Foto bij 018

April Norah Baker

‘Oké dan, één sprong zal hij vast niet doorhebben. Hij is toch nog aan het werk.’
      Alsof ik door een wesp gestoken ben, stop ik met lopen en kijk ik over mijn schouder. Ik zie en hoor Maliya triomfantelijk juichen en ik voel een steek door mijn lichaam gaan. Ik zie hoe May met een onschuldige glimlach naar me zwaait en gebaard dat ik alvast kan gaan en als een boer met kiespijn glimlach ik terug. Ik zwaai kortaf en draai me vervolgens snel om. Net op tijd, voordat mijn blik ineens wazig begint te worden van de vloeistof in mijn ogen.
      Een zacht geluid van frustratie kan ik niet tegen gaan en ruw wrijf ik in mijn ogen, alsof het de wind is die voor tranen heeft gezorgd. Ik zou juist blij voor mijn zus moeten zijn dat ze iemand heeft gevonden die ze boven de trainingen van pap kiest, want dat is nog bijna nooit gebeurd, maar al dat door mijn hoofd spookt is: waarom deze mensen?
      Vanuit het niets voel ik ineens een gloeiendhete, grote hand op mijn schouder, die me dwingt te stoppen met lopen. Versteend blijf ik staan, terwijl een van mijn vele herinneringen voor mijn ogen afspeelt.

      ‘Hé, dove!’ lacht een gemene stem vanachter me. Thomas Gillet. Het trouwe vriendje van het opperhoofd. Hij doet werkelijk alles om indruk te maken op haar en het maakt hem niets uit van wiens gevoelens dat te kosten staat. En al helemaal niet als het ten kosten gaat van mij.
      Ik probeer stug door te stappen. Hoe sneller ik thuis ben, des te sneller ben ik in veiligheid en eindelijk af van het eeuwige getreiter. Althans, voor een paar uur, totdat om half negen school, beter bekend als hel, weer begint. Een paar uur van rust in mijn tuin en in het trainen. Ik kan niet wachten tot ik mijn frustraties weer kan uitoefenen.
      ‘Je hoort me wel!’ lacht de stem opnieuw. Met de seconde begint het gepest vervelender te worden en er lijkt maar geen einde aan te komen.
      ‘Misschien ook wel niet, ze is immers doof,’ mengt een andere stem zich in het gesprek, met nadruk op het woord ‘doof’ alsof het een besmettelijk iets is. Het is een hoge en venijnige stem, de stem die alles begonnen is. Samara Pioneer. Het opperhoofd en het meisje dat het eerst mijn gehoorapparaatje heeft ontdekt en doet alsof het een dodelijke ziekte is. Als al die kinderen eens zouden weten.
      Ik hoor drie paar voetstappen achter me versnellen en voor ik het weet loopt het drietal naast me.
      ‘Stop met lopen, dove!’ krijst Samara in mijn goede oor. Alsof doof zijn aan één kant nog niet erg genoeg is.
      Ze grijpt me stevig bij mijn schouder en trapt me in mijn knieën, zodat ik languit op de grond val.


      Ik ontwaak uit de flashback en in minder dan een fractie van een seconde heb ik me omgedraaid en de hand van mijn schouder geslagen. Direct zet ik een paar stappen naar achter, terwijl ik mijn handen beschermend omhoog houd. Nooit wil ik ooit weer zo vernederd worden en zeker niet door een jongen die denk dat hij me met mijn neus op niet-bestaande feiten kan drukken.
      ‘Blijf van me af,’ zeg ik duidelijk en verrassend kalm. Mijn stem is dwingend en ik hoop dat de jongen de hint vat.
      Blijkbaar niet, want hij zet een stap naar voren en direct zet ik er drie achteruit. Door het dansen en het trainen ben ik enorm behendig en snel geworden en ik ben blij dat het een soort automatisme is geworden.
      ‘Hé, sorry,’ zegt de jongen duidelijk geschrokken. Hij denkt waarschijnlijk dat ik een freak ben, maar het kan me vrij weinig schelen. Ik word waarschijnlijk hun slachtoffer desalniettemin.
      De jongen kijkt over zijn schouder en ik volg zijn blik. Geweldig, iedereen bekijkt me alsof ik een soort raar experiment ben dat verkeerd is gegaan. Zelfs May kijkt me vragend aan, terwijl ze vervolgens iets terug fluistert naar Maliya.
      Het volgende moment gaat iedereen ineens verder met wat ze bezig waren, alsof de jongen ze tot dat gedwongen heeft met één blik en ongelovig kijk ik hem aan. Zijn blik ontmoet de mijne en daar is het onbekende gevoel weer. Ugh, waarom kan ik zo slecht met mensen omgaan?
      ‘Het spijt me, ik wilde je niet laten schrikken,’ verontschuldigt de jongen opnieuw. Zijn ogen hebben een aparte glans die ik niet kan plaatsen en zijn stem heeft dezelfde toon als Maliya in de middag, toen ze me haast smeekte om haar te geloven.
      Dat zal vast, flitst er sarcastisch door mijn gedachten, maar ik zeg het niet hardop. In plaats daarvan zeg ik wat anders. ‘Laat me gewoon met rust. Iedereen.’
      Ik wacht niet op het antwoord van de jongen, maar draai me snel om en trek een vliegensvlug sprintje naar mijn auto. Terwijl ik ren hoor ik verschillende jongens de jongen uitlachen omdat hij een blauwtje heeft gelopen, tot dat Maliya er op een of andere manier een einde aan maakt.
      Ik neem snel plaats in mijn auto en pas als ik veilig in het voertuig zit, durf ik adem te halen.
      May heeft haar eigen keus gemaakt en ik ga naar huis.

Hey hoi
hier zijn we weer. Enorm sorry dat we eventjes niet hebben gepost!
Hier zijn we weer.
Veel lees plezier!

Hoe was jullie vakantie tot nu toe?
XOXO
Bonnie&Clyde and LaLoba

Reageer (1)

  • LarryNiam

    succes embry dit gaat nog even duren denk ik....
    arme April...
    snel verder<3

    5 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen