Ze zeiden dat ik op de maan leek. En ik dacht dat het een compliment was. Ik dacht dat ze ermee bedoelden dat ik voor hen een licht was in het donker, dat ze naar me durfden te kijken op een manier waarop ze nooit hun blik op de zon zouden durven vestigen.
Maar dat was niet zo. Dat bedoelden ze niet. Ze bedoelden ermee dat ik kwam en ging wanneer ik dat maar wilde, zo nu en dan zomaar verdween en hen achterliet in het duister van een maanloze nacht, dat ik er het ene moment wel en het andere moment niet voor hen was. Ze bedoelden dat ik alles wat ik maar te bieden had van de zon stal en zelf niets betekende, niet meer was dan een bol in de ruimte, ver weg en toch dichtbij. En dat begreep ik pas toen ze me nariepen dat ik op moest donderen en me ergens anders maar gemakkelijk moest maken op mijn troon van verraad. Troon van verraad, dat zeiden ze tegen me.
Dus dat heb ik gedaan. Ik ben weggegaan. Zo ver mogelijk bij hen vandaan, waar ik denk dat ze me niet kunnen vinden. Ze hebben me nog niet gevonden. Althans, nog niet. Of misschien weten ze het al wel, houden ze me in de gaten, verschuilen ze zich in de schaduwen terwijl ze naar me kijken.
Maar dan vliegt ineens de deur open en ik herken haar binnen een seconde, ondanks dat ik haar gezicht niet kan zien wanneer ze met gebogen hoofd op haar knieën neervalt op de ongenadige vloer.
'Nadine,' snikt ze met haar trillende handen doelloos voor zich. 'Help.'
Ik herken iets binnenin haar wat ik nog nooit eerder heb gezien. Ik herken iemand die op de vlucht is. Ze moest eens weten dat hetgeen waarvoor ze op de vlucht is door míj is gestuurd. Maar ik vertel het haar niet. Ik zou het niet eens kunnen vertellen als ik dat zou willen. Ik kan alleen maar bevroren op haar neerkijken.
Op het moment dat ze opkijkt verwacht ik haar gebruikelijke, donkerblauwe ogen te zien die iedereen altijd maar blijft prijzen, maar die zie ik niet. Ik zie alleen maar wit. Een afschuwelijk, blind wit op de plek waar vroeger haar irissen zaten.
En ik kan alleen maar kijken. Ik kan alleen maar kijken naar haar ogen die niet terug kunnen kijken - en ik vraag me af of dit het langst is dat ik haar ooit in de ogen aan heb durven staren, vraag me af of dit echt is wat ik wilde toen ik die wezens uit pure wraak op hen afstuurde, op háár afstuurde.
'Ze... ze hebben je blind gemaakt,' stamel ik en probeer te negeren dat de woorden er haperend uitkomen.
Als ze het nog kon, was ze nu geheid in tranen uitgebarsten.
'Nee,' ze schudt haar hoofd. 'Nee. Niet mij. Iedereen.'

Reageer (1)

  • BethGoes

    Dit klinkt heel erg interessant. Wat voor soort stories zijn dit?

    5 jaar geleden
    • AmeranthaGaia

      Dit was voor een ZKV (zeer korte verhalen) wedstrijd. Die is al afgelopen.

      5 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen