Foto bij Overlevingsdrang

De schaduw die over haar heen was gevallen, overmande haar met angst. Straks vrat het beest haar op. Alhoewel. Het had zo’n grote bek dat ze niet eens een hapje voor het monster was. Eerder een stukje vlees wat tussen zijn kiezen bleef zitten.
Ze versnelde haar pas en negeerde de pijn in haar voet die begon op te spelen. Haar ogen gingen naar een gebouw wat ze passeerde. Ze zag een moeder met haar kinderen. Ze werd belaagd door meerdere wezens.
De ingang van het gebouw was geblokkeerd door een enorme ijzeren balk, dus kroop ze door een gebroken raam. Ze gromde toen ze het glas langs haar rug voelde schrapen.
‘Stop!’ brulde ze, terwijl ze naar de vrouw seinde dat ze weg moest gaan.
De dingen draaiden zich meteen om en keken haar afwachtend aan. Het verwarde haar. Waarom luisterden ze naar haar? Het boezemde haar angst in, maar ergens wist ze dat ze er gebruik van moest maken.
‘Volg mij.’
Ze liep het gebouw uit en werd op de voet gevolgd door het vijftal wezens. Sophie probeerde ondertussen een plan te bedenken en hoopte dat ze vat op de dingen bleef houden.
Ze draaide zich om en nam de wezens in haar op. Ze leken nog steeds te wachten op haar commando.
‘Schakel je eigen soort uit,’ commandeerde ze. ‘Allemaal.’
Ze maakten een gek geluid, waarna ze het vuur opende op hun soortgenoten. De meesten leken verbaasd en anderen begonnen terug te schieten.
Sophie grijnsde even, waarna ze verder ging. Misschien kon ze er nog meer tegen hun eigen soort opzetten. Ze griste een geweer van de grond en besloot dat die nog wel van pas kon komen.
Ze nam even de tijd om de omgeving in zich op te nemen. Het was een groot slagveld. Er lagen lichamen zo ver haar oog konden reiken. Welke zieke geest zou dit op zijn geweten hebben?
Sophie besloot rustig verder te lopen. Ze zag even geen gevaar op de loer liggen en had tijd nodig om na te denken. Moest ze naar huis gaan? Zou haar familie nog leven? Ze voelde een brok in haar keel en haar middenrif kroop samen.
Ze wist echt niet wat ze moest doen. De pijn in haar voet maakte dat ze stopte en plaats nam op een bankje wat nog half overeind stond. Ze pulkte een stuk glas uit haar voetzool en staarde naar de vieze plek op haar been. Uiteindelijk ging ze verder en besloot ze maar op het geluid van roepende mensen af te gaan. Ze zag dat het aantal van de wezens aanzienlijk minder was geworden en één van de walvissen lag op de grond.
‘Zij was het meneer,’ hoorde ze iemand roepen. ‘Die dingen luisterden naar haar!’
Sophie keek geschrokken naar de vrouw met haar kinderen die ze eerder gered had. Er stonden enkele agenten bij haar zijde. Twee ervan liepen op haar af.
Ze zette het op een lopen. Ze hoorde de agenten achter zich schreeuwen en voelde haar ogen branden. Ze voelde haar benen zwaarder worden. Ze kon niet meer. Tranen prikten op haar wangen. Moest ze zichzelf overgeven? De agenten wisten dat die wezens naar haar hadden geluisterd, dus ze zouden haar hoe dan ook oppakken.
Ze voelde ineen een harde klap. Alle lucht was uit haar longen geslagen en ze hapte naar adem. Een zinderende pijn verspreidde zich door haar schouder en ze viel met een plof op de grond. Ze hoorde een daverend lawaai en vlak voor haar neus zakten de agenten plots in elkaar. Een van de twee viel bovenop haar.
De pijn in haar schouder was zo heftig dat de tranen langs haar wangen stroomden. Gesmoorde snikken ontsnapten tussen haar lippen door, terwijl ze de dikke bebaarde vent van zich af probeerde te duwen.

Reageer (2)

  • Luckey

    Oh god!!!
    Dit is niet goed!!
    Shield!!

    5 jaar geleden
  • Ringwraith

    Welke zieke geest zou dit op zijn geweten hebben?

    Een hele lekkere :9~

    Ik dacht even dat Thor tegen haar aan gevlogen was, maar die is niet zo dik. :')

    5 jaar geleden
    • Trager

      Hahaha yesss en nee eerder mega gespierd

      5 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen