Met een luide knal werd hij bij we geduwd, een paar nieuwe gouden ogen op me gericht.
“Ga naar binnen,” siste hij. Ik knikte en trok mezelf terug recht. Edward keek naar Jaspers lichaam die beneden op de grond lag, onbeweeglijk maar nog steeds in leven. “Edward?” m’n stem klonk dof, zwak tegenover die van hem. Hij keek even naar me om en dat hij beter niet gedaan. Jasper sprong op en viel zijn broer aan, een luid gegrom vulde de stilte op en deed het balkon knarsen. Een stel handen trok me naar binnen en hielden me stevig vast, alsof ze bang waren dat ik in elkaar zou zakken. Ik ademde niet, maar ik wou wel terug. Kijken of ze oké waren. Ik was verschrikkelijk, ik haatte hem en wou toch kijken of Edward hem geen pijn had gedaan. Ze vochten allebei om me en dat bezorgde me schuldgevoel. Jasper wou met me praten en Edward wou me daar van beschermen. Ik keek om naar het meisje wiens armen zich om mijn middel klemde. Bella’s ogen waren al even ongerust als die van mij, ze kon het niet aan dat haar familie vochten en zeker niet dat Edward er bij was. “Wat is hij van plan?” vroeg ik aan Alice die tegen de muur aanleunde op een afstand van ons. Ze fronste en haar ogen kleurde even donker weg op een vreemde, angstaanjagende manier.
“Hij wil bij je zijn en…”
“En wat?”
“Heeft daar alles voor over…” ze legde een verontrustende nadruk op ‘alles’. Ik keek van Alice naar Bella en terug. “Is Edward oké?”
Ze leken verrast door mijn vraag, ze leken het vreemd te vinden dat ik vroeg of alles goed was met hem en niet met Jasper. Ze knikte,”Hij houdt te veel van zijn broer om hem iets aan te doen, zo is Jasper niet… of dat hoop ik toch…” de glans in haar ogen was terug en veranderde naar ongerustheid. Ik keek naar Bella,”Alles komt goed toch?”
Ze probeerde te knikken, maar ze wist het zelf niet. Ik keek nog even naar Alice en zette het op een lopen naar de deur. Ze was te snel, ze sloot de deur nog voor ik naar buiten kon rennen en keek me bedachtzaam aan,”Wat ben jij van plan?”
“Ik kan hem redden, laat me gaan! Alsjeblief!”
Ze schudde haar hoofd, maar leek niet echte zeker van haar antwoord. Ze wou me wel laten gaan maar was bang dat er iets met me zou gebeuren.”Kom nu, als ik dood ben dan maakt niets uit,” ze keken me beide kwaad aan,”maar als er iets met Edward gebeurt, dan vergeven jullie en ik me niet!”
“JASPER!” de schreeuw klonk vanuit de andere kant van het raam, luider dan hoorde. Een grom die weerklonk vanuit het diepste van Edward. Ik schrok op en staarde naar het raam, dat open vloog en terug kaatste tegen de muur. “Alice?” hijgde hij.
Ik wou dat ze voor even gewoon duidelijk waren. Hij keek naar Bella die leek te snappen waar het over ging. “Charlotte?”
Eindelijk!
“Je moet naar hem toe…”
Nu hij het zei, klonk het veel ridiculer dan bij mij. Ik was bang, banger dan er voor. Ik wist dat als ik nu bij hem terug ging, ik niet meer ging weg kunnen. “Ik…”
“Hij is niet veel goeds van plan, als je nu niet…”,”Breng me heen!” onderbrak ik hem. Als er iets met hem gebeurde dan was het mijn schuld en dan vergaf ik het me nooit meer. Met een snok van zijn hand aan m’n arm hing ik aan z’n rug en sprong hij het raam uit. Ik klemde zo stevig mogelijk om hem heen en sloot m’n ogen, zodat ik niet de flitsende bomen hoefde te zien. Iedere boom was een meter dichter bij hem en dat idee leek ik niet aan te kunnen. Ik wist niet hoe lang we renden seconden, minuten of uren, ik wist wel dat m’n hoofd tolde. Mijn ademhaling was ongelijk en wanneer hij stopte, stopte mijn adem ook.
“Edward?”
Jaspers stem klonk laag, bijna onhoorbaar, maar ik was zo op zijn stem gericht dat ik hem overal kon horen. Edward duwde m’n voeten stevig tegen de grond en snelde weg nog voor ik hem kon bedanken. Het was donker tussen de bomen, enkele maan stralen verlichtte kleine delen van de grond. Ik zag hem niet, maar hoorde zijn gelijkmatige ademhaling ergens in de verte. Ik wou hem zien, maar was bang. Ik wist dat hij afwachtte, hij was al even bang als ik, te bang om me weg te jagen nu ik er eindelijk was. Ik zette een stap naar voor, deed alsof ik struikelde en viel neer naar de grond. Zijn armen vingen me op, net zoals ik gepland had. Ik probeerde niet te grijnzen en mijn gevoelens strak te houden, maar het was moeilijker dan ik verwacht had. Zijn geur, zijn handen op m’n buik en het geluid van zijn ademhaling, ze deden m’n hart terug bonzen. Hij had te veel invloed op me, misschien was ik beter weg gerend, misschien had ik hem beter bedrogen zonder spijt. Hij hielp me terug op m’n voeten en deinsde terug achteruit. Hij voerde een oorlog met zichzelf. Ik kon het voelen, net zoals ik nu deed. Ik wou woest op hem zijn, tegen hem schreeuwen dat ik ham haatte en dat hij weg moest gaan, maar dat was niet wat ik echt wilde; ik wou hem gewoon terug tegen me voelen en dat was niet goed. Iets ritselde in de struiken wat verder van ons, en ook al kon ik niets zien, ik wist dat zij het waren. Alice zou te nieuwsgierig zijn en Bella zou enkel willen zien dat ik oké was.
“Haal ze hier weg…” fluisterde ik naar Jasper. Ik zag de omtrekken van zijn gezicht en zijn ogen die goud kleurde op m’n manier die alleen hij kon. De struiken ritselde terug en dan was het compleet stil.
“Ik…” begon hij.
“Waarom viel je Edward aan? Wat was je van plan?” onderbrak ik nog voor hij een zin kon vormen. Hij stapte de cirkel van licht binnen. Het leek eeuwen geleden dat ik zijn gezicht zo perfect gezien had, ik was al bijna vergeten hoe mooi hij was. Ik schudde m’n hoofd, ik moest m’n gedachten op een rijtje houden.
“Ik moest je spreken, ik…” hij streek de tranen weg die langs m’n wang liep en stopte een lok achter m’n oor. Ik keek van hem weg, negeerde mijn huid die tintelde onder zijn aanraking. Hij legde zijn vinger onder m’n kin, verplichte me hem aan te kijken. Zijn ogen brachten me in de war, lieten me vergeten waarom ik kwaad op hem was geweest. Ik kon m’n hart voelen bonzen, het riep zijn naam.
“Ik geef je één kans…” mompelde ik.
Zijn ogen werden overspoeld door dank, maar hij reageerde anders dan ik verwacht had. Hij trok me zijn rug op en rende, zoefde door de bomen heen, liep veder van het huid weg. We rende zo snel, zo lang dat ik moe werd. Ik verloor tijd uit het oog, maar maakte me zo zorgen dat ik wel wakker moest blijven. Nu had ik niemand meer om me te beschermen.
“Slaap,” antwoordde hij, als reactie op m’n gevoel. Ik wou het wel maar…
Hij neuriede zacht, een melodie die mooier was dan het werk van mozart. Hij rende zo gelijkmatig, de koelte van zijn lichaam en dan zijn gezang. Ik sloot m’n ogen en kon m’n grip voelen verzwakken om zijn lichaam. Hij keerde me van zijn rug naar zijn borst, hield me stevig zijn armen en drukte me tegen hem aan.
“Slaap,” fluisterde hij nog eens in mijn oor. Ik deed wat hij zei, sloot m’n ogen en klemde m’n handen om hem heen. Ik kon hem voelen huiveren. Het was vreemd, ik leek dezelfde krachten over hem te hebben, als hij die bij mij had. Ik glimlachte en probeerde nog iets te zeggen,”Waar gaan we heen…”
“Wat ben je toch koppig, slaap”
Zijn stem was smeulend, liet me smelten en slapen, net zoals hij vroeg. Ik ging veilig zijn in zijn armen, dat wist ik gewoon, dat voelde ik.

Reageer (2)

  • Grizzly

    haha laura, chill, edward is oke xD cool geschreve

    1 decennium geleden
  • Zucht

    koppig? moe hij zegge ik bedoel hij valt die wonder mooie sexy edward aan alleen omda hij haar wil prate!

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen