Hoofdstuk 10
Week 29
07-04-2018

“Tot volgende week!” roept Miron, mijn zwangerschapsgym-maatje. Ik laat haar samen met haar man achter aan de tafel waar ze aan haar koffie zit.
Sinds een maand zit ik met Joost op zwangerschapsgym en het is oprecht hilarisch. De oefeningen en alles werken wel hoor, daar niet van, maar ze zijn gewoon te serieus voor Joost en mij samen.
“Jenn! Jezus schiet eens op!” roept Joost voor de vierde keer vanaf de parkeerplaats. Laten we het erop houden dat Miron en ik niet zo goed zijn in afscheid nemen.
Na een laatste zwaai verlaat ik het gebouw en waggel naar de auto toe. Mijn buik is de laatste tijd zo dik dat ik nog met lopen nog net de punten van mijn schoenen kan zien. Het is zelfs zo ver heen dat ik nauwelijks mijn eigen schoenen aan kan krijgen en vaak iemand ter hulp moet vragen.
Ook nu heb ik de hulp van Joost nodig om in het busje te klimmen en te gaan zitten.
“Waarom moeten jullie altijd zolang kletsen” moppert Joost terwijl hij mij mijn riem aangeeft.
“Sorry hoor, ik heb gewoon de sociale contacten nodig.” Snauw ik terug.
Het loopt af en toe wat stroever tussen ons, de zwangerschap eist nu zijn tol en slokt ongeveer al mijn goede humeur op. Wat ik natuurlijk op Joost afreageer.
’s Avonds als ik in bed lig en een comfortabele houding probeer te zoeken, heb ik vaak mijn twijfels. Misschien had ik beter voor abortus kunnen kiezen, mijn hele leven is omgegooid en verdraaid sinds ik het kind bij me draag.
Ik ben gestopt met mijn studie, waardoor ik ook nauwelijks meer contact heb met mijn vrienden daar, ik kan niks zelfstandigs meer doen en slaap ook nog eens slecht.
En dan hebben we natuurlijk ook nog eens het Joostgeval. Voor nu hebben we een goede oplossing, in het begin met Finn zullen we samenwonen, wat het beste voor ons kindje is. Maar ik vraag me af of we dit de rest van ons leven doen.
Ons tijdelijk schijnhuwelijk.
Ik moet toegeven, soms vergeet ik dat we geen relatie hebben met elkaar. We weten zo ongeveer alles over elkaar, we wonen samen, gaan samen naar verjaardagen of op stap.
We zijn een koppel maar dan zonder al het romantische gedoe.
Joost parkeert de auto en helpt me wederom met uitstappen. Vandaag hebben we het babyshoppen gepland, aankomende week willen we de baby kamer verven en inruimen zodat we alles al klaar hebben.
De verf hebben we thuis al, een warme donkerblauwe kleur waarmee we minimaal een van de muren mee gaan verven. Nu wil ik alleen nog wat van die glow in the dark sterretjes die ik op de muur kan plakken.
Van mijn oma heb ik mijn vaders oude hangwiegje gekregen en van Sjoerd en Maria hebben we een schommelstoel met zelfgemaakt kussens.
“Oke wat eerst?” Vraagt Joost als we in de winkel staan en ik kijk om me heen.
“Laten we beginnen met de commode”
De rest van de middag brengen we in de babywinkels door met het uitzoeken van meubels, luiers, flessen, speentjes, kinderwagens, autozitjes en natuurlijk kleren.
“Mag ik eens proeven?” Ik buig me voorover en neem een hap uit het broodje van Joost. Genietend sluit ik mijn ogen bij de smaak van eten.
Momenteel lopen we met tassen vol met spullen naar de auto toe, beide met een broodje in onze hand. Natuurlijk kom ik er pas naderhand achter dat het broodje dat Joost heeft gehaald veel lekkerder is dan de mijne.
Ik wil net vragen of hij wil ruilen als iemand mijn naam roept.
“Jenn? Jennnie? Ben jij dat?” Mijn ogen worden groot en ik blijf met een ruk stilstaan.
“God Jenn je bent het echt! Hoe is het met je, ik wilde nog met je praten, maar ik kon je niet bereiken.” Goh, ik heb je ook geblokkeerd, ben ik geneigd om te antwoorden.
Ik besluit uiteindelijk om gewoon weer door te lopen maar hij grijpt mijn arm vast waardoor ik me naar hem omdraai.
“Ik heb je gemi-” Hij valt halverwege zijn zin stil als hij mijn opgeblazen buik ziet.
“Jennnie, wat is dat.” Vraagt hij met grote ogen en ik leg een hand beschermend op mijn buik.
“Ten eerste, het is Jenn voor jou. En ten twee Alex, dit is een baby, nooit van gehoord?” bijt ik terug en ik zie de boosheid in zijn ogen verschijnen.
“Ben je helemaal gek? Je bent net achttien geworden! Wat moet jij nou weer met een baby, je kon je vissen niet eens in leven houden. Laat staan een baby!”
“Pardon?” Sist Joost nu tussen zijn tanden door, zijn accent overduidelijk aanwezig. Maar voor hij nog iets kan zeggen kapt Alex hem af.
“Wauw Jennnie, Jenn.” Verbeterd hij zichzelf. “ Ik dacht toch echt dat je verstandiger was dan dit. Een boer? Serieus, wat heeft dat kind voor een toekomst?” Geschokt kijk ik hem aan, oké Alex was de laatste weken van onze relatie al veranderd, maar dat hij zo erg is geworden wist ik ook niet.
“HEY!” Roept Joost woedend over straat en enkele mensen kijken om.
“Bemoei je er niet mee!” snauwt Alex terug. “Ik sta hier met mijn vriendin te praten, hou je erbuiten.”
Mijn mond valt open van verbazing. Vriendin? Hoe haalt hij het in zijn hoofd?
“Noem mijn meisje nog een keer jouw vriendin en ik zal je laten zien wat een boer kan doen.” Joost zijn stem is laag, erg laag en dreigend kijkt hij naar Alex omlaag die minstens een kop kleiner is.
Wacht? Zijn meisje? Jongens waar gaat dit heen?
“Joost?” voorzichtig pak ik zijn hand en trek hem wat naar achter, verder van Alex weg. “Joost, kom laten we gaan.” Probeer ik zijn aandacht opnieuw te trekken.
“Jij hebt helemaal niks met haar te maken, het enige waar jij goed voor bent geweest is het stoppen van een baby in haar buik. Dus draai je om en ga terug naar je koeien zodat ik met haar kan praten.”
Met een ruk trek ik Joost naar achter en ga recht voor Alex staan.
Nu gaat hij te ver.
“Ben je helemaal gek geworden? Denk je dat ik überhaupt met je wil praten?!” Gil ik woest over straat. “Je staat hier en beledigd alles wat ik lief heb. Je hebt het recht niet mannetje, dit is mijn familie en daar heb jij helemaal niks mee te maken. Laat staan het recht om er iets over te zeggen. Dus als ik jou was zou ik me omdraaien, weglopen en er voor zorgen dat ik jou misselijkmakende kop nooit meer in mijn leven hoef te zien.”
Na die woorden hijs ik mijn boodschappentas wat hoger over mijn schouder en trek Joost aan zijn hand achter me aan.
“Achterbakse idioot.” Sis ik terwijl ik richting de auto been.
“Hoe durft hij.” Ik ben boos, erg boos. Waar haalt hij het vandaan om hierheen te komen en mij te oordelen. Om überhaupt te doen alsof hij nog een rol in mijn leven speelt.
“Jenn” Joost trekt me terug waardoor ik tot stilstand komt. “Je liep de auto haast voorbij.” Hij pakt de tas van me over en zet hem bij de andere in de kofferbak.
Zonder iets te zeggen slaat hij zijn armen om me heen en trekt me tegen hem aan.
Dat is het voordeel aan Joost, in tegenstelling tot Alex hoef ik niet te zeggen wat ik nodig heb. Hij weet het gewoon.


Weer een wat langer hoofdstukje, wat vinden jullie er tot nu toe van?

Reageer (2)

  • EvaSalvatore

    Go jenn! Ik had charlies reactie ook wel willen weten hahahaha die was wss gaan slaan xD

    5 jaar geleden
  • Luckey

    Mag ik die Alex biet op zijn bek slaan?
    Wat een eikel is doe gozer!
    Ze krijgt echt wel iets met Joost Hihihi
    Zeker als de baby er is

    5 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen