Hoofdstuk 12
Week 39
10-06-2018

“Ik zei dat de letters daar moesten hangen! Niet daar!” Woedend wijs ik naar de letters die ongeveer tien centimeter lager hangen op de deur dan ik zou willen.
Leuke houten letters in verschillende kleurtjes die samen de naam van ons aankomende zoontje spellen.
Ons. Als dat nog bestaat.
Het loopt niet zo lekker tussen ons.
Ik slaap slecht, of nauwelijks om eerlijk te zijn. Ik krijg al dik een week geen hap meer door mijn keel. En binnen nu en een week is er een kans dat ik mijn kind uitpers.
Naar wat ik zelf merk en naar wat Sophia heeft gezegd is Finn al ingedaald en alles is klaar voor de bevalling.
Er staat een tas klaar, die Joost op de verkeerde manier had ingepakt.
De auto staat nu 24/7 klaar voor ons huis, die Joost vlak voor de deur geparkeerd had. Wat super onhandig was.
En de kraamzorg is geregeld. Waarvan Joost durfde te beweren dat hij er meer verstand van had als ik.
“Jezus Jennn, ik vroeg je voor het ophangen of je een voorkeur had en het maakte je niet uit.” Snauwt hij terug terwijl hij zijn boormachine met veel kabaal terug smijt in zijn gereedschapskist. “Je doet het de volgende keer zelf maar als je het altijd beter weet.” Luid stampend gaat hij de trap af en ik gooi hem een prop schilders tape achterna die nog op de overloop lag, die we deze week geschilderd hebben.
“Tuurlijk, stamp maar weg. Je weet dat ik niet achter je aan kan komen met deze pompoen in mijn buik” Mompel ik boos terwijl ik de voordeur dicht hoor slaan.
Ik heb twijfels. Sinds twee weken twijfel ik over alle keuzes die ik de laatste maanden heb gemaakt.
Was het wel slim om bij Joost in te trekken? Was het überhaupt slim om deze baby te houden?
Dat is mijn grootste angst, dat ik de baby niet meer wil hebben als hij geboren is. Dat ik besef dat ik maanden terug de verkeerde keuze heb gemaakt om hem te houden.
Met veel moeite weet ik de trap af te stommelen en met een hand ondersteun ik mijn buik terwijl ik naar buiten loop.
Ik ga de laatste tijd vaker naar de weilanden toe. Puur om te kijken naar de paarden die er staan te grazen.
Want hoe stom het ook klinkt, het is het enige wat me deze dagen rust kan geven.
Ik sta er nog maar net als het begint, pijn schiet door mijn onderbuik en krampachtig duw ik mijn handen er tegen aan tot de eerste wee wegtrekt.
Fack.
Het kost me even om te beseffen dat het nu begonnen is. De bevalling van mijn kindje. Van Finn. En ondanks de ruzies die we de laatste weken hebben gehad, schreeuw ik om de naam van de persoon die ik het meest nodig heb.
Blijkbaar was mijn stem over het hele erf te horen, want Joost komt uit de schuur gerend en kijkt verwilderd om zich heen. Ik roep nog een keer zijn naam en zijn ogen schieten naar de plek toe waar ik sta.
Het kost hem nog geen seconden om te beseffen wat er aan de hand is of hij sprint al naar me toe.
Sjoerd komt uit het huis gerend en gaat naar de auto terwijl Maria ongerust naar me toe begint te rennen.
“Jenn! Is alles oké? Is het begonnen?” Hij grijpt mijn ellenboog vast en ik leun zwaar op hem om overeind te blijven.
“Natuurlijk is het begonnen stomkop, wat denk je anders dat ik hier sta te doen.” Kreun ik terwijl ik zijn arm wat steviger vastgrijp.
Zonder zich iets aan te trekken van mijn extra gewicht tilt hij me op in zijn armen en begint naar de auto te benen die Sjoerd naar ons toe rijd.
“Ik breng je familie op de hoogte Jenn!” Roept Maria ons na voordat Joost me in de auto zet en de deur dichttrekt.
Ik zie Tom nog net uit de tractor stappen en ons vragend nakijken als Sjoerd het erf afscheurt.
Ik weet niet hoelang we over de rit doen, maar al snel lig ik in een ziekenhuis bed.
Ik heb geen idee wat er gebeurd, om de zoveel tijd heb ik een wee en ik ben blij als ik ertussendoor wat weet te dutten. De vermoeidheid van al die weken lijkt er ineen keer uit te komen.
“Ik ben bij je Jenn” Hoor ik Joost mompelen als ik weer een keer wakker wordt van een wee.
“Ik kan het niet Joost, ik ben zo moe.” Mompel ik zachtjes en mijn ogen zakken langzaam weer dicht. Alles is zo vermoeiend.
“Nu kun je uitrusten, maar als het straks menens wordt, ga jij laten zien dat je de sterkste vrouw op heel de aarde bent Jenn. Jij gaat Finn op deze planeet helpen.” Ik heb mijn ogen net lang genoeg open om zijn hand te zoeken en daar zwakjes in te knijpen.
“Je kunt het Jenn.”


Reageer (1)

  • Luckey

    Ze kunnen niet met en niet zinder elkaar elkaar
    Daar komt kleine finn aan!!
    Joost steunt de wel heel erg goed!!

    5 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen