Foto bij 046

April Norah Baker

‘Ga alsjeblieft niet weg,’ smeekt May hart gebroken aan Maliya. Ze heeft tranen in haar ogen en haar wangen zijn rood aangelopen van de frustratie. Ze pakt haar hand beet en zet een stapje mijn richting in. ‘Laat April er naar kijken.’
      Het is oncomfortabel om mijn zus zo te zien smeken aan een meisje waar ze zo’n band meevoelt, terwijl ze haar misschien een week kent. Het doet mij zeer, omdat ik tot op een bepaalde hoogte haar pijn meevoel. Een eigenschap van de tweelingbond die ik met haar deel. Het is een lange tijd geleden dat ik mijn zus zo heb gezien. Normaal was zij altijd degene die meiden moest afwimpelen of jongens moest afwijzen, maar nu is het niet zo.
      Met een blik vol afgunst keer ik me tot Jem. Maliya moet zich vermannen en mijn zus in mijn zorgen overlaten. Door te aarzelen en te blijven staan maakt ze het alleen maar erger. Net zoals het trekken van pleister. Doe het vlug en zo pijnloos mogelijk of langzaam en pijnlijk. De keuze is aan Maliya, want zij is degene die weg moet.
      ‘Ik heb je zus nog nooit zo gezien,’ fluistert Jem zachtjes in mijn oor. Hij wrijft met zijn hand over mijn arm en nu pas realiseer ik me dat ik aan het trillen ben. En ik weet niet zeker of het van de koelte is.
      ‘Oh mijn god,’ fluistert Jem ineens overrompeld. Zijn blik is op May gericht en nieuwsgierig volg ik zijn lijn van kijken.
      May heeft haar lippen op die van Maliya gedrukt, alsof de pleister nog niet langzaam genoeg verwijderd werd, maakt ze het nu alleen maar erger voor haarzelf en voor Maliya. Snel zet ik een stap naar voor om me ermee te bemoeien, maar de hand van Jem op mijn arm houdt me tegen. Hij tuit geruststellend zijn lippen en schudt lichtjes met zijn hoofd alsof hij wil zeggen dat ik ze even moet laten en geduld moet hebben.
      Ik ruk mijn arm uit zijn grip en zodra Maliya wegloopt, sla ik mijn armen om mijn tweelingzus heen. Ze verbergt haar hoofd in de holte van mijn nek en sussend wrijf ik over haar armen, terwijl ik geruststellende woordjes in haar oor fluister. Ik laat mijn hoofd op die van mijn zus rusten en vanonder mijn wimpers kijk ik toe hoe Maliya als een trouw hondje achter Sam aan het bos in loopt. En mijn zus in dat proces ontzettend veel pijn doet.
      ‘Het komt wel goed,’ fluister ik zachtjes in May’s oor. Ik druk een kus op haar slaap en wrijf zachtjes door haar haar. ‘We gaan naar huis.’


Twee dagen later…
De afgelopen twee dagen waren vermoeiend, meer dan vermoeiend. Mijn dag bestond uit vroeg opstaan, dansen, school, dansen, slapen, repeat. Je zou denken dat als je met je beste vriend zou zijn, dat je in de nachten zou keten, maar daar is niets van gekomen. Jem en ik waren beide kapot aan het einde van de dagen en hebben als roosjes geslapen. En die dagen hebben tot dit moment geleid.
      Met een grote glimlach lopen we het Dancing Centre binnen, waar de competitie van deze week plaats gaat vinden. Jem loopt in zijn trainingskleding naast me en mijn moeder en mijn zus, die al minstens net zo kapot is als ons dankzij haar nogal dramatische einde met Maliya, lopen achter ons. Mijn moeder is degene die mijn kostuum regelt, maar zonder May zou ik het niet redden. Al vanaf jongs af aan doet ze mijn make-up en geloof me als ik zeg dat er heel wat make-up opgaat op zo’n dag. Het is verschrikkelijk, maar het hoort erbij.
      Jem en ik lopen de kleedkamer binnen van onze groep en zodra we de eerste stap binnen zitten, barst er een kabaal aan geluid los. Gegil van rechts en links, armen overal over mijn lichaam die me tegen iedereen aantrekken en ik barst abrupt in tranen uit. Al sinds dat we vijf zijn, dansen we samen en hoewel er altijd een onderlinge strijd is, kan ik toch niet zonder de meiden. Dat blijkt maar weer.
      ‘Meiden!’ schreeuwt de stem van Jennifer er door heen. Ook zij is mijn trainer al sinds dat ik vijf ben en hoewel ze ontzettend lelijk kan schreeuwen en naar kan doen, heeft ze me wel gebracht tot waar ik nu ben: op nationaal niveau. ‘Dit is geen theekransje! Klaarmaken en wel nu. Het groepsnummer begint over vijf nummers, jullie zouden al klaar moeten zijn!’
      En zo gaat het al elf jaar. Iedere wedstrijd raakt Jennifer gestrest en dat reageert ze of op ons af, of op onze moeders. En het gaat pas goed met haar als we de titels hebben gewonnen en met trofeeën en kronen naar huis gaan. Weer een paar titels op haar naam.
      Jennifer komt op me afgelopen en trekt me in een snelle knuffel, waardoor haar donkere haren mijn gezicht kriebelen. Ondanks dat ik haar zo vaak vervloekt heb, kan ik niet zonder haar. Voor altijd zal ik bij haar in het krijt staan.
      ‘Maak je alvast klaar en oefen daarna,’ begint ze direct met dirigeren nadat ze me losgelaten heeft. ‘Na de groepsnummers uitreiking is het de beurt aan de duetten. Jullie zijn nummer vijf. Voor jou geldt hetzelfde, James.’
      ‘Aye, Jennifer,’ zeggen Jem en ik in koor, terwijl we onze rechterhanden tegen onze slapen drukken.
      Tijd om ons voor te bereiden.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen