Foto bij 040

April Norah Baker

‘Wat ik hier doe?’ herhaalt Jem mijn vraag.
      Ik laat de jongen los en land zachtjes op mijn voeten. Ik knik en bekijk de jongen die al ken sinds ik vier ben. De laatste keer dat ik hem gezien heb, was de dag van de verhuizing. Jem en mijn dansteam kwamen me uitzwaaien, maar sindsdien, bedenk ik me met een beetje gêne, heb ik weinig contact met hun gehad.
      ‘Nou, surprise, surprise, Jennifer heeft ons ingeschreven voor de wedstrijd van zaterdag,’ grijnst Jem luchtig. ‘Een acro-duet.’
      ‘Wat?’ roep ik verbaast uit. Ik grijp verwoed naar mijn haar. Zaterdag is al over twee dagen. ‘Hoe moeten we een duet in twee dagen leren!?’
      ‘Oh we hebben hem al zo vaak gedaan,’ zegt Jem, alsof het niets voorstelt. Hij rolt met zijn ogen en slaat zijn arm over mijn schouders. ‘En iedere keer hebben we ermee gewonnen. Bovendien blijf ik tot zaterdag logeren om te oefenen. Twee dagen om van mijn uiterlijk te genieten, April!’
      Ik rol met mijn ogen en geef de jongen die al sinds mijn zesde mijn danspartner is een stomp tegen zijn schouder. Hij weet dat ik er een hekel aanheb als hij zich zo gedraagt. Des te meer redenen voor hem om zich zo te gedragen.
      ‘Pap en mam?’ vraag ik aan mijn zus, die inmiddels naast ons staat.
      Stralend glimlacht ze. ‘Het was mams idee om je een beetje van de stress van de verhuizing te helpen. Jen stemde er natuurlijk gelijk mee een, want dat is weer een zegeviering op haar naam.’
      Glimlachend schud ik mijn hoofd, mijn lichaam vol met vreugde. Ik hou zoveel van mijn familie. Mijn moeder moet ongetwijfeld door hebben gehad dat ik het dansen mistte en dus heeft ze Jen opgebeld om mij en Jem in te laten schrijven voor een duet. Een duet waar we altijd mee gewonnen hebben. Dat doet een belletje rinkelen.
      ‘Doen we Unconditionally?’ vraag ik met opgetrokken wenkbrauwen. Ergens hoop ik van wel, aangezien het één van mijn favoriete liedjes is en ook een van mijn favoriete dansjes. Aan de andere kant, het is een ingewikkelde choreografie met een hoop trucjes, wat betekent dat we de komende twee dagen echt heel veel moeten oefenen.
      ‘Ding, ding, bingo!’ roept Jem uit.
      Nu pas valt het me op dat hij al zijn danskleding al aanheeft. Een witte broek en een wit overhemd die tijdens de dans uit is. Niet een geheel onplezierig gezicht, al zeg ik het zelf. Van jaren dansen raak je nou eenmaal gespierd.
      ‘Shit, ik heb mijn danskleding niet-’
      ‘En daar heb je mij dus voor,’ lacht May oprecht vrolijk. Uit de kofferbak haalt ze mijn trainingstas en nog net op tijd weet ik de zwarte tas te vangen, voordat deze mij in mijn gezicht raakt. Wat is het ook handig, zo’n zus die op alles voorbereid is.
      ‘Oké, laten we opwarmen!’ roep ik enthousiast. Met mijn tas en al ren ik het strand op, die gelukkig redelijk leeg is, dus we zullen niet te veel bekijks hebben. Jem rent op mijn hielen, maar hij zal me nooit inhalen, ondanks dat zijn benen twee keer zo lang zijn. Ik versla hem op rennen, maar hij verslaat me overduidelijk op gewichten.
      Na de warming-up kleed ik me snel om. Mijn zus heeft me al vaker in mijn ondergoed gezien en Jem ook en aangezien het strand compleet verlaten lijkt te zijn, kan het me weinig schelen. Ik trek snel mijn short en hemd aan en ga in mijn hoofd over de choreografie. Het lijkt erop dat ik het meeste nog wel weet, maar het is toch Jem die mij moet leiden en hij is een geweldige leider, dus ik maak me niet te veel zorgen. We hebben al zo vaak gewonnen met dit nummer.
      May haalt met een voldane glimlach haar box uit haar tas en met opgetrokken wenkbrauwen bekijk ik haar.
      ‘Je bent ook echt op alles voorbereid, hé?’ vraag ik spottend. ‘Je bent geweldig!’
      Mijn zus blaast me een handkusje toe en sluit haar telefoon aan op de speaker. ‘Oké, oké, posities innemen!’ roept ze als een echte dirigent.
      Met rollende ogen neem ik mijn beginpositie aan en ik zie Jem hetzelfde doen. Zodra de eerste noten uit de speaker komen, begint Jem de dans, waarna ik al snel op de maat met hem mee beweeg. Zoals ik voorspelt heb, gaat het haast vanzelf. Zoals de golven heen en weer bewegen, zo natuurlijk bewegen wij ook. Na tien jaar raak je op elkaar ingespeeld en ik heb mijn volste vertrouwen in Jem. Natuurlijk heeft hij me weleens laten vallen, maar nooit hard en nooit tijdens wedstrijden, dus als ik in een split in de lucht hang met niets anders dan zijn handen als ondersteuning, voel ik geen greintje angst.
      In tegenstelling zelfs. Met elke draai, slag en pirouette die ik maak in de armen van mijn beste vriend, voel ik al mijn zorgen verdwijnen. De pijn in mijn schouder vervaagt tot ik er bijna niets meer van voel, mijn vermoedens over Nathan verdwijnen naar de achtergrond en het intimiderende groepje van Embry vergeet ik voor eventjes. Het enige waar ik me op moet focussen zijn mijn danspassen, Jem en de muziek. En meer heb ik nu niet nodig.
      Bij het refrein spring ik. Jems hand ondersteunt mijn heup en begeleidt me naar ver boven zijn hoofd, terwijl mijn hand zijn schouder vind, de enige twee punten waar ik op kan balanceren. Precies op dat moment klinkt er oorverdovend gebrul vanuit de bossen en ik voel Jems arm van schrik trillen. De jongen duwt me soepel verder omhoog en trekt zijn hand vervolgens terug. Ik land in zijn armen, mijn rug op één arm en mijn knieën om de ander. Mijn armen rusten om zijn nek en soepel spring ik uit zijn armen.
      Geschrokken flitst Jems blik van de bosrand naar mij en weer terug. ‘Wat was dat?’
      ‘Dat was een wolf,’ grijns ik, terwijl ik mijn vriend een por geef. ‘Die komen dicht bij de bosrand, maar doen voor de rest vrij weinig. Dus niet zo’n bang gezicht, schijterd.’

Reageer (1)

  • SoulWolf

    Weer een fantastisch stukje!
    Snel verder aub!

    En ja jem, dat noemt men een wolf, hahah

    5 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen