Het miezerde al de hele avond gestaag. De dunne regen had een onophoudelijk grijs gordijn gevormd dat Villeneuve had afgesloten van de rest van de wereld. Rond dit uur waren er nog maar bar weinig mensen die nog niet sliepen en nog minder waagden zich nog buiten in de kou. Het was dan ook dit moment dat een schimmige figuur zachtjes langs de huizen sloop. Hij had zorgvuldig het grote plein vermeden en was het dorp vanaf het oosten genaderd.
      Het werd al snel duidelijk dat het niet zomaar een dief was. De figuur wist precies waar hij wezen moest en achter welke muren hij zich schuil kon houden om niet gezien te worden. De huizen aan de oostkant van het dorp waren van wat slechtere kwaliteit. Het waren prima plekken om te wonen, maar enige luxe hoefde men er niet te verwachten. Wel was deze straat het verst verwijderd van de plaatselijke herberg, die de dief zo goed mogelijk probeerde te vermijden. Als er nog dorpelingen over straat zouden gaan, kwamen ze vast en zeker van de herberg vandaan, en Gaston kon het zich niet veroorloven om herkend te worden.
      Hij was tot op de laatste draad doorweekt en zat van top tot teen onder de modder. Sinds de dorpelingen hem het dorp uit hadden gejaagd die ochtend, had hij niets meer gegeten. Het enige wat hem nog gaande hield was de gloeiende koppigheid om zich niet gewonnen te geven. Gaston hield stil bij het laatste huis uit de rij. Nu moest hij de straat oversteken, en nog iets meer open terrein doorkruisen voordat hij eindelijk bij zijn eigen huis aangekomen was.
      Niet dat hij er kon blijven. Hoe graag Gaston het ook zou willen, zijn dagen in Villeneuve waren voorbij. Dat had de afgelopen ochtend wel bewezen. Als het nu enkel Raymond Dubois en zijn zoon waren geweest, had Gaston nog wel één laatste oplossing achter de hand gehad. De doden vertellen immers geen verhalen meer. Maar nu het hele dorp hem zo had uitgekotst en verraden, kon Gaston niets anders doen dan vluchten.
      Maar niet zonder de nodige handigheidjes. Ze hadden hem dan wel uit het dorp verbannen, maar de spullen in zijn huis waren nog steeds van hem. Met honderd goudstukken extra zou hij een veel prettiger bestaan leven dan zonder die metalen gevalletjes. Dus zo kwam het dat Gaston zich verlaagde tot het rondsluipen in het holst van de nacht, om in te breken in zijn eigen huis.
      Pas toen hij de voordeur achter zich in het slot hoorde vallen, kon hij zich weer een beetje ontspannen. Binnen was het aardedonker en ongeveer even koud als buiten. Maar voor het moment was het droog en veilig. Gaston schopte zijn laarzen uit en gooide zijn doorweekte jas in een hoek van de hall. Op zijn sokken liep hij tree voor tree omhoog, waarbij hij erop lette om de vierde tree over te slaan omdat hij kraakte.
      Gaston had geen enkele vorm van licht bij zich, bang dat het hem zou verraden en de dorpelingen hem zouden halen. Deze keer zou er geen genade zijn, daar was hij wel zeker van. Dit was dan ook de reden dat hij helemaal niet door had gehad hoe zijn huis eraan toe was. Hoewel zijn ogen gewend waren geraakt aan het donker van de nacht, kon een mens nog steeds maar weinig zien in het donker.
      Toen hij bovenkwam, besefte hij echter al gauw dat de dorpelingen het niet hadden gehouden bij het uitjouwen en verbannen uit het dorp. Al zijn spullen waren compleet overhoop gehaald en de kamer was een chaos. Vol afgrijzen ging Gaston de ene na de andere verstopplaats af, maar de dorpelingen hadden het hele huis ondersteboven gehaald om zelfs de laatste centen die hij had verstopt tevoorschijn te halen.
      Met zijn handen voor zich uitgestoken om nergens tegenop te botsen, wist Gaston een paar kledingstukken bij elkaar te rapen. Een droge broek en zijn reismantel en een droog shirt. Als hij zeiknat aan zijn rondzwervingen zou beginnen, zou hij binnen de kortste keren doodziek in de goot liggen. Het was niet echt een vooruitzicht waar hij blij van werd.
      Na een klein uur stond Gaston weer beneden. Hij had droge kleren aan en een warme reismantel omgeslagen. Ook had hij zijn kletsnatte laarzen verwisseld voor een ander paar en had hij hier en daar nog een paar Ecú's* opgediept uit de naden van de meubels. Er was maar één plek geweest waar de menigte niet was geweest, maar de buit was bedroevend weinig. In plaats van de honderden goudstukken waar hij op gerekend had, bezat hij er nu welgeteld elf.
      Tot zijn grote opluchting zat zijn boog nog altijd in zijn zadeltassen, die hij in een kast had gesmeten. Een boog was een waardevol wapen. Ondanks alles was hij nog steeds een uitmuntende jager en met zijn pijl en boog was er geen konijn meer veilig voor hem. Hij zou in ieder geval niet verhongeren. De zadeltassen zelf kon hij niet meenemen, die waren veel te zwaar. Al met al bleef en een schamele buit.
      Gaston kon er echter weinig aan veranderen. Het werd tijd dat hij zijn uiterste best ging doen om de kleine dingen te waarderen, waar hij normaal gezien geen oog meer voor had gehad. Hiervoor had hij zich een rijk man beschouwd, nu was hij een bedelaar. Gaston bond het kleine leren zakje met munten stevig aan zijn riem vast. Een tas had hij niet meer kunnen vinden, evenals zijn bonten handschoenen. Hier moest hij het maar mee doen. Maar zelfs als alles tegenzat, dan had hij altijd Albaxtros nog. Zijn paard zou hem nooit in de steek laten.
      Dacht hij.
      Albaxtros was weg. Gaston kon het wel uitschreeuwen van woede. De brutale vlegels hadden zelfs zijn paard gestolen! Nu was hij niet alleen gedoemd om het hele pokke-eind naar zijn nieuwe toekomst te voet af te leggen, tevens kon hij het beest niet verkopen als hij in het nauw zat. Hij moest nu zien te overleven op zijn eigen vaardigheden en een handjevol geldstukken.
      Al met al een veel te grote straf voor de misdaad die hij begaan had, vond hij zelf.
      Vrouwen zorgden ook altijd voor problemen.

*Eén ecú = Eén goudstuk/kroon
(Dit komt ongeveer overeen met 200 euro)

Reageer (3)

  • Slughorn

    "Vrouwen zorgden ook altijd voor problemen." (':
    Dude, dit heb je helemaal zelf gedaan (':

    5 jaar geleden
  • Laleah

    Je beschrijft dingen zo mooi hé, echt heel poëtisch soms haha en dat wat Benzin zegt haha nailed it. In de world history hoe vaak hebben vrouwen in vergelijking met mannen nu voor problemen gezorgd xD lol

    5 jaar geleden
  • Phlegethon

    Ja misschien zorgen vrouwen voor minder problemen als je ze beter behandeld. Of moet je naar jezelf kijken.
    Ik betwijfel hoe makkelijk deze omschakeling hem zal bevallen. Het zal vast niet erg makkelijk worden.

    5 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen