mij zie ik Sophia geschrokken opkijken.
“Je bent nog minderjarig?” vraagt ze verbaasd en ik voel het bloed naar mijn wangen stijgen. “Was dit kind een ongeluk?” vraagt ze verder en naast me is ook Joost stil geworden.
“Jongelui?” vraagt ze nu iets dwingender en beschaamd knik ik.
“En hoelang hebben jullie al een relatie?” Zover dat mogelijk is wordt ik nog roder en ook Joost kijk nu beschaamd naar beneden.
De stilte lijkt al een duidelijk antwoord te zijn voor Sophia en ze schud afkeurend haar hoofd.
“En nu moet het kind daaronder lijden” mompelt ze en verontwaardig kijken we op.
“Dat zal niet gebeuren” verdedigt Joost ons en ik knik instemmend. “We hebben er vrijwillig voor gekozen dit kind te houden” voeg ik toe.
“Hier komen we later op terug” Antwoord ze en ongemakkelijk kijk ik Joost aan die al net zo ongemakkelijk terug kijkt.
“Ehm, speciale allergieën?” vraagt hij na een tijdje en zo gaan we de vragenlijst verder af tot er genoeg bloed is afgetapt voor een paar testjes en we met zijn drieën rond het bureau gaan zitten.
“Ik zou graag jullie verhaal willen horen.” Zegt ze nadat ze het formulier heeft doorgenomen en ongemakkelijk wiebel ik heen en weer in mijn stoel en hoop dat Joost het verhaal op zich wil nemen.
Gelukkig voor mij doet hij dat ook.
“We kwamen elkaar tegen tijdens het uitgaan en aan het eind van de avond is ze bij mij blijven slapen en twee maanden later kwam ik haar weer tegen omdat ze mij moest spreken en nou ja nu zitten we hier” vat hij samen. En als ze naar mij voor bevestiging van dit verhaal kijkt knik ik.
“Zijn jullie van plan om het kind met gescheiden ouders op te voeden op hebben jullie al iets van een relatie samen gekregen?”
“Geen relatie” neem ik nu het woord “Maar we zullen elkaar deze periode zoveel mogelijk zien, omdat ik bij hem thuis op de boerderij zal komen werken.”
Een half uur lang stelt ze ons allerlei vragen over hoe we dingen van plan zijn te regelen en ik ben opgelucht als ze zegt dat ik eindelijk op de stoel mag gaan liggen voor een echo.
Beschaamd kijk ik van Joost weg als ik mijn shirt optrek tot net onder mijn bh-rand. Het is niet dat hij het nog niet eerder heeft gezien, maar het voelt toch ongemakkelijk terwijl hij toekijkt hoe Sophia mijn buik insmeert met de gel.
Er is nog niks te zien van mijn zwangerschap en volgens Sophia zal het ook nog wel even duren, voordat ik echt een buik krijg.
In de donkergrijze brei op het scherm zie ik nu ook allemaal lichtgrijze stukken die samen een vorm maken.
“Dit is je kindje nu” wijst Sophia naar het scherm en ik knijp mijn ogen samen om er een baby in te zien.
“Doe geen moeite” lacht ze “In dit stadium lijkt het meer op een overmaats kikkervisje dan een baby’tje”
“Jullie zitten nu in week 9 van de zwangerschap en je zal waarschijnlijk snel moe zijn” Ze verschuift het apparaat iets over mijn buik terwijl ze onderzoekend naar het scherm blijft kijken.
“Tot nu toe ziet alles er gewoon gezond uit. Ik zal je bellen als er iets bijzonders in je bloed is gevonden.” Ze veegt de gel van mijn buik en opgelucht trek ik het shirt weer naar beneden.
“Ik schat in dat jullie kindje ergens rond 22 juni geboren zal worden”
Ze geeft ons een aantal papieren mee die we door moeten bladeren over zwangerschap en wat je nodig gaat hebben.
“Over drie weken zal ik weer bellen voor een echo, dan kunnen we vaststellen of het er een of twee zijn”
De gedachten aan een tweeling laat me schrikken, één kind zou ik misschien nog wel aankunnen, maar twee?

Reageer (1)

  • Luckey

    Als twee woorden word het nog leuker

    5 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen