Foto bij 034

April Norah Baker

Met mijn hoofd bij mijn acro-dans zit ik afwezig in de les. Het lesuur scheikunde is pas net begonnen en ik weet dat ik op zou moeten letten of op z’n minst zou doen alsof, maar ik kan me er niet toe zetten. Gisteren heb ik maar een uurtje kunnen dansen, in plaats van minstens vijf uur. Het is ongelofelijk om te bedenken dat ik op de basisschool regelmatig lessen mistte voor dansen. Nu is dat uit de boze, zeker nadat mijn ouders erachter kwamen dat ik eigenlijk best slim was. Voornamelijk in scheikunde, natuurkunde, wiskunde en biologie, de belangrijkste vakken.
      ‘April,’ zegt een haast stotterende stem.
      Geschrokken kijk ik op naar de leraar, een oude, kale man die heel nerveus lijkt te zijn en haast automatisch voel ik mijn tanden wegzinken in mijn onderlip. Ik had op moeten letten.
      ‘Pardon, meneer?’ zeg ik voorzichtig.
      Vanachter me hoor ik Nathan en Maddie gniffelen en ik maak een mentale notitie dat ik de twee later nog een zure blik moet zenden. Alsof voor de vierde keer afgaan in je eerste week nog niet genoeg is, moeten je zogenaamde vrienden er ook nog grapjes overmaken.
      ‘Aangezien je alleen zit zal je dit project samen met meneer Collin Littlesea moeten doen,’ zegt de scheikunde leraar. Hij vouwt zijn handen in elkaar en kijkt me afwachtend aan.
      Ik besluit maar niet te vragen welk project, aangezien ik niet nog dommer wil lijken, en ik knik bevestigend. Ik heb geen idee wie Collin Littlesea is, aangezien er niemand echt alleen zit, maar ik zal er snel genoeg achter komen.
      ‘Maar ik ga met Brady werken!’ sputtert een jongen, waarschijnlijk Collin, tegen. De stem komt van een gespierde tienerjongen achterin de klas. Zie, daar heb je het al. Zet ik mezelf niet voorschut, doet iemand anders het wel.
      ‘Brady is hier nu niet, Collin, je werkt voor nu samen met April,’ zegt de leraar vastbesloten. Hij went zich weer tot het krijtbord. ‘Dus je kiest een van de volgende onderwerpen en doet daar het experiment bij, waar je vervolgens een verslag overschrijft.’
      Snel scan ik de onderwerpen op het bord: narcose en slaapmiddelen, wijn en gezondheid, agricultuur en schadelijke gassen en appels en citroensap. Ik knik lichtjes in mezelf en ik wil mijn gedachten alweer af laten dwalen, maar als ik een keiharde klap naast me hoor, veer ik direct overeind.
      Het is Collin, die zijn tas met een keiharde klap op het tafelblad heeft gegooid en met een plof op de stoel naast me plaatst neemt. Ondanks zijn haast asociale gedrag, heeft hij toch een verontschuldigende glimlach op zijn gezicht. ‘Het is niet dat ik niet met je wil werken, maar Brady heeft een goed cijfer nodig voor scheikunde en aangezien ik nogal redelijk erin ben…’
      Ik glimlach lichtjes en ik kan mezelf wel voor mijn hoofd slaan voor mijn vooroordeel. Altijd die aannames.
      ‘Ik snap het wel,’ antwoord ik met een begrijpend knikje. Vroeger was ik altijd degene die de cijfers van mijn vriendinnen omhoog probeerde te krikken, zodat ze toch net over konden gaan. ‘Als hij overblijft kan hij wel bij ons aansluiten.’
      ‘Dat zou perfect zijn,’ antwoordt Collin enthousiast. Hij legt zijn schrift en zijn boek op de tafel en kijkt me vervolgens vragend aan. ‘Dus ik denk dat ik alles moet doen?’
      Verbaast kijk ik de jonge tiener aan. De glans in zijn bruine ogen lijkt oprecht en zich van geen kwaad bewust.
      ‘Pardon?’ vraag ik met opgetrokken wenkbrauwen. Waar haalt de jongen dat nou weer vandaan?
      Direct slaat het gedrag van de jongen om. Zijn ogen flitsen van mijn gezicht naar een groepje giechelende meiden achterin de klas en weer terug. Het lijkt zelfs wel alsof zijn wangen onder zijn roestbruine huid rood beginnen te worden en mijn blik glijdt naar zijn friemelende handen. Blijkbaar realiseert hij zich dat zijn uitspraak niet logisch is. Althans, dat hoop ik.
      ‘Uh, Sam, heeft gehoord van Sophie, haar zus en hoofdcheerleader bij ons op school, dat zij van haar beste vriendin, die weleens bij de papieren helpt, heeft gehoord dat je van je vorige school bent gegaan omdat je te lage cijfers had en daarom nu hier op school zit,’ stottert Collin. Zijn ogen dwalen vol schaamte naar zijn boeken. ‘En aangezien de blik op je gezicht te zien is dat helemaal niet waar.’
      Ik probeer de spieren in mijn gezicht te ontsnappen en even adem te halen voordat ik iets terugzeg. Ongelofelijk dat er nu al roddels over mij, een compleet saai persoon, in de rondte gaan. Maar wat ik had ik anders kunnen verwachten? In San Francisco ging het er niet anders aan toe.
      ‘Nee, dat is inderdaad niet waar,’ antwoord ik zachtjes, mijn stem zo licht als mogelijk houdend, terwijl ik Collin het echte verhaal probeer uit te leggen. ‘Ze heeft waarschijnlijk de verkeerde papieren gezien, want ik zat namelijk een jaar hoger in alle AP (geavanceerde plaatsing) klassen en als ik een paar weken heb gewend en goede cijfers blijf halen stroom ik waarschijnlijk weer door naar het vijfde jaar.’
      Ik leg ondertussen nonchalant mijn laptop op de werktafel, terwijl ik vanuit mijn ooghoeken naar Collin kijk. Zijn ogen zijn vol verwondering en verbazing op mij gefixeerd en het lijkt wel alsof zijn mond is opengevallen.
      Ik lach een beetje ongemakkelijk, niet gewend aan dit soort aandacht. ‘Je hoeft in ieder geval dus niet zelf te doen.’

Reageer (1)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen